‘Onderwijs loopt digitaal achter’, ‘Onderwijs moet de voordelen van ICT gebruiken’…. Dit soort uitspraken zijn inmiddels bekend en verschijnen nog steeds geregeld in de media. Ze zijn vaak gebaseerd op rapporten over ICT in het onderwijs (bijvoorbeeld het OESO rapport, het recente rapport van de Onderwijsraad en de onlangs verschenen vier in balans-monitor van Kennisnet). In deze rapporten komt onder andere naar voren dat ICT nog steeds weinig wordt gebruikt in het onderwijs en dat, wanneer dit wel het geval is, dit niet automatisch leidt tot betere leerresultaten. Maar waarom wordt er eigenlijk zo weinig gebruik gemaakt van ICT? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat ICT op een goede manier in de klas wordt ingezet? In deze column houdt Noortje Janssen, die 23 juni 2017 haar proefschrift verdedigde, een pleidooi voor passende ondersteuning voor leraren.
In de beginjaren van ICT werd vaak het argument gebruikt dat scholen geen faciliteiten hadden om ICT te gebruiken. De hardware of software functioneerde niet, of was simpelweg niet aanwezig. In het laatste decennium is er echter veel gebeurd ter verbetering van ICT faciliteiten.
Veel scholen in Nederland hebben inmiddels een smartboard, een aantal laptops of pc’s, en de leuke extra gadgets zoals video- of fotocamera’s. Daarnaast zijn er online steeds meer goede educatieve applicaties beschikbaar, zoals het tekenprogramma Stoodle, of de brainstorming tool Padlet. En, alhoewel het internet nog niet op alle scholen optimaal werkt, is er in de meeste scholen inmiddels een werkende wifi-verbinding beschikbaar voor de leerlingen (Kennisnet, 2015).
Het lijkt er dus op dat bij voldoende scholen de ICT-faciliteiten dik in orde zijn. Desondanks lukt het veel leraren niet om ICT op een goede manier in te zetten tijdens hun les (OESO, 2015). Heel simpel kan dan worden gezegd: ‘Laat ze beter hun best doen en het komt allemaal goed’. Het is immers makkelijk om de schuld af te schuiven op leraren. Maar kunnen we eigenlijk wel van leraren verwachten dat zij ICT, dat relatief nieuw is in de onderwijscontext, direct goed inzetten? Ik denk het niet. Hoe kunnen we leraren voldoende ondersteunen om deze belangrijk rol effectief te vervullen.
In mijn promotieonderzoek (o.a. Janssen, 2017; Janssen & Lazonder, 2015, 2016) heb ik mij verdiept in het ondersteunen van leraren bij het gebruik van ICT tijdens de lesvoorbereiding. Ik heb mij hierbij gericht op het ontwikkelen van informatiebronnen, gebaseerd op de theorie dat leraren kennis moeten hebben van technologie (dat wil zeggen ICT), vakinhoud, didactiek en hun integratie in de les (TPACK; zie bijvoorbeeld Mishra & Koehler, 2006) om ICT op een goede manier in te kunnen zetten. Het is daarom van belang dat deze informatiebronnen voldoende informatie bevatten over ICT en daarbij passende vakinhoud en didactiek. Door tevens de koppeling tussen deze drie elementen expliciet te maken, door de drie bronnen te integreren, kan leraren een hoop werk uit handen genomen worden.
Een voorbeeld is het aanbieden van ondersteuning waarin informatie over fotosynthese (de vakinhoud), ontwerpgericht leren (didactiek) en verschillende tools, zoals een mindmapper en een assessment tool (ICT) op passende wijze zijn samengevoegd. Op deze manier hoeven leraren immers niet alles vanaf nul te bedenken en worden zij geholpen om meer na te denken over hoe ICT de didactiek en vakinhoud kan beïnvloedden in de les.
Uit mijn literatuuronderzoek naar ondersteuning voor ICT integratie bleek dat dit één van de vele voorbeelden is van bruikbare ondersteuning voor leerkrachten. Op basis van onderzoek kunnen er dus al aanknopingspunten gevonden worden om het ICT-gebruik van leraren te bevorderen. Is het dan zo, zoals de rapporteren suggereren, dat de praktijk nog achterblijft? Misschien. Er zijn inmiddels verschillende initiatieven gestart om leraren verder te helpen. Deze zag ik vooral terug in de lerarenopleidingen waar ik tijdens mijn promotieonderzoek op bezoek ben geweest. Op de Hogeschool Arnhem Nijmegen bestaat bijvoorbeeld het ‘Ixperium’, een plek waar leraren en leerlingen in het basisonderwijs kunnen experimenteren met het gebruik van ICT. Bij de Fontys Hogeschool wordt aandacht besteed aan ICT in de klas bij de minor ‘kind, leren en media’ en ook bij de eerstegraads lerarenopleidingen in Enschede, Nijmegen en Amsterdam is er de mogelijkheid om ICT als verdiepingsthema te volgen.
