De leraar Nederlands weet niet wie Multatuli is

Tekst Marc van Oostendorp
Gepubliceerd op 18-04-2018
Marc van Oostendorp - Nu heb ik er genoeg van. Al vijf jaar beschouw ik met verbazing het onderwijs Nederlands. Talloos zijn de problemen en er gebeurt veel te weinig om die op te lossen.

Allerwegen verzekert men mij dat het van belang is constructief te blijven en met iedereen te overleggen. Te blijven zien dat iedereen het beste voor heeft en dat het vanzelf allemaal wel goed komt. Als we maar voorzichtig zijn.

Ik geloof het niet meer. Er zijn te veel cynici bezig alles af te breken, het onderwijs de afgrond in te drijven. Lui die gebruik maken van de laksheid en de voorzichtige vriendelijkheid van de mensen die wél iets weten en kunnen in het leven om ervoor te zorgen dat belangrijke pijlers van onze cultuur zo snel mogelijk worden kapot geslagen. Tijd om te zeggen dat we het niet meer pikken. No more Mr. Nice Guy.

Waarom ben ik zo boos? Op het literaire weblog Tzum plaatste de schrijver en lerarenopleider Coen Peppelenbos gisteren een schokkende column. Daarin wees hij erop dat de eisen aan tweedegraadsleraren met ingang van volgend schooljaar gaan veranderen. Waar het gaat over literatuurgeschiedenis hoeven ze alleen nog aan deze eis te voldoen:

Geschiedenis van moderne letterkunde: de Nederlandstalige literatuur vanaf 1880 tot heden.

Hertalingen

Je kunt met andere woorden vanaf volgend jaar leraar Nederlands worden op het vmbo en in de eerste 3 jaren van het vwo en de havo zonder ooit een pagina van Multatuli te hebben gelezen, ja zonder, ooit van Multatuli te hebben gehoord. Karel ende Elegast, Sara Burgerhart, Piet Paaltjens – wie dat zijn hoef je natuurlijk niet te weten wanneer je jonge mensen in je klas krijgt.

Hiermee wordt dus geformaliseerd: dode schrijvers mogen nog een paar jaar meedoen in Nederland, maar ze tellen niet. Wat al die lui vroeger allemaal te zeggen hadden, wat kan ons het schelen. Wij hebben Kluun en Heleen van Royen toch?

Wat een armoe. Eerder dit weekeinde hadden we al moeten meemaken dat Marita Mathijsen – de grote Marita Mathijsen! dé voorvechtster voor de schoonheid van de boeken van voor 1880! –  in de Volkskrant moest toegeven dat er niks anders op zat dan oude teksten te hertalen om ze zo goed mogelijk naar de jongeren te brengen. Maar zoals Peppelenbos zegt: zelfs daarmee voert Mathijsen een achterhoedegevecht. Om leraar Nederlands te worden heb je zelfs die hertalingen niet nodig. Je hoeft de namen van die werken en schrijvers niet eens te kennen.

Wie verzint zoiets? De ‘kennisbasis’ waarin de nieuwe eis voor het hbo wordt vastgesteld, wordt door de hbo-opleidingen in grote zelfstandigheid gemaakt. Ze praten wel met (onder andere) de universiteiten. Alleen werken in de hoogste gremia van die hbo-opleidingen kennelijk allerlei figuren die het niet nodig vinden om toekomstige leraren ook nog maar een elementaire culturele bagage mee te geven.

Nou, dan maar niet vriendelijk en niet constructief. Dit kan niet.

Hiermee heeft het hbo laten zien dat het niet in staat is een eigen ‘kennisbasis’ vast te stellen, dat men zich te veel laat leiden door allerlei andere overwegingen en niet door de wens leraren te kweken die een voorbeeld voor hun leerlingen kunnen zijn – voorbeelden van nieuwsgierigheid, van eruditie, van iets verder kijken dan je neus lang is. Iemand die niets over de geschiedenis van voor 1880 weet (wat is dat trouwens voor een idioot jaartal? zijn de Tachtigers echt zo belangrijk dat de geschiedenis met hen begint?), zo iemand hoort niet voor de klas te staan. Zo iemand is onbevoegd.

En dus moet er worden ingegrepen, de ‘kennisbasis’ moet over, in overleg met mensen die er wél verstand van hebben, die er wel hart voor hebben. Je zou kunnen denken aan de wetenschap, je zou kunnen denken aan Marita Mathijsen, in een waarlijk beschaafd land zou men dan wat zij zegt, en niet wat ze zegt nadat ze decennia heeft moeten beuken (dat we best kunnen hertalen), maar wat ze vroeger zei: dat scholieren en studenten zich niet moeten aanstellen, maar lezen.

Maar eigenlijk maakt het me niet eens zoveel uit wie het doet. Laat in ieder geval iemand meekijken met het curriculum voor die lerarenopleidingen, voor er nog meer rampen gebeuren.

Marc van Oostendorp is onderzoeker aan het Meertens Instituut (KNAW). hoogleraar aan de Radboud Universiteit en hoofdredacteur van Neerlandistiek

Deze blog verscheen op 16 april op de website www.neerlandistiek.nl
 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent