Interview

Verbeter de rekentoetsen

Tekst Redactie Didactief
Gepubliceerd op 11-12-2015 Gewijzigd op 29-08-2016
Michiel Veldhuis, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, onderzocht hoe leerkrachten zelf de reken-wiskunde-vaardigheden van leerlingen kunnen toetsen.

Waarom hebben leerkrachten ondersteuning nodig bij het toetsen van rekenprestaties?
'Uit ons vragenlijstonderzoek onder 960 leerkrachten bleek dat er nog winst te behalen valt bij het formatief toetsen. Leerkrachten gebruiken vooral gestandaardiseerde toetsen, zoals die uit leerlingvolgsystemen en lesmethodes. Maar voor een goede instructie is het nodig dat leerkrachten op gezette tijden ook zelf formatief toetsen. Dat wil zeggen: korte gerichte vragen stellen en opdrachten geven om bloot te leggen of leerlingen bepaalde bouwstenen beheersen.'

Doen ze dat dan te weinig?
'Veel leerkrachten weten niet goed wat formatief toetsen inhoudt. Het gaat om het inzicht dat toetsen meer is dan het afnemen van een schriftelijke test. Het omvat alle manieren van het verzamelen van informatie over leerlingen om op basis daarvan de instructie aan te passen. Bijvoorbeeld door het uitvoeren van een experimentje. Een leerkracht laat de leerlingen drie verhaaltjessommen maken en in een volgende les de drie bijbehorende kale sommen. Zo kan hij goed zien wie problemen heeft met het begrijpen van de tekst en wie struikelt over het rekenen. Als hij de resultaten vervolgens klassikaal bespreekt, worden de leerlingen zich ook meer bewust van waar hun problemen zitten.'

U heeft een nieuwe toetsmethode bedacht. Waarom?
'Die is niet echt helemaal nieuw hoor. De meeste activiteiten die wij voorstellen, zijn de leerkrachten niet onbekend. Wat wel nieuw is, is dat de leerkrachten de activiteiten gebruiken om iets over de leerlingen te weten te komen. Ze moeten een toetsbril opzetten. De leerkracht noemt bijvoorbeeld twee getallen en vraagt of ze samen over de tien gaan. De leerlingen krijgen groene en rode kaartjes. Groen is 'ja' en rood is 'nee'. Na "over de tien" volgt "over de honderd" en "over de duizend". Bijvoorbeeld 4 en 7, 40 en 70, 400 en 700. Vraag is dan of de leerlingen de analogie doorzien. In workshops reiken we technieken als deze aan, maar ze zijn niet in steen gebeiteld: leerkrachten kunnen ze aanpassen aan hun eigen ideeën en onderwijspraktijk.'

Leren kinderen met uw toetsmethode beter rekenen?
'Ja, onze manier van toetsen vergroot de leerwinst. We zagen dat leerkrachten meer inzicht kregen in de vaardigheden van leerlingen. Zo konden ze meer aandacht besteden aan onderwerpen waar leerlingen moeite mee hadden. We hadden daar wel drie workshops met de leerkrachten voor nodig, zodat ze ook de gelegenheid kregen om hun ervaringen met elkaar te bespreken. Uit de reacties merkten we ook dat de toetstechnieken niet altijd even makkelijk in het lesprogramma konden worden geïntegreerd.'

Waar liepen de leerkrachten tegenaan?
'Ze vonden het lastig dat niet precies beschreven werd welke toetsuitkomsten ze konden verwachten, zoals dat bij gestandaardiseerde toetsen wel het geval is. Omdat de leerkrachten zelf ook toetstechnieken bedachten bij de stof die op dat moment behandeld werd, moesten ze ook zelf bepalen waar ze op moesten letten. Een praktisch punt bij de klassikale toetstechnieken met de groene en rode kaartjes was dat leerkrachten niet van elke leerling de antwoorden konden overzien. Maar doel was ook om een globale indruk te krijgen. Wil je het specifiek weten, dan kun je het altijd met een kleinere groep herhalen. Over het algemeen ging het toepassen van de toetstechnieken de leerkrachten goed af en waren de leerlingen er enthousiast over.'

Michiel Veldhuis, Improvement of Classroom Assessment in Primary Mathematics Education. Proefschrift Freudenthal Instituut/Universiteit Utrecht, 2015.

Tekst: Maite de Jong

Dit artikel is eerder verschenen in de rubriek Onderzoek Kort van Didactief (september 2015).

11 december 2015

Click here to revoke the Cookie consent