Wat echter nog ontbreekt, is een structurele aanpak waarbij leraren in de praktijk de ondersteuning, tijd en ruimte krijgen om ICT in het onderwijs te leren gebruiken. Er zijn wel individuele initiatieven van leraren die zelf onderzoeken hoe bijvoorbeeld specifieke computerprogramma’s het leren over de vakinhoud kunnen verrijken. Maar, het gros van de leraren maken nog in beperkte mate gebruik van ICT toepassingen (Kennisnet, 2017), of doen dit niet op een effectieve manier (Voogt en collega’s, 2015). Zij hebben niet de tijd om zich te verdiepen in het onoverzichtelijke aanbod van applicaties op internet waarvan vaak niet duidelijk is hoe ze van meerwaarde kunnen zijn voor een specifieke les. Juist deze groep leraren zou kunnen profiteren van goede achtergrondinformatie over ICT en hoe dit geïntegreerd kan worden met de juiste vakinhoud en didactiek.
Voor het faciliteren van dit soort ondersteuning, ligt niet alleen de verantwoordelijkheid bij de scholen, maar is er ook een rol weggelegd voor de overheid en de methode-ontwerpers. Leraren hebben ten eerste een werkende internetverbinding en tijd nodig om ICT op een goede manier in te zetten. Dit, in combinatie met een platform met kwalitatief goede informatie over computerprogramma’s gecombineerd met passende vakinhoudelijke en didactische informatie, kan dienen als een startpunt voor het verhogen van effectief gebruik van ICT in het onderwijs. Hierbij kan tevens een organisatie zoals Kennisnet expertise bieden voor het goed combineren van ICT met de vakinhoud en didactiek, en kan zij als tussenpersoon fungeren door te bemiddelen tussen de verschillende partijen.
Dus, laten we niet alleen rapporten schrijven over de problemen die er zijn als het gaat om ICT-gebruik, maar laten we vooral vooruit kijken naar oplossingen. Als de overheid echt wil investeren in ICT in het onderwijs, dan is het goed om geld te steken in initiatieven die leraren de ruimte en ondersteuning geven om ICT in de lespraktijk te brengen. De Onderwijsraad geeft al een goede aanzet met haar advies over de implementatie van ICT: ‘Het onderwijsveld dient dit zelf op te pakken, maar heeft hierbij initieel meer ondersteuning nodig dan beschikbaar is.’ Ik ben benieuwd!
Referenties
Janssen, N. (2017). Supporting teachers’ technology integration in lesson plans (proefschrift). Universiteit Twente, Enschede. doi: 10.3990/1.9789036543330
Janssen, N., & Lazonder, A. W. (2015). Implementing innovative technologies through lesson plans: What kind of support do teachers prefer? Journal of Science Education and Technology, 24, 910-920. doi:10.1007/s10956-015-9573-5
Janssen, N., & Lazonder, A. W. (2016). Supporting pre-service teachers in designing technology-infused lesson plans. Journal of Computer Assisted Learning, 32, 456-467. doi:10.1111/jcal.12146
Kennisnet (2015) Vier in balans-monitor 2015 Inzet en opbrengsten van ict in het onderwijs. Kennisnet: Zoetermeer, Nederland.
Kennisnet (2017) Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. Kennisnet: Zoetermeer, Nederland.
Mishra, P., & Koehler, M. J. (2006). Technological pedagogical content knowledge: A framework for teacher knowledge. The Teachers College Record, 108, 1017-1054. doi:10.1111/j.1467-9620.2006.00684.x
OESO (2015) Students, computers and learning: Making the connection, PISA. Parijs, Frankrijk: OECD Publishing.
Voogt, J., van Braak, J., Verplanken, L., Jaeger, K., Heitink, M. (2015) Didactische ICT bekwaamheid nader bekeken. Kennisnet: Zoetermeer, Nederland.
Aan de slag
Een tip van een van onze lezers: voor leerkrachten die willen leren programmeren met Minecraft is een gratis online training beschikbaar via deze link.
1 Wat kan met ict en wat zonder?
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven