Onderzoek

Taalonderwijs op z’n Europees

Tekst Barneveld
Gepubliceerd op 03-06-2013 Gewijzigd op 24-08-2017
Op papier ziet het er prachtig uit: Europese niveauomschrijvingen voor vreemde talen, gekoppeld aan een praktijkgerichte visie op taalonderwijs. Maar het Europees Referentiekader Talen (ERK) vraagt veel van docenten. Online trainingsmodules helpen een handje.

We zien de prijslijst van een Frans internetcafé, met daarnaast de vraag wat een kwartiertje internetten bij T@cybernet in Besançon kost. Maar dat is niet de echte vraag bij deze opgave, die te vinden is op www.erk.nl, de website voor het Europees Referentiekader Talen. Docenten kunnen daar oefenen met het inschatten van de zes competentieniveaus die het ERK onderscheidt, van A1 (basisgebruiker) tot C2 (vaardig gebruiker). Is dit een opgave op A2-niveau of toch B1?

Online hulp

De voordelen van het ERK, dat al sinds 2001 bestaat, zijn evident: terwijl een ‘1’ in Nederland het laagst haalbare is en in Tsjechië juist het hoogste, kan een leerling met een diploma waarop ook ERK-niveaus zijn aangegeven in heel Europa laten zien wat hij in huis heeft. In de praktijk wordt het ERK vaak gekoppeld aan een zogeheten actiegerichte benadering van taalonderwijs. Dat betekent dat er gewerkt wordt met ‘taaltaken’: opdrachten waarbij leerlingen zich in een concrete situatie -bijvoorbeeld een amoureus afspraakje waarbij wat vakantiefoto’s bekeken worden - in een andere taal moeten redden.

In Nederland startte SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, in 2009 een ERK-implementatietraject voor scholen en ontwikkelde de website www.erk.nl – sinds 2010 online en ruim honderdentienduizend bezoekers afgelopen jaar – waarop veel achtergrondinformatie en oefenstof te vinden is. Daniela Fasoglio, projectleider ERK bij SLO: ‘We merkten in het veld dat er veel behoefte was aan online gereedschap.’ Daarom kwam er de zelftrainingsmodule voor docenten, die aansloeg. Uit een enquête bleek ruim een derde van de bezoekers van de website er gebruik van te maken. Onder hen ook Ankie Cuijpers, docente Duits op het Mondriaan College (Oss) en aanspreekpersoon voor ERK: ‘Hoe zorg je ervoor dat B1 bij de ene docent ook B1 bij de ander is? Daar is deze module een handig middel voor.’

Onduidelijke status

Bijna vier jaar geleden ging het ERK-masterplan van start, hoe staat het er nu voor met de implementatie? Fasoglio: 'Heel wisselend. Op sommige scholen is het ERK echt ingeburgerd, bij andere is dat minder het geval.’ In een evaluatie lieten betrokken docenten weten dat het soms schort aan enthousiasme bij collega’s, die werken met ERK-niveaus te omslachtig vinden. En op ERK-leest geschoeide oefenstof ontwikkelen kost tijd, die niet altijd door de schoolleiding gecompenseerd wordt. Maar de tijdsinvestering levert ook veel op: voor leerlingen zijn de beoordelingscriteria transparant en acceptabel en als school kun je je profileren.’

Toch vreest Fasoglio dat het behelpen blijft zo lang er onduidelijkheid is over de status van het ERK, dat anders dan in bijvoorbeeld Frankrijk niet verplicht is. Maar zowel Fasoglio als Cuijpers zijn positief: geleidelijk aan raakt het ERK steeds meer verweven met ons taalonderwijs. Nu al moet er bij de havo- en vwo-eindexamenopgaven rekening worden gehouden met de ERK-systematiek. ‘Ik ben ervan overtuigd dat het toekomst heeft’, besluit Cuijpers.

Meer informatie www.slo.nl

Dit artikel verscheen in Didactief, mei 2013.

Click here to revoke the Cookie consent