26 verschillende nationaliteiten in de schoolbanken. Niets bijzonders in het multiculturele Tilburg-Noord waar De Vlashof, een basisschool met 230 leerlingen, staat. Het betekent wel dat taalachterstand, en de daaruit voortkomende leerachterstanden, een groot probleem zijn. Vve is een belangrijk middel om taalproblemen vroegtijdig te signaleren en aan te pakken, vertellen Will van Elderen, lerares en onderbouwcoördinator, en Petra Smit, tot voor kort adjunct-directeur en vve-coördinator op De Vlashof. Een middel waarin wel geïnvesteerd moet worden en dat valt niet mee op De Vlashof, waar mede vanwege het afnemende aantal leerlingen de budgetten krap zijn. Toch kiest de schoolleiding ervoor om leraren geregeld vrij te roosteren voor training en overleg rondom vve. Gelukkig maar, zeggen Smit en Van Elderen. ‘Onze leerlingen hebben dit hard nodig’.
‘In Nederland is nog niet veel aandacht voor de rol van management bij de uitvoering van vve’, vertelt Peter Gramberg, onderzoeker bij Oberon en één van de auteurs van de rapportage Perspectief op VVE-management. In opdracht van Sardes, dat sinds vorig jaar in het kader van Vversterk op vve gerichte managementtrainingen aanbiedt, bekeek Oberon het vve-management op zes peuterspeelzalen, zes kinderdagverblijven en zes basisscholen. Daarbij werd gesproken met managers, leraren en leidsters. De Vlashof is de enige bezochte locatie die niet met een landelijk vve-programma werkt, maar met het lokale programma T3, Tilburg-Taal-Totaal. Onderwijsadviesbureau Fontys Fydes ontwikkelde T3 speciaal voor scholen in Tilburg-Noord, die gezien hun leerlingenpopulatie behoefte hadden aan een methode met veel aandacht voor taal. De spil in T3 is de vve-coördinator, de leerkracht die binnen de school alles aanstuurt wat met vve te maken heeft, maar ook regelmatig overlegt met andere vve-coördinatoren uit de wijk over beleid en gezamenlijke activiteiten. Een cruciale functie. Gramberg: ‘Scholen denken soms dat het met vve vanzelf goed komt als je maar een goed programma aanschaft en zorgt dat er voor elke groep twee mensen staan. Terwijl het net zo belangrijk is dat er op een school draagvlak is en dat de professionalisering van het betrokken personeel serieus genomen wordt. Dat zijn taken voor het management.’
De Vlashof zette in 2002 een vve-programma op poten. Wat deed aanjager Petra Smit om haar school enthousiast te krijgen en de kwaliteit van het programma te waarborgen? Smit: ‘Het belang van de leerlingen vooropstellen. Onze Cito-scores waren niet best, dus iedereen begreep snel dat onze leerlingen hier baat bij konden hebben.’ Om het effect van vve beter in kaart te brengen, is De Vlashof dit schooljaar begonnen met de peutertoets van het Cito. Die wordt gebruikt als nulmeting. Verder stak Smit veel tijd in de ontwikkeling van een borgdocument, een praktisch stuk van ruim vijftig pagina’s waarin tot in detail beschreven wordt hoe vve op De Vlashof in elkaar steekt, van organisatiestructuur tot activiteitenboeken voor de lessen. Twee keer per jaar wordt het opgefrist. Van Elderen: ‘Vrijwel alles staat erin. Een nieuwe collega kan direct zien hoe wij het hier doen.’ Dat is nodig ook, want de intensieve, driejarige vve-training die het personeel aanvankelijk kreeg, is vanwege bezuinigingen ingeruild voor een verkorte variant. Will van Elderen begrijpt het wel: ’Die trainingen zijn duur. En de directie heeft wel ruimte vrijgemaakt voor coaching van nieuwkomers door ervaren leerkrachten.’
Er zijn meer lastige beslissingen genomen vanwege het krimpende schoolbudget. Zo ging het aantal kleutergroepen omlaag van vijf naar drie, waardoor er nu zo’n 26 kinderen in elke groep zitten. Niet ideaal, maar toch kan Van Elderen er mee leven. ‘De schoolleiding heeft er wel voor gezorgd dat de groepen worden ondersteund
door twee onderwijsassistenten.’ Ook op andere manieren laat de directie merken vve serieus te nemen. Smit: ‘Ik was als vve-coördinator een middag in de week vrijgeroosterd. Dat is niet overal zo.’ Verder hebben de leerkrachten dit jaar vier vve- studiemiddagen en is er elke twee jaar een uitgebreide zelfevaluatie.
Eén van de bevindingen uit de rapportage van Oberon is dat de top van het schoolmanagement vaak niet direct betrokken is bij vve. Gramberg: ‘Meestal is het de laag er net onder.’ Dat gold ook voor De Vlashof, waar Petra Smit als adjunct-directeur vve onder haar hoede had. Wat vindt zij van de betrokkenheid van het hogere management? ‘Niet elke vve-coördinator heeft het oor van zijn directeur. Dat maakt het vaak lastig om gezamenlijke activiteiten zoals intervisie of voorleesmiddagen te organiseren.’
Smit signaleert nog een ander probleem: ‘Schooldirecteuren en vve-coördinatoren
overleggen vaak apart van elkaar. Dat gaat niet altijd goed.’ Zo kan het gebeuren dat de vve-coördinatoren in Tilburg-Noord een aantal scholingsbijeenkomsten beleggen waar de directeuren, die toch geneigd zijn de hand op de knip te houden, niet direct de noodzaak van inzien. Goede communicatie is daarom belangrijk. Aan Petra Smit, sinds kort ook directeur - van de nabijgelegen basisschool De Regenboog - zal het niet liggen. ‘Ik ga ook als directeur regelmatig aanschuiven
bij de vve-coördinatoren.’
Vve op De Vlashof:
✓ een deels vrijgeroosterde VVE-coördinator
als aanjager
✓ een betrokken directie
✓ een praktisch toepasbaar VVE-draaiboek
✓ vier studiemiddagen per jaar voor de
leerkrachten
✓ coaching van nieuwkomers door ervaren
leerkrachten
✓ elke twee jaar zelfevaluatie
Dit artikel verscheen in de special Jong geleerd... Deze special is gemaakt in opdracht van en met een financiële bijdrage van Sardes. De special verscheen in Didactief, april 2012.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven