Onderzoek

Tijdsbesef kan beter

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 24-01-2018 Gewijzigd op 19-02-2020
Beeld Frits Dijcks
Historisch tijdsbesef kun je gericht ontwikkelen, ook bij jonge kinderen. Begin er dus eerder mee dan pas in groep 5. 

Het curriculum met de tien tijdvakken, ingevoerd in 2006, ten spijt, missen veel leerlingen aan het eind van de basisschool historisch besef. Ze kunnen bijvoorbeeld geen gebeurtenissen dateren op een tijdbalk. Leraren, zo blijkt uit onderzoek van vakdidacticus Marjan de Groot-Reuvekamp (Fontys), behandelen de tijdvakken weliswaar in chronologische volgorde, maar besteden daarbij weinig expliciete aandacht aan die volgorde of aan jaartallen. De meerderheid gebruikt ook nauwelijks een tijdbalk.

Vijf doelen

ontwikkeling van het tijdsbesefOm de geschiedenislessen op dit punt te verbeteren, heeft De Groot-Reuvekamp eerst vijf doelen beschreven, van tijdsaanduidingen correct gebruiken tot en met verschijnselen in chronologische volgorde plaatsen en tijdvakken met elkaar vergelijken. Analoog aan geletterdheid onderscheidt ze ontluikend, aanvankelijk en voortgezet tijdsbesef en heeft ze per ontwikkelingsfase en per doel precies omschreven wat basisschoolleerlingen moeten kennen en kunnen. Zo ontwikkelen tijdsaanduidingen zich van algemeen (‘lang geleden’) naar specifieke jaartallen en begrippen, zoals ‘middeleeuwen’. Dit overzicht kunnen leraren ook gebruiken om het historisch tijdsbesef van leerlingen (zes tot twaalf jaar) te meten.

Ten onrechte denken Nederlandse leraren nog steeds dat jongere kinderen nog niet toe zijn aan geschiedenis. Door de ontwikkelingstheorie van Piaget geloven ze dat kinderen eerst klok- en kalendertijden moeten snappen alvorens, rond hun tiende, overweg te kunnen met jaartallen. Later onderzoek heeft dat ontkracht: vanaf hun vijfde jaar kun je kinderen al een basaal historisch tijdsbesef bijbrengen. In Engeland bijvoorbeeld start het geschiedenisonderwijs al in het eerste schooljaar, maar in Nederland nog steeds pas in groep 5. Daar is geen enkele reden toe, stelt De Groot-Reuvekamp, en ze bepleit dan ook om eerder te starten. Ze ontwikkelde een methode, Tijdwijs, om gericht en systematisch het historisch tijdsbesef van leerlingen te stimuleren. In een proef met zestien leraren van groep 4 en 7 bleek dat leerlingen die met Tijdwijs werkten een beter besef ontwikkelden. Dat gold ook voor kinderen uit groep 4, wat bevestigt dat de fasentheorie van Piaget op dit punt niet van toepassing is.

Marjan de Groot-Reuvekamp, Timewise. Improving Pupils’ Understanding of Historical Time in Primary School. Proefschrift Universiteit van Amsterdam, 2017. Download de ontwikkelde materialen op historischtijdsbesef.nl.

Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2018.

Bronvermelding

1 Lees meer over historisch tijdsbesef en download de materialen

Click here to revoke the Cookie consent