‘Ik zeg altijd: er is zoveel meer dan het directe instructiemodel.’ Aan het woord is Elise Boltjes. Als lerarenopleider van de pabo NHL Stenden schoolde ze jaren geleden leerkrachten bij in wetenschap & techniek. ‘Wat bleek? Het onderzoekend en ontwerpend leren, dat we allemaal zo belangrijk vinden, kwam niet duurzaam de klas in. Scholen kregen geld van de overheid, waar ze techniektorens van kochten, maar al snel stonden die dingen in een hoek te verstoffen.’ Onderzoekend leren begint dan ook niet bij het materiaal, stelt Boltjes, maar bij jezelf iets afvragen. ‘Hoe zou dit komen? Waarom gebeurt dat?’
Ze ging rondkijken en stuitte op het Technasium. ‘Een succesverhaal, maar voor het vo. Met geld van het Platform Bètatechniek ben ik gaan uitzoeken hoe de technasiumaanpak geschikt kon worden gemaakt voor het basisonderwijs.’ Dit leidde tot de oprichting van de Kubusscholen, waar kinderen ook aan de slag gaan met authentieke projectopdrachten, dus afkomstig van bedrijven of instellingen.
Twee jaar lang werkte Boltjes aan een haalbaarheidsonderzoek met negen basisscholen uit de regio, drie pabo’s, Stichting Technasium en de Rijksuniversiteit Groningen. Binnen elke school voerden twee leerkrachten experimenten uit om te kijken wat werkte en wat niet. ‘Het werd al snel duidelijk dat de aanpak met projectopdrachten iets anders vergt van leraren dan velen gewend zijn: in plaats van uit te leggen, stel je vooral vragen, bedoeld om het denkproces te stimuleren. Een leraar zei: “Ineens bereid ik geen lessen meer voor. Ik weet niet waar leerlingen mee zullen komen, wat er gaat gebeuren.”’
‘Onderzoekend
leren begint
bij jezelf iets
afvragen’
Na het haalbaarheidsonderzoek besloten vijf basisscholen verder te gaan. Basisschool Joseph Haydn was er een van. ‘We zagen dat het werkte,’ zegt directeur Saskia Havinga. ‘Leerlingen waren echt onderzoekend aan het leren. Ze werkten vanuit eigen vragen, bleven heel nieuwsgierig.’ Boltjes: ‘Kleuters doen dit vanzelf. Uitvindertje spelen, wat is er nou leuker? Die lijn wil je doortrekken. Maar zodra kinderen gewoonlijk in groep 3 komen, verleren ze het.’
Havinga is tevens voorzitter van de Stichting Kubusschool: ‘De nieuwsgierigheid van het kind is leidend. We proberen ze zo goed mogelijk voor te bereiden op de toekomst. Basisvakken als taal en rekenen blijven belangrijk, maar ook moeten leerlingen zich vaardigheden eigen maken als kritisch nadenken, oplossingen bedenken, plannen en samenwerken. Dat zijn duurzame vaardigheden, die leerlingen later – wat ze ook gaan doen – goed kunnen gebruiken.’
Scholen die ook Kubusschool willen worden, krijgen van de stichting twee trainingen: één voor het hele team en één voor de leerkracht die binnen de school als Kubuscoördinator zal optreden en contact houdt met andere Kubusscholen. Ook is de stichting bezig een auditcyclus te ontwikkelen, waarbij Kubusscholen elkaar bezoeken en checken of nog aan de voorwaarden wordt voldaan.
Inmiddels heeft een zesde basisschool zich als Kubusschool laten certificeren. Havinga: ‘Ik zou tegen alle basisscholen willen zeggen: geef je school een mooi profiel en meld je aan als je ook interesse hebt.’ Boltjes: ‘Dat op elke school het kind op onderzoek uitgaat en met zelfbedachte oplossingen komt. Dat is mijn droom.’
Kijk voor meer informatie op kubusschool.nl
Praktijkvoorbeeld: Kindcentrum De Pionier in Leeuwarden‘Kinderen zijn van nature heel nieuwsgierig, maar gaandeweg verdwijnt die nieuwsgierigheid een beetje,’ zegt Kim Verhoef, leraar van groep 8 en Kubuscoördinator op Kindcentrum De Pionier in Leeuwarden. De school is sinds 2016 een gecertificeerde Kubusschool en heeft voor onderzoekend leren een doorlopende leerlijn in het curriculum gemaakt.
|
Dit artikel verscheen in de special Technasium bij Didactief, maart 2019.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven