Doe eens spontaan!

Tekst Migchiel van Diggelen
Gepubliceerd op 16-05-2013
Migchiel van Diggelen - 'De cultuur bij veel leraren is nu vaak: dit is mijn les en daar zet ik een hek omheen en ik houd de deur van mijn klaslokaal dicht.'

'De cultuurverandering betekent dat je moet openstaan voor feedback van anderen. Transparant zijn, iedereen kan binnenkijken.' Aan het woord is Jet Bussemaker in een interview met Nu.nl (13 maart 2013).

Docenten die graag feedback willen en elkaar feedback geven, dat lijkt me niet zo verkeerd. Maar, gebeurt dat dan nu nog niet? De uitspraak van Bussemaker heeft een nogal clichématig en karikaturaal jasje. Het cliché dat wordt gebruikt, is de noodzaak tot cultuurverandering; de karikatuur betreft het reduceren en simplificeren van de werkelijkheid in het onderwijs.

In hoeverre weerspiegelt een cultuur van klaslokalen met denkbeeldige hekken en egocentrische docenten die geen feedback vragen, geven en ontvangen de realiteit in scholen nu werkelijk? In hoeverre doet de veronderstelde cultuur afbreuk aan de kwaliteit van het geboden onderwijs en zou dit derhalve veranderd moeten worden? Ingewikkelde en niet eenvoudig te beantwoorden vragen. Bussemaker weet het antwoord wel: docenten, ga feedback aan elkaar geven!

Bussemakers uitspraak is helaas van een hoog 'doe-eens-spontaan'-gehalte. Een introverte, niet zo spontane leerling zal niet spontaner worden doordat je 'Doe eens spontaan' tegen hem zegt. Een docent zal niet meer feedback gaan vragen en geven doordat Bussemaker zegt: 'Vraag en geef meer feedback aan je collega'. Daarnaast wordt de verantwoordelijkheid voor kwaliteitsverbetering van onderwijs zo te eenzijdig bij docenten neergelegd en dreigt feedback van een middel om te leren te verworden tot een doel op zich.

Ik wil de relevantie van feedback zeker niet betwisten, integendeel zelfs. Maar, kwaliteitsverbetering van onderwijs door feedback is veel makkelijker bedacht en gezegd dan gedaan. De eerste obstakels doen zich al voor in de voorwaardelijke sfeer. In de praktijk van deeltijd banen, (kleine) secties (voortgezet onderwijs), urennormen en volle lesroosters is het een hele opgave om gesprekken te organiseren en faciliteren.

Daarnaast zouden gesprekken niet op zich zelf moeten staan, maar onderdeel moeten zijn van een structureel professionaliseringsbeleid en -programma van scholen. Helaas is professionaliseringsbeleid niet zelden een farce.Zelfs wanneer aan dergelijke (en andere) voorwaardelijke aspecten is voldaan is het nog niet gezegd dat een feedbackgesprek tussen docenten leidt tot leren.

In studies naar peer coaching wordt bijvoorbeeld gevonden dat docenten de neiging hebben om te blijven hangen bij het uitwisselen van ervaringen en te praten over léerlingen in plaats van over zichzélf. Een observatie uit eigen onderzoek is dat (ook) docenten kritischer naar elkaar mogen zijn, te liefjes tegen elkaar zijn, elkaar sparen en een moeilijke boodschap toch maar niet vertellen. Dus: er komt meer bij kijken dan twee docenten met elkaar in gesprek brengen. Er zijn gerichte maatregelen nodig om dit soort neigingen te doorbreken.

Er zijn nog andere overwegingen die een rol kunnen spelen. Wie geeft feedback aan wie? Over welke inhouden zou feedback moeten gaan? Met welk doel zou feedback gegeven moeten worden? Hoe zorg je ervoor dat feedback tijdig wordt gegeven? Professioneel leren is persoonlijk, complex en tijdrovend en leren van feedback is niet anders. Mijn ideaalbeeld is dat elke docent voor zichzelf zou kunnen inschatten welke feedback hij/zij nodig heeft, op welk moment, hoe de feedback gegeven moet worden en dit weet te realiseren. Maar ja, hoe bereik je zoiets? Het vraagt in ieder geval meer dan 'doe-eens-spontaan'.

Migchiel van Diggelen is werkzaam aan de Eindhoven School of Education, onderdeel van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij promoveert 21 mei 2013 op: Effects of a self-assessment procedure on VET-teachers in coaching students' reflections skills.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent