Het schoolgebouw van het Revius Lyceum (met 950 leerlingen, alleen onderbouw vmbo, havo en vwo; de bovenbouw vwo staat in Doorn) doet aan als een kleurig appartementencomplex. De school is verdeeld in leerhuizen. Dat betekent dat de school is opgedeeld in acht 'huizen' waar vier of vijf klassen hun eigen omgeving hebben. Dit zijn klassen van hetzelfde onderwijsniveau, maar van verschillende leerjaren. De techniek staat voor niets. Leerlingen werken in de les zelfstandig op hun iPads. Ze lezen er hun lesboeken op, maken opdrachten en swipen daarna het antwoordenboek tevoorschijn. Op het bord schrijven gebeurt op een geprojecteerd scherm met een digitale pen. 'We maken wel een foto van de aantekeningen,´ roept een leerling aan het eind van de les. In het aangrenzende lokaal wordt een kahoot quiz gespeeld. Met hun mobiele telefoon reageren leerlingen zo snel mogelijk als ze het antwoord op een vraag weten. 'Dat motiveert de leerlingen ontzettend,' zegt Trudie van de Kant.
Elke klas heeft een lerarenruimte: een afsluitbaar hokje met ramen waar de docent een les kan voorbereiden of kan nakijken. 'Als je geen les hebt, kun je toch zien wat er gebeurt. Zo weet je heel goed wat er bij de leerlingen speelt. Vaak zitten twee klassen bij elkaar. Zo leren ze goed samenwerken en krijg je daar zicht op.' Er is ook een collectieve personeelskamer.
Onlangs gaf Trudie van de Kant Latijnse les aan de Exploraklas op basisschool ´t Baken. Dit is een klas voor leerlingen van groep vijf tot en met acht die behoefte hebben aan extra uitdaging. 'Het enthousiasme van de kinderen, dat was zo leuk. Ze zeiden: weet je wat nou zo leuk is? Dat we dit zelf mogen oplossen. De les op 't Baken ben ik gaan doen omdat ik hoogbegaafdheid heel interessant vind. Extra aandacht gaat meestal uit naar de zwakkere leerling en slimme kinderen worden overgeslagen. Ook op het tweetalig vwo hier hebben we best vaak leerlingen die hoogbegaafd zijn, of heel slim. Het teleurstellende is dat ze vaak lage cijfers halen. Als zij een fout maken zijn ze zo teleurgesteld dat ze faalangstig worden. Het gaat niet alleen om intelligentie, maar om de manier waarop je leert. Op de basisschool ligt de lat op een gemiddeld niveau. Hele slimme kinderen zijn gewend om met twee vingers in hun neus hoge cijfers te halen. Op de middelbare school ligt de lat op vwo-niveau. Leerlingen op het vmbo zijn meestal veel meer gewend om heel hard te werken. Soms denken ze dat we willen dat ze alles uit hun hoofd leren. Daar gaat het niet om. Op het vwo willen we dat je kan nadenken, dat je je kennis kan toepassen.'
Trudie van de Kant werkt pas tien jaar in het onderwijs. Vanuit het bedrijfsleven kwam ze het lyceum binnen om een opvanglokaal te leiden voor leerlingen die uit de les waren gestuurd of moesten nablijven. Een onderwijsbevoegdheid had ze nog niet. Toch solliciteerde ze als docent Klassieke Talen. Grieks en Latijn waren altijd al haar lievelingsvakken. 'Dat had ik nog zo in de vingers. Toen de functie vrij kwam dacht ik: 'Daar moet ik op solliciteren.' Net van de middelbare school wilde ze na haar eigen gymnasiumopleiding graag Klassieke Talen gaan studeren, maar was ze bang geworden van alle waarschuwingen dat het gymnasium zou uitsterven. Er zou geen werk zijn, dus bedacht ze zich. Ze ging het bedrijfsleven in, maar Klassieke Talen bleven haar boeien, doordat ze dit steeds kon verbinden aan andere vakgebieden. Deze kennis heeft ze opgefrist tijdens een cursus Italiaans en een LOI-cursus Klassieke Talen voor 6vwo, die ze in twee maanden afrondde, in plaats van het hele studiejaar dat ervoor staat. Daarmee overtuigde ze de directeur van het Revius van haar kunnen. Haar bevoegdheid haalde ze als tweedegraads docent Nederlands.
´Als beginnend docent had ik het minder moeilijk dan mijn collega´s. De leerlingen waren ontzettend braaf, want ze zeiden tegen elkaar: Pas op, dat is die mevrouw van het time out lokaal.´ Als mevrouw van het time out lokaal had ze het erg naar haar zin. 'Dat waren zulke leuke jaren. Je hebt zulk leuk contact met de kinderen, vooral door te luisteren. Ik vond het een uitdaging om de leerlingen in te laten zien dat ze zelf ook wel een rol hadden in een conflict met een leraar. Aan het eind van de les stuurde ik ze terug om het uit te praten.'
Wat Trudie van de Kant zo mooi vindt aan Klassieke Talen is dat je het heel makkelijk vakoverstijgend kan doen. 'Leerlingen zijn in deze tijd niet meer zo van het diep ingaan op één onderwerp. Ze willen een beetje hier grazen en een beetje daar grazen.' Zo hebben we nu een project over Archimedes. Toen heb ik gezegd: als het echt te moeilijk wordt, halen jullie de natuurkundeleraar erbij. Ik leg altijd verbinding met het Engels, Frans en Nederlands. Je kunt zelfs sterrenkunde erbij halen. Er zijn niet voor niets planeten vernoemd naar de Romeinse goden: Jupiter en Neptunus. Er zit heel veel filosofie bij. De Grieken en Romeinen dachten nog weleens over de dingen na.'
Nog mooier dan deze vakken geven vindt ze het contact met de leerlingen. 'Sommige kinderen lopen vast. Met de introductie van het passend onderwijs heb je steeds meer leerlingen die psychische problemen hebben. Ik ben geen therapeut, maar ik lees veel over allerlei problematiek. Wat pedagogen hebben bedacht is vaak toepasbaar. Het is nuttig om te weten hoe leerlingen tegen zichzelf aan kijken. Laatst zei een leerling: ik kan geen Engels, want niemand in mijn familie kan Engels. Nee, zeg ik dan; je bent op school om te leren. We gaan dan kijken hoe een leerling toch dat vak kan leren en uit die mindset kan komen. Fouten maken mag. Het belangrijkst is niet hoe goed leerlingen in mijn vak zijn, maar dat ze fijn in het leven komen te staan.'
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven