Nieuws

Vavo begint kennisestafette

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 14-09-2021 Gewijzigd op 20-09-2021
Beeld Shutterstock
Hoe leren leerlingen eigenlijk? En moet je in de les aandacht besteden aan effectief studeren of hebben docenten hun handen al vol aan de lesstof? Vavo Nederland stelde zichzelf die vraag en het antwoord zijn twee boekjes over effectief studeren: één voor docenten en één voor studenten. En die zijn volgens onderzoek ook heel geschikt voor reguliere leraren en hun vo-leerlingen. Laat de kennisestafette maar beginnen!

 

Download de Vavo-gids

voor studenten:

  • Hoof, T., Surma, T., & Kirschner, P. A. (2021). Studeren met succes. Antwerpen: Thomas More-hogeschool. 

voor docenten:

 

​Nederland telt dertig scholen voor volwassenenonderwijs. ‘Onze doelgroep zijn jongeren die om tal van redenen op iets latere leeftijd alsnog het gewenste diploma of de certificaten die voor een vervolgstudie noodzakelijk zijn, willen behalen.’ Aan het woord is John Kuijpers, opleidingsmanager van Vista College in Maastricht. ‘Sommigen hadden het aanvankelijk te makkelijk in het vo, maar liepen bijvoorbeeld vast toen het moeilijker werd, omdat ze het studeren slecht in de vingers hadden. Maar we hebben ook opstromers van vmbo naar havo of van havo naar vwo, studenten van buitenlandse afkomst die een diploma willen en jongeren die gezakt zijn en deelcertificaten proberen te halen. Allemaal kunnen ze een steuntje in de rug gebruiken.’

Het vavo probeert studenten (gemiddelde leeftijd 19 à 20 jaar) in een of twee jaar het eindexamen door te loodsen. Een exceptionele situatie. Maar is die populatie echt zo anders dan in het reguliere vo? Nee, niet als je kijkt naar de manier waarop ze studeren, zegt Tine Hoof, expert leerstrategieën bij ExCEL, Expertisecentrum voor Effectief Leren verbonden aan de Thomas More Hogeschool in Antwerpen.


 

Effectief studeren

In opdracht van netwerk Vavo Nederland vroegen Hoof en haar collega’s 1200 studenten op 28 scholen studeerstrategieën te scoren op effectiviteit èn aan te geven hoe vaak ze die strategieën gebruikten. De lijst die de studenten voorgeschoteld kregen, bevatte 23 strategieën waarvan we weten dat sommige goed werken en andere juist minder goed.

De uitkomsten van het onderzoek sluiten aan bij wat we al weten uit internationale studies (zie onder aan de pagina), aldus Hoof. ‘Met andere woorden: vavo-studenten blijken niet zo heel anders te studeren dan de gemiddelde vo-leerling of student hoger onderwijs. Herlezen is bij deze groepen een van de meest populaire strategieën, maar helaas volgens onderzoek weinig effectief. Je kunt beter jezelf testen. Verschillende vormen van zelftesten – alom bekend als heel effectief – werden wisselend ingeschat. Er zaten kortom behoorlijk wat hiaten in de kennis over hoe ze het beste konden studeren en de mechanismen die daarachter liggen.’

Het onderzoek suggereert dat studenten (of vo-leerlingen dus) daar weinig aan kunnen doen. ‘40% van de respondenten geeft aan: we hebben op de middelbare school zelden of nooit les gekregen over effectief studeren. Op basis van vallen en opstaan hebben ze eigen studeergewoontes ontwikkeld, die niet noodzakelijk de beste zijn. En met name vavo-studenten die vaak een hobbelig parcours aflegden, zullen het extra moeilijk hebben gehad om zich goede studeergewoontes eigen te maken.’

Nu kun je studenten natuurlijk vertellen dat jezelf testen met flashcards of door een mindmap te maken of de leerstof op te zeggen beter werkt dan je tekstboek herlezen. Of je kunt die tips in een boekje zetten en dat uitdelen. Maar, aldus Hoof, ‘effectief studeren moet je leerlingen en studenten expliciet aanleren en ervaren. Dat leren ze niet vanzelf. En ze moeten oefenkansen krijgen.’

 

Expertisevloek

ExCEL heeft daarom in opdracht van Vavo Nederland een studeergids voor studenten ontwikkeld en een handleiding voor docenten die daar bij aansluit. Aan beide publicaties hebben bekende wetenschappers als Tim Surma en Paul Kirschner (beide verbonden aan Thomas More-hogeschool) meegeschreven.

Konden docenten niet zonder? Kuipers: ‘Zeker, docenten weten het allemaal wel, maar hun focus ligt vooral op het overdragen van vakkennis vanuit de idee: het schooljaar is kort en straks moeten ze eindexamen doen.’ Hoof voegt toe: ‘We hebben op zes vavo-scholen uitgebreid met docenten gesproken en een van hen zei: “Ik werk vaak met oefentoetsen, maar die laat ik studenten thuis maken. Hoor ik je nu zeggen dat ik dat ook in de klas kan laten doen?” Ja dus. Docenten zitten zo in hun vakexpertise dat ze soms vergeten dat ze de strategie waarvan je wilt dat studenten ze inzetten om die vakinhoud te verwerven, ook expliciet moeten aanleren. Dat noemt men de vloek van expertise. En als ze daar voorbeelden van krijgen, zijn ze enthousiast.’ De studeergids voor studenten bevat een ook aantal studeerkaarten waarop de meest effectieve studeerstrategieën zijn uitgewerkt met voorbeelden. Die kunnen dus worden ingezet als studeerstrategie door de student, maar ook als instructiestrategie door de docent.

 

Havist of vwo’er

Wat opvalt is dat er maar één studentenboekje is, hetzelfde voor havisten en vwo’ers. Maakt dat geen verschil? Hoof: ‘Uit ons onderzoek bleek dat vwo’ers herlezen en overschrijven wel als iets minder effectief scoorden dan vmbo’ers, maar gespreid studeren werd bijvoorbeeld weer vaker ingezet door vmbo’ers dan door de vwo-studenten. Over het algemeen konden we echter tussen de opleidingen geen grote verschillen vinden in het gebruik van de strategieën of het inschatten van hun effectiviteit. Studenten van alle opleidingen hebben er baat bij om hun metacognitieve kennis te vergroten.’

 

Hoewel de boekjes prima te gebruiken zijn voor lessen studievaardigheden, ziet Hoof het liefst dat vakdocenten er ook mee aan de slag gaan. ‘Je kunt met groepjes leerlingen in stuva-lessen natuurlijk inzoomen op hoe het brein werkt, wat er gebeurt als je leert. Bekijk de vergeetcurve samen of bespreek een experiment en laat ze beseffen dat effectief studeren tot betere scores leidt. Maar het is ook belangrijk dat de vakdocent de studeerstrategieën modelleert en laat inoefenen, toegepast op de leerstof. Als je dat met je team afspreekt, hoeft een leraar er maar weinig lestijd aan te besteden. Als het maar regelmatig terugkomt in alle lessen. De ene week legt de biologiedocent het testeffect aan een klas uit, hop, 10 minuten. En op het eind van de les zeg-ie: “Boeken nu dicht en bedenk eens drie toetsvragen over de les van vandaag.” Een zelftest dus. Een week later doet de docent geschiedenis iets soortgelijks terwijl hij uitlegt: “Weet je nog het belang van zelftesten, bij biologie? Ook wij gaan dat doen. Sluit je boek en noteer gedurende twee minuten alles wat je je herinnert over lesonderwerp X.” Zo geven docenten het stokje door en ontstaat een schoolestafette, een studeerestafette zo je wilt.’ En daar mag het reguliere vo dus mee aan meedoen wat haar betreft.
 


Meer interesse? Contacteer Tine Hoof: [email protected]

 

                                                   Meer lezen

  • Dirkx, K. J. H., Camp, G., Kester, L., & Kirschner, P. A. (2019). Do secondary school students make use of effective study strategies when they study on their own?. Applied Cognitive Psychology33(5), 952-957.

  • Rivers, M. L. (2020). Metacognition about practice testing: a review of learners’ beliefs, monitoring, and control of test-enhanced learning. Educational Psychology Review, 1-40.

  • Miyatsu, T., Nguyen, K., & McDaniel, M. A. (2018). Five popular study strategies: Their pitfalls and optimal implementations. Perspectives on Psychological Science13(3), 390-407.

 

Meer Didactief-artikelen lezen? Trakteer jezelf op een online abonnement voor slechts €24,50: maar liefst tien edities per jaar en toegang tot ons archief vanaf 2003.

Click here to revoke the Cookie consent