Onderzoek

Voice-over leest voor

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 06-10-2020 Gewijzigd op 12-10-2020
Q&A Adriana Bus -  Veel voorlezen, luidt het advies aan ouders van taalzwakke leerlingen. Maar dat is soms niet makkelijk. Digitale prentenboeken zijn een goed alternatief, blijkt uit onderzoek van Adriana Bus.  

Waarom hebben jullie digitale en papieren prentenboeken vergeleken?
‘Ouders met een andere moedertaal vinden het vaak moeilijk om in het Nederlands voor te lezen. Ze zijn bang dat ze door een verkeerde uitspraak hun kind foute dingen aanleren. Digitale prentenboeken hebben een voice-over, dus dan hoeven ouders niet zelf voor te lezen. We wilden weten of dat een goed alternatief was.’

En bleek dat het geval?
‘Ja. We hebben 28 laagopgeleide ouders van peuters met een vve-indicatie vier weken achtereen digitale boeken en vier weken papieren boeken gegeven. De bedoeling was dat ze dagelijks minimaal één boek samen lazen. De helft kreeg eerst digitaal, de andere helft eerst papier. In de digitale periode gingen alle kinderen meer vooruit op de taaltest.’

Hoe komt dat? Lazen ouders de papieren boeken niet voor?
‘In dit geval hadden ze een contract ondertekend dat ze het wel zouden doen. Maar veel ouders viel het voorlezen zwaar, zij lieten het daarom hun oudste kind doen. Stel je voor, zo’n jongen van 14 die door moeder aan het voorlezen wordt gezet. Ook zagen we dat ouders het voorlezen als een lesje beschouwden: ze wezen elk woord aan en lieten het hun kind nazeggen. Maar de kracht van voorlezen is dat kinderen een verhaal beleven, met woordenschatontwikkeling als mooie bijvangst. Dus als je voorlezen tot een routine wilt maken, moet je op die beleving het accent leggen.’

Die routine opbouwen is toch de bottleneck bij veel ouderprogramma’s?
‘Dat voorlezen centraal staat in de programma’s, is terecht, want door boeken krijg je de meest rijke taalinput. Maar bij bijvoorbeeld de VoorleesExpress, met ouders en vrijwilligers, zie je effecten op taalvaardigheid alleen bij de externe voorlezer. Daarna stagneert het, omdat ouders het te moeilijk vinden om zelf te doen. Digitaal voorlezen kan dan een uitkomst zijn, mits je goede digitale boeken gebruikt.’

Waaraan herken je die goede boeken?
‘Technische hulpmiddelen ondersteunen daarin het verhaalbegrip. Zo’n boek koppelt tekst aan beeld, bijvoorbeeld door in te zoomen op een plaatje. Het focust de aandacht. Dat geldt voor de collectie van Bereslim waar wij mee hebben gewerkt. In het gros van de commerciële boeken zitten allerlei visuele en geluidseffecten die alleen maar afleiden van het verhaal.’

Kunnen kinderen de boeken ook zelfstandig beluisteren?
‘Onze instructie aan ouders was: ga samen voor de computer zitten. Maar veel ouders lieten kinderen zelfstandig met de boeken spelen en dat had zelfs voordelen. Ouders vinden het vaak niet zo leuk om steeds hetzelfde boek te lezen, maar kinderen zijn juist dol op herhaling. Zij bleven dezelfde boeken herlezen en kregen zo veel meer taalinput. Soms duurden hun sessies wel drie kwartier.’

Is samen voorlezen dus niet meer belangrijk?
‘Ik heb puur gekeken naar cognitieve uitkomsten. En dan blijkt dat het effect van voorlezen sterker afhangt van de taalinput dan van de verbale interactie. Maar een digitaal prentenboek kan natuurlijk niet de emotionele effecten overnemen. De intimiteit van voorlezen en gezamenlijk plezier aan een verhaal dragen bij aan de relatie tussen ouder en kind. Het mooiste zou een combi zijn: eerst samen lezen en daarna kan het kind het digitale boek zo vaak herlezen als het wil.’

Wat zijn uw tips voor leraren?
‘Geef digitale prentenboeken een plaats in de boekenhoek. Bibliotheken bieden Bereslim al aan, ik zou het enorm toejuichen als alle kinderen en hun ouders ook via school gratis toegang kregen. Dan kunnen ze de boeken die op school zijn voorgelezen, thuis weer horen. Blijf ouders uitleggen waarom voorlezen zo belangrijk is. Ik hoorde vaak: “Mijn kind kijkt liever YouTube-filmpjes.” Overtuig ze dat de taalinput van boeken echt rijker is. En wijs hen op digitale prentenboeken, dat kan veel stress wegnemen.’

Adriana Bus en Rosalie Anstadt, Thuis voorlezen met digitale prentenboeken. Een veelbelovende interventie voor twee- en driejarigen met een taalachterstand? Vrije Universiteit, 2020 (NRO-projectnummer 405-17-930). Uitgevoerd samen met Arjen Scholten (Vinci) en kinderopvangcentra in Dordrecht, Schiedam en Nijmegen.

Meld je nu aan voor de Voorleesexpress via: https://voorleesexpress.nl
 

Dit artikel verscheen in Didactief, oktober 2020.

Verder lezen

1 Taal is echt hun ding
2 Taal is een klasse apart
3 Rijk voorleesmoment voor meertalige kleuter

Click here to revoke the Cookie consent