Onderzoek

Wegwijs in de digitale wereld

Tekst Wouter Havinga, Nadine Pinto Scholtbach
Gepubliceerd op 27-05-2024 Gewijzigd op 29-05-2024
Beeld Shutterstock
Denk jij ook al na met je team over wat jullie volgend jaar nog kunnen verbeteren? Digitale geletterdheid is zo’n thema waar je vakoverstijgend veel mee kunt. Een inventarisatie van de stand van zaken in het basisonderwijs die de inspectie twee maanden geleden publiceerde, biedt handvatten. De sleutel? Meer planmatig werken.

Digitale geletterdheid bestaat uit vier domeinen: informatievaardigheden, ict-basisvaardigheden, mediawijsheid, en computational thinking. Hoe formuleer je een effectieve zoekopdracht en hoe beoordeel je de relevantie en betrouwbaarheid van het resultaat? Welke software of apps zijn het meest geschikt voor het presenteren van informatie en hoe gebruik je ze? En de klassieker: hoe herken je nepnieuws, hoe ga je om met cookies en met de gedragscodes op sociale media?
 

Smartphone

Gebruik van de smartphone is een dagelijkse realiteit: 37% van de groep 8-leerlingen gebruikt het apparaat meer dan drie uur per dag. Leerkrachten zijn zich hier goed van bewust: 1 op de 5 verbiedt het meenemen van de smartphone naar school, 3 op de 5 verbieden gebruik in de les.


Uit het zogenoemde Peil-onderzoek van de inspectie blijkt dat vrijwel alle schoolleiders en drie van de vier leerkrachten vinden dat digitale geletterdheid moet worden onderwezen. De helft van de schoolleiders wil zelfs niet wachten tot het officieel in het landelijk curriculum is opgenomen. Toch zijn er nog weinig concrete plannen op scholen te vinden. Een focusgroep die op verzoek van de inspectie de resultaten van het onderzoek analyseerde, wijt dat aan het ontbreken van kerndoelen. 

Nulmeting

Voor het onderzoek dat als nulmeting fungeert voor verder onderzoek in de komende jaren, maakten 2.191 leerlingen van groep 8 (schooljaar 2021-2022) een toets, bestaande uit tachtig opgaven over de fictieve domeinen Spacebook, Spacegram, Webspace en Spacetalk, vergelijkbaar met Facebook en dergelijke. Waren de kinderen in staat informatie te verzamelen, evalueren, verwerken en presenteren?

De onderzoekers keken ook naar het verband tussen lezen en digitale geletterdheid. Zo werd leerlingen gevraagd naar hun zelfvertrouwen in lezen en ze maakten een korte woordenschattoets, waarbij ze van 41 woorden moesten aangeven of het woord wel of niet bestond. Leraren werd gevraagd de scores begrijpend-lezen uit het LVS door te geven. Interviews met leraren, leerlingen en schoolleiders boden ten slotte zicht op de mate waarin scholen digitale geletterdheid integreren in hun visie, beleid en onderwijs.

Resultaten

Eerst de resultaten: uit de peiling blijkt dat hoe hoger het schooladvies, des te digitaal geletterder de leerling over het algemeen is. Ook blijken meisjes het iets beter te doen dan jongens. Verder is plezier belangrijk: leerlingen die het gebruik van digitale apparaten leuk vinden, zijn iets meer digitaal geletterd. Maar de taalvaardigheid doet er ook toe. Woordenschat en begrijpend lezen zijn bijvoorbeeld bepalend voor de digitale geletterdheid van een leerling.

Dan de verbeterpunten. Leerlingen vinden het over het algemeen lastig om de betrouwbaarheid van informatie te wegen. Alleen de meest vaardige leerlingen kunnen verder overweg met geavanceerde zoekopdrachten. Het domein computational thinking blijkt een ondergeschoven kindje in het basisonderwijs. Dit zijn de denkvaardigheden en strategieën die leerlingen helpen om complexe problemen te (her)formuleren zodat computertechnologie kan bijdragen aan het oplossen hiervan (definitie SLO). Denk bijvoorbeeld aan hoe programmeer je een robot? Leerkrachten vinden dat nog moeilijk. Een van de aanbevelingen van de focusgroep is dan ook dat leraren zelf meer digitaal geletterd worden en dat ze daarvoor ook gefaciliteerd worden, bijvoorbeeld met de hulp van een coördinator.
 

Thuis

Een groot deel van de digitale geletterdheid van leerlingen wordt volgens de onderwijsinspectie verklaard door wat leerlingen buiten school meekrijgen. Neem volgende keer de thuissituatie van leerlingen daarom mee in het onderzoek naar hun vaardigheden. Betrek en bevraag leerlingen ook bij het onderzoek, en sta daarbij open voor hun perspectief op de digitale wereld en de relatie tussen hun digitale geletterdheid en hun persoonlijkheid.


Leraren geven naar eigen zeggen wel vaak les in het vinden van informatie met behulp van goede zoektermen en in de omgang met anderen op sociale media. Maar digitale geletterdheid gaat pas echt vooruit als school een visie ontwikkelt op het leergebied en dat koppelt aan een plan. Integratie van digitale geletterdheid in andere vakken zal helpen. Tip van de focusgroep: betrek leerlingen bij het opzetten van de lesopdrachten over de digitale wereld. En besteed aandacht aan de ethische kant: wat voor digitale hulpmiddelen koop je in? Wat moeten en mogen leerlingen?

Help scholen

De focusgroep vraagt ook aandacht voor de rol van OCW: zorg voor structurele financiering voor digitale geletterdheid en probeer aandacht voor digitale geletterdheid op lerarenopleidingen te verbeteren. De focusgroep verwacht veel van het Expertisepunt Digitale Geletterdheid. Maar het allerbelangrijkste misschien wel: zorg dat scholen weten waar ze aan toe zijn en stel duidelijke kerndoelen op.
 

Lees nu de Reflectiewijzer Digitale geletterdheid eind basisonderwijs, onlangs gepubliceerd door de Inspectie van het Onderwijs.


Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2024: Peil.digitale geletterdheid einde basisonderwijs 2021-2022.

Verder lezen

1 Special: Digitale geletterdheid
2 Smarter phones, dommere leerlingen?

Click here to revoke the Cookie consent