Onderzoek

Werkplaats ontdekkingen

Tekst Monique Montanus
Gepubliceerd op 24-06-2021 Gewijzigd op 23-06-2021
Beeld Shutterstock
Eyeopeners -- Binnen de WOA delen collega’s van verschillende onderwijstypen ervaringen uit praktijkonderzoek met elkaar. Vier onderzoeksdocenten over hun eyeopeners.


FOEKJE VERHÜLSDONK

Decaan en onderzoeksdocent I Montessori Scholengemeenschap I Amsterdam I Onderzocht de reacties van MSA-docenten op het nieuwe toetsbeleid dat de schoolleiding wilde invoeren I

 

‘Het heeft mijn zelfbewustzijn vergroot’



‘Ik was drie jaar onderzoeksdocent. In die tijd deed ik drie onderzoeken, maar door de coronapandemie kon ik mijn laatste onderzoek naar Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) en Montessori niet volledig afronden. Ik heb nog wel een LOB-visiestuk voor de school geschreven. Nu ben ik met onderzoeken gestopt, omdat ik andere docenten ook de kans gun om dit een tijdje te gaan doen. Want het levert je écht wat op. Mijn grootste winst is dat onderzoek mijn zelfbewustzijn heeft vergroot. Bepaalde kwaliteiten van mij zijn meer zichtbaar geworden.

De samenwerking binnen de WOA heeft mijn onderzoeksvaardigheden verbeterd. Ik leerde hoe je informatie in de school kunt ophalen en schrijf nu gemakkelijker een verslag. Ik ben ook kritischer geworden. Ik zeg nu eerder: “Dat zeg je nu wel, maar waaruit blijkt dat?” En als ik onderzoeksverslagen lees, check ik hoe dat onderzoek is opgebouwd.

Het is ontzettend leuk om te sparren met collega’s van andere scholen. Zo krijg je weer ideeën voor je eigen school, je inspireert elkaar. Je ziet welke oplossingen anderen kiezen voor problemen die jouw school ook heeft. En het is “gezellig”, want onderzoek doen kan best eenzaam zijn. Dan is het gewoon lekker om te horen dat anderen met hetzelfde worstelen. Wat ook fijn is, is om te ervaren dat je nog steeds blij bent met je eigen school.’


 

FRANK KAMPERS

Docent geschiedenis I Berlage Lyceum I Amsterdam I Onderzoekt aan welke ontwerpeisen burgerschapsprojecten voor 2-vwo tijdens de jaarlijkse projectweken moeten voldoen, om leerlingen hiervoor te motiveren I

 

‘Onderzoek van anderen brengt je op ideeën’

 

‘Na een drukke toetsweek willen leerlingen liever wat uitrusten. De inzet voor een burgerschapsprojectweek wisselt dan sterk. Hoe motiveer je ze hiervoor? Door literatuuronderzoek heb ik een aantal ontwerpeisen gevonden dat een sterk positieve invloed heeft. Bijvoorbeeld: als docenten zelf gemotiveerd zijn voor een project, dragen zij dat over op de leerlingen. Keuzevrijheid, zelfstandig werken en het creëren van verbondenheid tussen docent en leerling helpen ook. Tijdens de projectweek zou ik veldonderzoek doen en de ontwerpeisen toetsen, maar dat gaat door de coronapandemie niet door.

Toch was dit onderzoek voor de school, maar ook voor mijzelf, belangrijk. Ik heb me verder kunnen ontwikkelen. Je kijkt wat analytischer en gerichter naar bepaalde zaken: daardoor krijg je meer inzicht. Vaak zijn dat overigens inzichten die je intuïtief al toepast. Maar ik ben me er nu bewuster van en kijk kritischer naar mijn eigen praktijk, naar die van school en van collega’s. Dat is al winst.

Natuurlijk heb ik het hier ook met mijn medecursisten binnen de WOA over gehad. Nou is iedereen met verschillende onderzoeken bezig, dus zulke discussies gaan vaak niet de diepte in. Maar het onderzoek van anderen brengt je wel op ideeën.

Mijn conclusies en aanbevelingen zal ik straks baseren op de literatuur en op wat leerlingen en docenten tijdens vraaggesprekken tegen mij gezegd hebben. Daar komen wel degelijk waardevolle dingen uit. Al verdient het onderzoekstechnisch natuurlijk niet de schoonheidsprijs.’

 



 

JAC. DE WIT

Leerwerkcoach I ROC  I Amsterdam I begeleidt ROC-leerlingen die moeite hebben om zelfstandig aan een stage te komen. Onderzoekt met Sergej Sheer en Ron Fokker (mbo college Amsterdam Zuidoost) een begeleidingsmethodiek binnen een hybride leeromgeving I

 

‘De WOA was een nieuwe wereld’



‘De WOA was voor ons echt een nieuwe wereld. Op het ROC zijn wij gewend om intuïtief te werken, duizend bloemen te laten bloeien. Nu kwamen we in een cultuur terecht waar bijvoorbeeld eerstegraadsdocenten gewend zijn om toch wat academischer naar hun lesmateriaal te kijken. Carrièretechnisch gezien was dat voor mij helemaal goed. Iets nieuws doen kwam precies op het juiste moment.

Alle docenten zijn met hun eigen onderzoek bezig. Daarnaast hebben we een gezamenlijk verbindend thema, namelijk metacognitie. Er zijn vijf of zes scholengemeenschappen bij betrokken die allemaal vooruitstrevend zijn en een stevige onderwijsvisie hebben. Tijdens de bijeenkomsten wisselen we informatie over onze resultaten uit. Het is dus altijd leuk, verrassend en een beetje spannend.

Wij hebben eerst een literatuuronderzoek naar hybride leeromgevingen verricht. Dat was superleuk om te doen. Nu ontwerpen we een begeleidingsmethodiek voor dit type leeromgevingen. We hebben theorieën over motivatie, adolescentie en carrièreontwikkeling van jongeren geanalyseerd en op basis daarvan ontwerpprincipes opgesteld. Vonden we zelf nogal progressief. Binnen onze school hebben we vervolgens design thinking-sessies georganiseerd. De berg ideeën die daaruit voortkwam, zijn we nu aan het inventariseren.

Wij zijn alle drie echt enthousiast. Maar ik ken niemand die tegen heug en meug bij de WOA zit. Iedereen pakt de kans om er iets moois van te maken.’

 

 

SERGEJ SHEER 

Docent handelsvakken en rekenen I ROC  I Amsterdam I Onderzoekt met collega’s Jac. de Wit en Ron Fokker (mbo college Amsterdam Zuidoost) ontwerpprincipes voor een begeleidingsmethodiek binnen de hybride leeromgeving I

 

‘Vaak dezelfde onderwijswetenschappers’



‘De onderwijsonderzoekwereld is klein. Dat merkte ik toen we vorig jaar binnen onze werkgroep literatuuronderzoek deden. Ook al hadden allemaal een ander onderzoeksonderwerp, we vielen vaak terug op dezelfde onderwijswetenschappers. Zoals Edward Deci en Richard Ryan, die de zelfdeterminatietheorie ontwikkelden. Volgens hen heeft de mens drie essentiële basisbehoeften: autonomie, relatie en competentie. Als daarin wordt voorzien, heeft dat een positieve invloed op zijn functioneren, welbevinden en groei. En daarmee ook op zijn motivatie. Voor ons onderzoek over de begeleiding van studenten is dat een belangrijke theorie. Ik vond het leuk om daarover met anderen te sparren.

Eens in de twee, drie maanden komt de werkgroep samen. Door corona zijn die bijeenkomsten nu online georganiseerd. Elke deelnemer presenteert dan de stand van zaken met betrekking tot zijn of haar onderzoek. Wat veel oplevert, is dat je elkaar zo kritisch mogelijk probeert te bevragen en feedback te geven. Anderen vragen bijvoorbeeld door over de manier waarop je je onderzoek aanpakt, of waarom je bepaalde keuzes maakt. Daardoor reflecteer je toch op een andere manier op jouw onderzoek dan wanneer je wekelijks met z’n drieën praat over de voortgang.

Officieel is dit voor ons het laatste onderzoekjaar. Maar als onze directie nog meer onderwijsvragen door ons wil laten oplossen, gaan we misschien door. Bezig zijn met onderzoek is in elk geval inspirerend genoeg.’

 

Dit artikel verscheen in de special van Didactief, juni 2021.

Verder lezen

1 Special: Een leven lang leren

Click here to revoke the Cookie consent