Onderzoek

Wikiwijs kan meer

Tekst Zeger-jan Kock en Birgit Pepin
Gepubliceerd op 01-07-2021 Gewijzigd op 01-07-2021
Wikiwijs (www.wikiwijs.nl) is in zijn doelstelling geslaagd: het delen van leermaterialen bevorderen. Maar uit onderzoek blijkt dat er meer in zit.

Het online onderwijsplatform Wikiwijs werd in 2009 in Nederland geïntroduceerd om hergebruik en het delen van leermaterialen te bevorderen. Vooral in het voortgezet onderwijs lijkt dat gelukt, ook in vergelijking met platforms in andere landen. Toch lijkt er nog meer mogelijk, bijvoorbeeld op het gebied van connectiviteit. Dat kan op macroniveau zoals verbindingen die de samenwerking tussen docenten of tussen docenten en leerlingen bevorderen, verwijzingen naar andere bronnen (via links) en  verwijzingen naar eindtermen (via tags). Maar het kan ook op microniveau door relaties te leggen in de inhoud van de leermaterialen, zoals naar kennis uit andere leerjaren, of andere onderwerpen binnen een schoolvak, relaties door dezelfde lesstof op verschillende manieren aan te bieden of door te differentiëren op basis van de behoefte van leerlingen. Dit noemen we microconnectiviteit en die is vooral het gevolg van keuzes die de samenstellers van leermaterialen hebben gemaakt. In hoeverre zijn zij bereid die relaties te leggen in de leermaterialen op Wikiwijs? Het zou wel in het belang van de leerlingen zijn: het leggen van verbindingen in de leerstof kan deze verrijken en leerlingen helpen de stof beter te begrijpen.

In een internationaal samenwerkingsverband hebben we de connectiviteit van onderwijsplatforms uit drie landen (Frankrijk, Denemarken en Nederland) met elkaar vergeleken voor het schoolvak wiskunde. We hebben de functionaliteit van Wikiwijs onderzocht voor de macroconnectiviteit, en één wiskundemodule op Wikiwijs geanalyseerd voor de microconnectiviteit. 

De conclusie is dat Wikiwijs docenten in staat stelt om het werk van andere auteurs van leermaterialen te kopiëren en aan te passen (macroconnectiviteit) en dat hier ook gebruik van wordt gemaakt. Ook zijn er materialen waarin verwezen wordt naar eindtermen. Dit maakt het zoeken en hergebruik makkelijker. Microconnectiviteit was in de onderzochte materialen weinig aanwezig, er werd bijvoorbeeld nauwelijks verwezen naar andere onderwerpen in hetzelfde vak, naar contexten, of naar andere schoolvakken en leerjaren.

In Frankrijk gebruiken docenten platforms om leermaterialen te vinden bij een nieuw curriculum. In Denemarken gaat het om het koppelen van leerdoelen aan lessen. De mogelijkheden die platformen bieden om verbindingen te leggen lijken vooral bepaald te worden door de politieke doelen waarmee de platformen zijn opgezet. In Nederland gaat het om het delen van leermaterialen. Dat gebeurt, maar op het gebied van connectiviteit valt in Nederland dus nog wel winst te behalen.

   

 

Meer Didactief-artikelen lezen? Trakteer jezelf op een online abonnement voor slechts €24,50: maar liefst tien edities per jaar en toegang tot ons archief vanaf 2003.https://didactiefonline.nl/aanbieding 

Verder lezen

1 ORD 2020/2021

Click here to revoke the Cookie consent