Onderzoek

Welwillend maar onwetend?

Tekst Redactie Didactief
Gepubliceerd op 05-01-2015 Gewijzigd op 28-11-2016
Bram Eidhof promoveert op onderzoek naar burgerschap en taalontwikkeling bij jongeren. Hessel Nieuwelink doet onderzoek naar de ontwikkeling van democratische gezindheid van Nederlandse jongeren. Samen publiceren ze een serie van drie artikelen over burgerschapseducatie. Deel 2: Welwillend maar onwetend?

Burgerschapseducatie 2: Welwillend maar onwetend? Burgerschap van jongeren

Een kabinetscrisis is eind vorig jaar afgewend, we hebben met z'n allen de adem ingehouden. In maart zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Zijn je leerlingen net zo geïnteresseerd als jij?
Regelmatig staan er sombere berichten in de krant over het burgerschap van jongeren. Hun politieke interesse, de bereidheid om te participeren en hun politieke kennis zouden afnemen. Jongeren zouden vooral op zichzelf en hun omgeving gericht zijn. Dit zijn veronderstelde problemen waar ook het onderwijs zich mee geconfronteerd ziet. Scholen worden immers geacht jongeren klaar te stomen voor deelname aan de samenleving; bij sommige vakken (maatschappijleer en geschiedenis) moeten jongeren ook nog eens (school)examen doen over burgerschap, politiek en democratie. De vraag wordt daarmee opgeworpen of het echt zo erg gesteld is met het burgerschap van jongeren.

Onderschrijven van democratische principes
Allereerst is het interessant om te zien dat Nederlandse jongeren, en jongeren elders ter wereld, over het algemeen zeer positief ten opzichte van democratie staan (zie bijvoorbeeld Helwig, 1998; Helwig & Kim, 1999; Nieuwelink, Dekker, Ten Dam & Geijsel, 2013). Veelal verkiezen jongeren democratie boven andere bestuursvormen en vinden zij democratische principes belangrijk. De International Civic and Citizen Education Study (ICCS, Maslowski en collega's, 2010) laat zien dat Nederlandse jongeren in overgrote meerderheid vinden dat iedereen vrijheid van meningsuiting, recht op demonstreren en stemrecht zou moeten hebben.

Dat zijn allemaal positieve uitkomsten. Jongeren lijken democratische waarden zeker te onderschrijven. Het is echter wel de vraag of de overweldigende steun van jongeren voor democratie ook blijft bestaan, waar het voor hen duidelijk wordt dat democratie niet alleen over vrijheid gaat. Bij democratie en democratische besluitvorming gaat het er ook om dat mensen iets kunnen bereiken, ondernemen of propageren dat in strijd is met principes van anderen. Wanneer jongeren dat inzien, kan het zijn dat hun steun voor democratie beperkter zal blijken. Aangezien veel wetenschappelijke studies dergelijke keuzes aan jongeren niet voorleggen, kunnen we daar weinig over zeggen.

Beperkte politieke kennis
Waar jongeren democratische principes onderschrijven, blijkt uit de ICCS-studie dat de politieke kennis van jongeren in Nederland gemiddeld gezien kleiner is dan in veel andere Europese landen. Vragen over wat precies een publiek debat is en wat voordelen van discussies zijn, werden door Nederlandse leerlingen veel minder vaak goed beantwoord.

Kleinschaliger onderzoek in Nederland laat vergelijkbare uitkomsten zien: jongeren zijn slecht op de hoogte van de inrichting van het staatsbestel en lijken begrippen als 'links en rechts' en 'democratie' erg ingewikkeld te vinden (Dekker & Nuus 2007; Vis, 1995).

Dat jongeren weinig politieke kennis hebben, kan een probleem voor de democratie opleveren. Mensen met meer politieke kennis participeren namelijk vaker. Deelname van goed geïnformeerde burgers aan de politiek kan vervolgens de democratie versterken: zij kunnen immers volksvertegenwoordigers corrigeren en stimuleren. Dat lijkt in een tijd waarin veel mensen zich politiek machteloos voelen geen overbodige luxe.

Betekenis voor onderwijs?
Kortom, jongeren staan best welwillend ten opzichte van democratie, maar hebben niet veel kennis van formele structuren, concepten en processen. Daarmee ligt er een belangrijke taak voor het onderwijs om de welwillende houding van jongeren verder te stimuleren en te verdiepen. Ons inziens kan dat in ieder geval op twee manieren:

1. Het is goed om te proberen om de opvattingen van democratie gelaagder te maken. Laat leerlingen zien wat democratie betekent door met hen casussen te bespreken waarbij er keuzes gemaakt moeten worden tussen democratische principes, zoals tussen meerderheidswens en vrijheid van minderheden of inspraak en daadkracht.

2. Het onderzoek laat zien dat leerlingen in andere landen meer kennis hebben over politieke structuren en democratische principes. Hoewel de rol van onderwijs beperkt is bij de socialisatie van jongeren (hierover meer in een volgende blog op deze site), moeten docenten toch proberen om jongeren meer kennis bij te brengen zodat ze beter toegerust zijn om een zinvolle bijdrage aan de samenleving te leveren.

Dit is het tweede deel in een serie over burgerschapseducatie. Lees ook deel 1 en 3 in deze serie: Werk gericht aan burgerschap en Aanpassen aan de maatschappij.

Tekst Hessel Nieuwelink en Bram Eidhof. Eidhof is promovendus aan de Universiteit van Amsterdam en doet onder andere onderzoek naar burgerschap in relatie tot taalontwikkeling van leerlingen en de cognitieve samenstelling van de klas. Hessel Nieuwelink werkt als promovendus en docent bij het lectoraat Didactiek van de maatschappijvakken van het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam en is verbonden aan het Amsterdam Centre for Inequality Studies (AMCIS) van de Universiteit van Amsterdam. Hij doet onderzoek naar de ontwikkeling van democratische gezindheid van Nederlandse jongeren.
Gepubliceerd op 5 januari 2015.

Referenties

Dekker, H. & Nuus, M. (2007). Political Knowledge and its Origins, Including Cognitive Ability, Political Motivations, Political Cynicism, Political Education, and Political and Civic participation. In P. Massing (Ed.), Wirkungsforschung zur politischen Bildung im europäischen Vergleich (pp. 27-44). Schwalbach: Wochenschau Verlag.

Helwig, C.C. (1998). Children's Conceptions of Fair Government and Freedom of Speech. Child Development, 69 (3), 518-531.

Helwig, C.C. & Kim, S. (1999). Children's Evaluations of Decision-making Procedures in Peer, Family, and School Contexts. Child Development, 70 (2), 502- 512.

Maslowski, R., Naayer, H.M., Isac, M.M., Oonk, G.H. & Werf, M.P.C. van der (2010). Eerste bevindingen: International Civic and Citizenship Education Study. Groningen: GION.

Nieuwelink, H., Dekker, P, Dam, G. ten, & Geijsel, F. (2013). 'Democratie gaat altijd voor'. Denkbeelden van Nederlandse jongeren over democratie en besluitvorming. Res Publica. Politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen, 55 (2), 157-176.

Vis, J.C.P.M. (1995). Politieke kennis en politieke vorming. Groningen: Wolters-Noordhoff.
 

Bronvermelding

1 Werk gericht aan burgerschap
2 Aanpassen aan de maatschappij

Verder lezen

1 Werk gericht aan burgerschap
2 Aanpassen aan de maatschappij
3 Vier adviezen voor effectief burgerschapsonderwijs

Click here to revoke the Cookie consent