Onderzoek

Toezicht op moskeeles: goed idee?

Tekst Amber Witsenburg
Gepubliceerd op 10-01-2023 Gewijzigd op 11-01-2023
Minister Dennis Wiersma wil dat de onderwijsinspectie toezicht gaat houden op ‘informeel onderwijs’. Daarmee wil hij vooral voorkomen dat er in het moskee-onderwijs radicale ideeën worden verspreid. Wat vinden mensen die betrokken zijn bij dit type onderwijs?

Zoals we eerder publiceerden wil onderwijsminister Dennis Wiersma (VVD) wetgeving invoeren waardoor de onderwijsinspectie weekendscholen kan controleren. Momenteel vallen deze scholen, die zogenoemd ‘informeel onderwijs’ geven en geen financiering van de overheid ontvangen, buiten dit toezicht. Een van de aanleidingen voor dit voorstel van de minister is een onderzoek van NRC en Nieuwsuur naar salafistische scholen (orthodox islamitisch). Hierin werd geconcludeerd dat er in 2019 minstens 50 onderwijsplekken in Nederland waren die salafistisch zijn of door het salafisme werden beïnvloed. Naast het voornemen tot strenger toezicht is er ook een meldpunt opgericht waar ouders en leerlingen scholen en docenten kunnen aangeven die antidemocratisch gedachtegoed of ‘anti-integratieve tendensen’ verspreiden.

Het is een controversiële aanpak, die vooral veel kritiek krijgt vanuit de moslimgemeenschap. Het voorstel is bestempeld als ‘met een kanon schieten op een mug’, en islamitische studenten zien het als de zoveelste aanval op hun gemeenschap en geloof. Sterker nog, vanwege de vermeende ongrondwettelijkheid van het voorstel hebben islamitische organisaties aangifte gedaan tegen de minister.

In haar proefschrift over Turks moskee-onderwijs in Nederland schrijft Dr. Semiha Sözeri over problemen die men in dit type onderwijs ervaart en vraagt ze belanghebbenden naar hun visie op de rol van moskee-onderwijs in de integratie van leerlingen in Nederland.
 

Nederlandse context

Wat vooral in dit onderzoek naar voren komt is dat het Turkse moskee-onderwijs onvoldoende gericht is op moslims die opgroeien in een niet-moslimcontext. Dit komt deels door het curriculum en lesmateriaal dat vaak afkomstig is uit Turkije en geschikt moet worden gemaakt voor moskeeklassen in Nederland. Dat vereist werk van de moskeeleraren hier waarvoor ze niet per se gekwalificeerd zijn. Daarnaast is er een gebrek aan imams die in Nederland zijn opgeleid. Mogelijk sluit het onderwijs in de moskee daardoor niet goed aan bij de islamitische leerlingen die hun weekenden weliswaar in de moskee doorbrengen, maar doordeweeks naar een reguliere school gaan. Dit kan een botsing van culturen meebrengen.
 

Begrip van integratie
Is verschoven


Integratie

Of moskee-onderwijs de integratie van islamitische kinderen belemmert, wordt niet geheel duidelijk in het onderzoek. Sözeri laat wel zien dat er een verschil is in het begrip van integratie van de moslimgemeenschap en die van de bredere Nederlandse samenleving. Imams, moskeeleraren en ouders streven naar de sociaaleconomische integratie van de kinderen met behoud van hun culturele identiteit. Volgens die visie zou integratie geslaagd zijn als de leerlingen de Nederlandse taal goed spreken, succesvol zijn op school en werk, en contact hebben met Nederlanders zonder migratieachtergrond. Sözeri merkt echter op dat de definitie van integratie de afgelopen jaren in de Nederlandse context is verschoven naar culturele aanpassing en assimilatie. Iemand kan dus volgens de ene definitie wel geïntegreerd zijn, maar niet volgens het andere.

Opvallend is dat de meerderheid van de (islamitische) deelnemers aan het onderzoek van mening is dat moskee-onderwijs juist kan bijdragen aan de integratie van leerlingen. Voorwaarde daarvoor is wel dat burgerschap en integratie als thema’s worden meegenomen in het onderwijsbeleid op de moskeescholen. Ook moeten imams en moskeeleraren bekend zijn met de Nederlandse taal en cultuur, evenals met de uitdagingen waar hun biculturele leerlingen mee worstelen. Zoals eerder opgemerkt, voldoen noch het lesmateriaal, noch de (meeste) imams echter aan deze voorwaarden. Een andere interessante conclusie is dat vooral imams zeiden dat moskee-onderwijs radicalisering kan tegengaan, door de gematigde islam te promoten.

Een kleiner deel van de ondervraagden vond moskee-onderwijs irrelevant voor integratie of maakte zich juist zorgen dat dit onderwijs jongeren kan vervreemden van de Nederlandse maatschappij. Zo kan het een negatief effect hebben op integratie. Respondenten die zeiden dat moskee-onderwijs een positieve invloed op integratie kan hebben, gaven bovendien ook toe dat ze zagen dat sommige moskeeleerlingen moeite hebben met het verzoenen van islamitische en meer liberale waarden met betrekking tot gender en seksualiteit.
 

Samenwerking

Sözeri geeft als aanbeveling om samenwerkingsprogramma’s te creëren tussen reguliere scholen en moskeeën die een leerlingpopulatie delen, onder andere voor pedagogische uitwisseling en op het gebied van burgerschapsvorming. Verder laat het onderzoek zien dat er behoefte is aan lokaal opgeleide imams en een hernieuwd curriculum en lesmateriaal, met meer aansluiting bij de Nederlandse context. Samenwerking tussen de islamitische gemeenschap en Nederlandse instituten kan daarbij helpen.

 

Bron:
Sözeri, S. Y. (2021). The pedagogy of the mosque: Portrayal, practice, and role in the integration of Turkish-Dutch children.

Verder lezen

1 Rondom het Binnenhof: weekendscholen
2 Gaming the system
3 Indoctrinatie of stigmatisering?
4 Vrijheid, gelijkheid en kwaliteit in het onderwijs
5 Kijk eens in de spiegel
6 Segregatie is soms beter

Click here to revoke the Cookie consent