Interview

In de biotoop van Paul Koning

Tekst Gerda van t Spijker
Gepubliceerd op 06-11-2012 Gewijzigd op 13-10-2017
Beeld Bert Beelen
Ze zijn er nog, bevlogen mensen in het onderwijs. Deze maand leerkracht en ict-coördinator Paul Koning. Hij ontwikkelde digitaal lesmateriaal bij een educatieve uitgeverij maar staat nu weer voor de klas. ‘Ik wil zien voor wie ik het doe.’

‘De eerste keer dat ik bij een vriendje van de basisschool thuis het spelletje Pong zag, met die twee batjes en dat balletje, was magisch. Zo’n wow-moment dat je je leven niet meer vergeet.’ Paul Koning (41) is al vroeg gefascineerd door computers. Toch maakt hij er niet zijn werk van. Te technisch, te theoretisch. En vooral: te weinig contact met mensen. Uiteindelijk kiest hij voor de pabo, ‘absoluut geen roeping. Maar ja, ik kom uit een onderwijsfamilie. En dan groei je er vanzelf in.’ 

De computer blijft trekken, Koning ontwikkelt al snel materiaal voor in de klas. ‘Ik had een groep met 36 kinderen, twee computers en geen fatsoenlijk programma om de tafels mee te oefenen. Dus ben ik dat zelf gaan schrijven.’ Hij ontwikkelt meer en begint een site met oefenprogramma’s voor rekenen, taal en topografie. In 2005 gaat hij werken bij openbare basisschool De Oversteek in Nijmegen. Hier krijgt hij al snel de taak van ict-coördinator. En een educatieve uitgeverij benadert hem. Zijn site is opgevallen. In 2008 verkoopt hij zijn site en gaat parttime voor de uitgeverij werken, twee dagen per week ontwikkelt hij nieuw lesmateriaal. ‘Hartstikke leuk in het begin, maar na een tijdje merkte ik dat het niet genoeg was. Op school had ik geen eigen groep meer. Ik deed vooral adv-vervanging. Kinderen zie je dan maar eens in de drie, vier weken. Je blijft vreemden voor elkaar.’ En dat breekt hem op. ‘Dat ik geen band meer kon opbouwen met een groep kinderen, vond ik erg. Tuurlijk, de inhoud is belangrijk. Maar mij gaat het om dat persoonlijke contact, de handleiding van ieder kind vinden, daarom ben ik leerkracht.’ 

Ook vindt hij de afstand tussen zichzelf, wat hij maakt en de kinderen te groot. Het duurt maanden voor iets klaar is. ‘Ik was op een ander niveau bezig, verder van het lesgeven af. Ik maakte iets voor in de les, maar was het grootste gedeelte van de tijd niet in de klas. Toen ik nog alleen op school werkte, fröbelde ik in het weekend wat in elkaar. Maandag zag ik meteen wat de kinderen ervan vonden.’ 

Net voor de zomer hakt hij de knoop door, hij gaat helemaal terug naar school. Een goede keuze, hij geniet: ‘Ik doe nog steeds adv-vervanging, maar begeleid nu ook zo’n vijftig meer- en hoogbegaafde kinderen. En op vrijdag heb ik een eigen groep.’ 

En zijn liefde voor de computer dan? Daar is zo een mouw aan gepast. ‘Ik wil de meer- en hoogbegaafde kinderen leren programmeren, dat is nogal wiskundig, zo leren ze logisch denken. En hopelijk worden ze in één moeite door ook enthousiast voor het vak.’ Ook heeft hij weer een site. ‘Niks groots hoor. Gewoon een beetje lesideeën uitwisselen. Ik kan ze in een map opslaan, maar zo hebben anderen er ook wat aan.’ 

Click here to revoke the Cookie consent