De voorzitters van werelds grootste onderwijsonderzoeksassociaties gingen met elkaar in gesprek over welke lessen we hebben kunnen leren van de eerste maanden van deze wereldwijde crisis. Ook bespraken zij hun visie op de toekomst van het onderwijsonderzoek.
De belangrijkste les die de sprekers aanhalen is het gevaar van ongelijke kansen in het onderwijs. Dit is over de hele wereld al jaren een prominent onderwerp binnen het onderwijsonderzoek en onderwijsbeleid. Als het al gelukt is om stappen te maken om de ongelijkheid terug te dringen, gooit deze crisis ons keihard weer stappen terug. Hoewel landen allemaal anders gereageerd hebben op deze pandemie zien we overal dat het onderwijs klappen krijgt. Veel landen hebben fysiek onderwijs voor enige of langere tijd stopgezet. In veel gevallen betekende dit dat onderwijs digitaal voortgezet moest worden en dat ouders opeens een grote rol moesten gaan spelen in het onderwijs van hun kinderen. Nu zijn het juist de kansarme kinderen die hier het meest de dupe van zijn. Kinderen die in armoede leven, hebben vaak niet de juiste materialen, of beschikken zelfs niet over een (goed werkende) internetverbinding om te kunnen participeren in deze vorm van onderwijs. Het zijn ook juist de ouders van deze kinderen die het hardst getroffen worden door de crisis, zij verloren als eersten hun baan, waardoor de ongelijkheid verder toeneemt. En het zijn ook juist deze kinderen waarvan de ouders niet over de capaciteiten beschikken om het thuis onderwijs goed te kunnen begeleiden.
De gevolgen van schoolsluitingen zijn nog niet te overzien, en Andreas Schleicher van de OESO maakt zich ook ernstig zorgen over het gebrek aan onderzoek om hier zicht op te krijgen. Overal ter wereld werd gekeken naar de gevolgen voor het zorgstelsel, maar voor het onderwijs is veelal nauwelijks aandacht. En dat terwijl de gevolgen voor de leerlingen en studenten op langere termijn aanzienlijk kunnen zijn. Niet alleen voor individuele leerlingen of studenten, maar voor de gehele maatschappij.
De bereidheid onderzoek te doen naar allerlei aspecten van de crisis is enorm, dat herkennen alle sprekers. Wel herkennen ze allen dat er weinig geld beschikbaar is om dit onderzoek uit te voeren. Voor praktisch alle landen is de oproep dan ook om sneller te reageren, sneller geld beschikbaar te stellen, zodat het benodigde onderzoek ook snel van start kan gaan. De huidige crisis laat ook zien dat snel reageren zeker mogelijk is. De eerste onderzoeken zijn al uitgevoerd en sommigen zelfs al gepubliceerd. Dit gaat recht in tegen de cultuur die heerst binnen het onderwijsonderzoeksveld, waarin onderzoek, en zeker de publicatie daarvan, lang op zich laat wachten. Een oproep aan alle betrokken in onderwijsonderzoek, van funderende partijen tot onderzoekers en uitgevers is dan ook: Neem deze ervaring mee voor de toekomst.
Vaak leeft nog de gedachte dat snel onderzoek van mindere kwaliteit is. Maar wanneer onderzoeksprogramma’s van het begin af aan goed gestructureerd zijn, hoeft dit niet zo te zijn. Door (internationale) samenwerking kunnen we meer bereiken, we hoeven niet allemaal het wiel steeds opnieuw uit te vinden. Een uitdaging voor alle onderwijsonderzoeksassociaties is de regie krijgen op het onderzoek dat gedaan wordt, want er is meer beschikbaar dan we nu denken. En we moeten ook niet vergeten dat er in het verleden al veel onderzoek gedaan is. Bijvoorbeeld op het gebied van kansarme kinderen is al veel onderzoek gedaan, daar moeten we op voortbouwen, we moeten deze crisis niet los van het al bestaande onderwijs en onderzoek daarnaar zien.
Bij het onderzoek dat we doen, moeten we ons ook niet verliezen in de focus op wat er niet goed gaat. We moeten juist op zoek naar de praktijken die wel goed gaan. De wereld is momenteel een groot experiment. Dit biedt vanuit onderzoeksperspectief enorme kansen. Waar zien we dat het onderwijs goed opgepakt wordt? Wat kunnen we hier van leren voor onze eigen landen? We zijn gedwongen ons onderwijs in een enorm tempo te innoveren, en naast al het leed zien we hierdoor ook mooie dingen ontstaan. Wat kunnen we meenemen voor na de crisis? Kinderen en jongeren worden nauwelijks getroffen door corona, maar juist zij worden het hardst getroffen door de maatregelen tegen corona. Samen moeten we zorgen dat we deze gevolgen kunnen beperken en herstellen, dat moeten we doen met elkaar: Onderzoekers, beleidsmakers en natuurlijk de mensen die dagelijks in de praktijk staan. We moeten het doen met elkaar, de hele wereld wordt getroffen door deze crisis, maar zeker als we samenwerken is er nog zoveel te winnen.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven