Interview

‘Dit is het onderwijs van de toekomst’

Tekst Winnifred Jelier
Gepubliceerd op 05-03-2019 Gewijzigd op 04-03-2019
Beeld Joost Bataille
Hartje Amsterdam, aan het Oosterpark, ligt het Metis Montessori Lyceum. Directeur Hüseyin Asma en O&O-docent/technator Frans Roukes vertellen hoe hun Technasium hier vorm kreeg.

Jullie school heeft sinds 2014 een Technasium.

Hüseyin Asma (HA): ‘Ik wilde dit al heel lang. Wat mij enorm aanspreekt, is het praktische. Hoofd, hart en handen komen samen.’

Frans Roukes (FR): ‘Op open dagen hoor ik ouders vaak zeggen: “Wow, ik wou dat dit er ook was in mijn tijd.” Dat begrijp ik heel goed. Het leuke is dat wij dit mogen
aanbieden.’


Wat maakt een Technasium nu zo bijzonder?

FR: ‘Het onderwijs gaat hand in hand met de praktijk. Binnen andere richtingen in de havo en het vwo is dat veel minder. In ons vak O&O (Onderzoek & Ontwerpen)
werken leerlingen aan projectopdrachten die afkomstig zijn van organisaties in de regio. Zo hebben leerlingen met een lichtdesigner energieneutrale lampen bedacht, gemaakt van gerecycled afval en werkend op zonne-energie. Met Artis ontwierpen ze een gebouw dat de natuur nabootst. Ook hebben ze met de Gemeente Amsterdam oplossingen bedacht voor mensen die door rood licht fietsen.’

HA: ‘Als school hoor je steeds te kijken hoe je onderwijs kunt laten aansluiten op de behoeften van leerlingen en de wensen uit de samenleving. Binnen het Technasium wordt dit op een mooie manier gedaan. Dit is het onderwijs van de toekomst, als je het mij vraagt.’

FR: ‘De leerlingen zijn vaak doeners. Ze vinden het prima om soms met hun neus in de boeken te duiken en huiswerk te maken, maar ze willen ook de handen uit de mouwen steken. Uitvinders eigenlijk. Vaak hebben ze thuis een werkplaats of ze knutselen online. Heel ondernemend. Sinds we Technasium zijn, zijn er ook  leerlingen die eerder misschien niet voor onze school gekozen zouden hebben. Sommige wonen best ver weg, maar komen toch, vanwege het Technasium.’ 


Was het lastig om de technasiumaanpak aan te sluiten op de visie van de schoolvisie? 

HR: ‘Bèta en techniek staan centraal, maar je hebt als school veel ruimte om er een eigen draai aan te geven. Het Metis is een Unesco-school. Zo hebben wij er bewust  voor gekozen dat projecten ook altijd een maatschappelijke component hebben.’

FR: ‘Ook is er veel aandacht voor duurzaamheid. Zo waren we laatst met een groep veertienjarigen naar het Science Park van de UvA voor een rondleiding over planten in kassen. We willen onze leerlingen opleiden tot burgers die nadenken over de wereld zoals die is, maar ook zoals ze die achterlaten.’ 

HA: ‘Het technasiumconcept sluit ook goed aan op de beginselen van Montessorischolen: er is veel ruimte voor differentiatie. Leerlingen hoeven niet allemaal in hetzelfde stramien.’ 

 

Hüseyin: ‘Er is bij
ons veel ruimte
voor differentiatie’


Wat vraagt de aanpak van de docenten?

FR: ‘Ik ben vaak meer coachend bezig dan in de klassieke vakken, waar je toch ook veel staat uit te leggen. Ik heb als docent veel vrijheid, want ik zit niet vast aan een bepaalde methode of lesstof. In ruil daarvoor moet ik wel flexibel zijn en kunnen omgaan met onzekerheid: je kunt projectonderwijs niet vooruit plannen zoals je een  les scheikunde of Nederlands voorbereidt. Leerlingen kiezen een projectopdracht en krijgen vervolgens veel vrijheid in de uitwerking. Ze beginnen met een onderzoeks- en oriëntatiefase, waarin ze informatie verzamelen en soms langsgaan bij de opdrachtgever. Daarna komt de ontwerpfase, waarin ze kijken naar de eisen waaraan de oplossing moet voldoen en wat ze zelf willen bereiken. Dan volgt de uitwerking, die allerlei vormen mag aannemen, van een prototype, website of film tot een verslag of presentatie. Binnen al die varianten moet je de leerlingen scherp en actief houden.’

HA: ‘Diversiteit vind je ook in het O&O-team zelf, dat bestaat uit docenten uit verschillende disciplines, zoals biologie en scheikunde, maar ook Nederlands en kunst. Zo kunnen de leerlingen vanuit verschillende invalshoeken gecoacht worden.’


Waar staan jullie nu?

HA: ‘We hebben een geweldig docententeam, de leerlingen zijn heel blij. Het blijft een leerproces, zoals alles in het onderwijs. Sinds dit jaar kunnen leerlingen bijvoorbeeld ook in de bovenbouw O&O kiezen, maar dan hebben ze wel een ander
startniveau dan de leerlingen die het vak al vanaf de brugklas volgen. Hoe gaan we daarmee om? Daar kijken we nu naar.’ 

FR: ‘We zijn ook net begonnen met een techniekvariant voor de mavo. Hiervoor werken we samen met Masterplan Techniek, waar een aantal bedrijven en mbo’s bij zijn aangesloten. Verder zullen binnen havo/vwo volgend jaar de eerste leerlingen examen doen in O&O. Ze doen dan een groot project, de Meesterproef. Heel spannend. Als ze slagen, krijgen ze een certificaat van Stichting Technasium.’

HA: ‘Sommige vervolgopleidingen bieden voor deze leerlingen aparte vakken aan. Ik zou wensen dat alle vervolgopleidingen dit deden. Velen erkennen weliswaar dat technasiumleerlingen een flinke voorsprong hebben, maar hebben hier hun onderwijs nog niet op aangepast.’

 

Frans: ‘Ik heb als docent
veel vrijheid, want ik
zit niet vast aan een
methode of lesstof’


Wat zouden jullie willen zeggen tegen scholen die twijfelen over technasiumonderwijs?

FR: ‘De wereld staat te springen om mensen die niet alleen iets met hun hoofd, maar ook met hun handen kunnen. Een betere reden om te kiezen voor technasiumonderwijs zie ik eigenlijk niet.’

HA: ‘Kies er echt voor en doe het anders niet, want het is een investering in tijd en geld. Als je in een Mercedes wilt rijden, dan moet je ook voor die Mercedes betalen. Je school moet de beschikking hebben over technieklokalen, je docenten hebben ruimte nodig om hun coachingsvaardigheden te ontwikkelen en voor de lessen moet je extra uren vrijmaken. Voor mij was dit het zeker waard. Ik zie veel gelukkige leerlingen.’

Dit artikel verscheen in de special Technasium bij Didactief, maart 2019. 

Click here to revoke the Cookie consent