Onderzoekers Golsteyn, Vermeulen en De Wolf concluderen dat leraren gemiddeld hoger scoren op geletterdheid en gecijferdheid dan andere beroepsgroepen in bijna alle deelnemende landen. Leraren in het vo scoren bovendien hoger dan leraren in het po.
Niet alleen de gemiddeldes, maar ook de verdeling van de scores werd bekeken. Leraren die met hun scores in de laagste tien procent vielen, presteerden meestal beter dan de andere beroepsgroepen in deze categorie. Hoe groot dit verschil was, verschilde per land. In Nederland is dit verschil groot; de slechtst scorende leraren presteren relatief goed in vergelijking met de andere beroepsgroepen. Nederlandse leraren met de tien procent hoogste scores presteren net wat lager dan andere beroepsgroepen in deze categorie. Hier lijkt nog vooruitgang te boeken.
Voor dit onderzoek gebruikten Golsteyn, Vermeulen en De Wolf gegevens van twee internationale testen van de OECD, namelijk de ‘Programme for the International Assessment of Adult Competencies’ (PIAAC) en de ‘Adult literacy and lifeskills survey’ (ALL). Er zijn gegevens van 15 landen gebruikt, waaronder Nederland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Ze berekenden voor leraren en andere beroepsgroepen de vaardigheidsscores op geletterdheid en gecijferdheid en zetten de scoreverdelingen van deze twee groepen tegen elkaar af. In het onderzoek keken de onderzoekers niet alleen naar de hele verdeling, maar ook specifiek naar de tien procent laagst scorende leraren en de tien procent hoogst scorende leraren, oftewel het 10e en 90e percentiel, zie afbeelding.
Onder geletterdheid verstaan ze de kennis en vaardigheden die nodig zijn om informatie uit teksten te begrijpen en te gebruiken. Gecijferdheid bestaat uit de kennis en vaardigheden die nodig zijn om wiskundige vraagstukken in verschillende situaties op te kunnen lossen.
Deze gegevens zijn te gebruiken in het beleid om het niveau van leraren te verhogen. Ga je voor salarisverhogingen of strengere eisen aan de poort van de lerarenopleiding? Golsteyn, Vermeulen en De Wolf raden aan om goed te kijken naar de scoreverdeling in een land. In Denemarken, bijvoorbeeld, presteren de leraren met de 10% laagste scores niet veel beter dan andere beroepsgroepen in die categorie. In Denemarken zou het beleid kunnen focussen op het verbeteren van deze onderste groep van de verdeling. Dit kan door strengere eisen aan de poort van de lerarenopleiding of extra training voor de slechtst scorende leraren.
In Nederland presteren de leraren in deze laagste tien procent juist veel beter dan de andere beroepsgroepen in die categorie. De slechtst scorende leraren presteren dus relatief goed, als we ze vergelijken met andere beroepsgroepen. Beleid rondom het verhogen van de eisen aan de start van de lerarenopleiding, bijvoorbeeld, past hier minder goed bij. Golsteyn, Vermeulen en De Wolf adviseren om in Nederland te focussen op leraren met hoge scores op hun vaardigheden, bijvoorbeeld door hen bijvoorbeeld extra uit te dagen. De leraren in de groep met de tien procent hoogste scores, scoren namelijk wat lager dan de andere beroepsgroepen. Horen we hier het bekende geluid van focussen op excellentie?
B. H. H. Golsteyn, S. Vermeulen, I. de Wolf (2016), Teacher Literacy and Numeracy Skills, De economist, 1-25. Lees hier het hele onderzoek.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven