Onderzoek

'Vroege' leerling dupe van Nederlands selectiesysteem

Tekst Roxanne Korthals
Gepubliceerd op 30-05-2015 Gewijzigd op 26-05-2017
Beeld Human Touch Photography
Vroege leerlingen hebben meer kans om in de lagere onderwijsniveaus te komen. In landen met vroege selectie, zoals Nederland, is die kans groter dan in landen die laat selecteren.  Deel 3 van een vierdelige serie over internationale onderwijssystemen.

Bijna elk land laat kinderen pas toe in de eerste klas van de basisschool als ze een bepaalde leeftijd hebben. En omdat het schooljaar maar eens in het jaar begint, mogen leerlingen die geboren zijn voor een bepaalde datum (zoals 1 oktober in Nederland) vaak wel starten (de zogenoemde vroege leerlingen), terwijl de kinderen van na die datum pas het jaar daarop naar school kunnen. Het verschil binnen een klas tussen de oudste en de jongste leerling kan zo oplopen tot elf maanden.

Minder intelligent

Al langer is bekend dat vroege leerlingen minder goed op school presteren dan late leerlingen. Dit verschil wordt het relatieve leeftijdseffect genoemd. Dat komt niet omdat vroege leerlingen minder intelligent zijn, ze zijn alleen jonger. Het kan dat vroege leerlingen bij hun start op school nog minder toe zijn aan het leren lezen en schrijven en nog meer willen spelen.

Als leerlingen ouder worden, wordt het relatieve leeftijdseffect kleiner. Uit veel studies blijkt dat vroege leerlingen op latere leeftijd (ongeveer na 14 jaar) niet noodzakelijk slechter presteren dan de late klasgenoten.

Maar in landen met vroege selectie, zoals Nederland, zijn ze dan meestal al geselecteerd voor vervolgonderwijs. Uit studies naar het relatieve leeftijdseffect blijkt dat vroege leerlingen vaker naar lagere onderwijsniveaus gaan, in Nederland bijvoorbeeld naar het vmbo. Ze worden op het moment van selectie vaker als minder intelligent gezien, waarbij geen rekening wordt gehouden met  het relatieve leeftijdseffect.

Foute plaatsing

Maakt het dan uit of je vroeger of later selecteert voor vervolgonderwijs? Dat onderzochten we op basis van PISA-data in twintig westerse landen die vroeg (voor 13 jaar) of laat (op of na 13 jaar) selecteren: van tienjarige leeftijd in Duitsland en Oostenrijk tot 15-jarige leeftijd in Frankrijk en vijf andere landen.

Het maakt uit, moeten we concluderen. Jonge leerlingen hebben in landen met late selectie 10% minder kans dan late leerlingen om naar een hoger onderwijsniveau te gaan; in landen met vroege selectie is dat maar liefst 30% minder kans. Wie later selecteert, plaatst minder vroege leerlingen fout.

Dat vroege leerlingen in landen met vroege selectie vaker in de lagere onderwijsniveaus terecht komen, lijkt op het eerste gezicht slecht te zijn voor hun ontwikkeling en andere (lange termijn) uitkomsten. Maar dat hoeft niet per se het geval te zijn. In landen met late selectie is het waarschijnlijker dat ieder kind in het juiste onderwijsniveau terecht komt: in het hoge niveau zitten vooral slimme leerlingen, terwijl in het lagere niveau leerlingen zitten die wat meer hulp nodig hebben. Maar vroege leerlingen die in landen met vroege selectie onterecht laag geplaatst worden, blijken, weliswaar in dat voor hen te lage niveau, wel vaak de beste van de klas te zijn. En dat motiveert kennelijk, want het prestatieverschil tussen vroege en late leerlingen in landen die vroeg selecteren is kleiner dan in landen met late selectie.

Correctie

Hoe kunnen we deze ongelijkheid op geboortemaand voorkomen of verkleinen? Een manier is om leeftijdscorrectie toe te passen op de toetsen en adviezen die gebruikt worden om leerlingen in onderwijsniveaus in te delen. Een andere suggestie zou zijn om (meer) mobiliteit tussen onderwijsniveaus op latere leeftijd mogelijk te maken. Dan is het mogelijk is om vroege leerlingen die foutief geplaatst zijn op een hoger niveau te krijgen.

Jongste bediende
Hoe doen vroege en late leerlingen het op de arbeidsmarkt? Om dat te onderzoeken maakten we gebruik van data van het Programme for the International Assessment of Adult Competencies (PIAAC) voor mannen tussen de 25 en 50 jaar oud. Vroege leerlingen in landen met vroege selectie hebben meer kans op een hoger loon. Omgekeerd hebben late leerlingen in landen met vroege selectie hebben een 2% lagere kans om een bovengemiddeld loon te verdienen vergeleken met late leerlingen in landen met late selectie.
De reden voor dit verschil is, denken wij, dat als vroege leerlingen in landen met vroege selectie van school komen, en ze de beste leerlingen van hun onderwijsniveau blijken te zijn, ze de beste papieren hebben op de arbeidsmarkt. Ze krijgen op hun niveau de best betaalde banen waardoor hun loon hoger ligt dan in landen met late selectie. Daar hebben late leerlingen vaker een bovengemiddeld loon, ze hebben hierop 1% meer kans.

Roxanne Korthals, Olivier Marie & Dinand Webbink, Does Early Educational Tracking Increase Inequality? Short and Long Term International Evidence. Roxanne Korthals promoveert 18 juni 2015.

In deel 1 van de serie over onderwijssystemen schreef Mark Levels over de arbeidsmarkt. In deel 2 publiceerde Roxanne Korthals over twijfel bij plaatsingsadvies voor brugklassers

 

Verder lezen

1 Klaar voor de start?
2 Bij twijfel: opwaarts!

Click here to revoke the Cookie consent