Onderzoek

Scholen onder de loep in 2012 t/m 2014

Tekst Eline Geus
Gepubliceerd op 20-01-2015 Gewijzigd op 28-10-2016
Sinds 2008 voert CITO jaarlijks een peilingsonderzoek uit van de reken- en taalvaardigheid van leerlingen in groep 4 en groep 8 van het po. We zetten hier de resultaten van de metingen van 2012 tot en met 2014 op een rij.

Voor het vaststellen van de prestaties op de vaardigheden gebruikt CITO voor groep 8 de onderdelen woordenschat, spelling, begrijpend lezen en rekenen-wiskunde uit de CITO Eindtoets po. Voor groep 4 gebruiken ze de toetsen woordenschat, spelling, begrijpend lezen en rekenen-wiskunde uit de Leerlingvolgsysteemtoetsen van CITO.

Over de jaren heen zien we verschillen tussen jongens en meisjes, maar die verschillen zijn groter in groep 4 dan in groep 8. Het verschil neemt dus af in de loop van de tijd. Vertraagde leerlingen, die bijvoorbeeld een jaar langer hebben gekleuterd of zijn blijven zitten, scoren lager dan hun klasgenootjes. En we zien dat leerlingen die thuis alleen Nederlands spreken beter presteren dan leerlingen die tweetalig zijn of die thuis alleen een andere taal dan het Nederlands spreken.

Taal en rekenen in 2012

In vergelijking met 2011 zijn de prestaties van leerlingen in groep 8 gestegen op rekenen-wiskunde, spelling en in mindere mate bij woordenschat. Als we de resultaten uit 2012 vergelijken met de eerste meting in 2008 zien we zelfs op elk onderdeel een verbetering.

Maar de grootste vooruitgang is te zien bij leerlingen in groep 4. Zij presteren in 2012 ten opzichte van het jaar ervoor beter op rekenen-wiskunde, spelling en woordenschat. Voor begrijpend lezen lijken de prestaties juist iets te dalen.

In zowel groep 4 als in groep 8 zijn verschillen tussen jongens en meisjes te zien. Meisjes presteren in groep 4 en groep 8 beter op spelling en begrijpend lezen en jongens presteren beter op rekenen-wiskunde. Meisjes in groep 4 scoren ook beter op woordenschat dan jongens.

Leerlingen uit groep 4 die thuis naast het Nederlands een andere taal spreken, scoren iets beter dan leerlingen die alleen een andere taal dan het Nederlands spreken. Maar deze eerste groep scoort op alle vaardigheden in 2012 minder goed dan in 2011. Opvallend is dat thuistaal niet veel verschil maakt voor de prestaties bij spelling.

Jan van Weerden, Bas Hemker, Hendrik Straat en Kees Mulder (2013). Peiling van de rekenvaardigheid en de taalvaardigheid in jaargroep 8 en jaargroep 4 in 2012: Jaarlijks peilingsonderzoek van het onderwijsniveau. CITO

Taal en rekenen in 2013

Voor groep 8 zien we in 2013 een verbetering op woordenschat ten opzichte van 2012. De scores op begrijpend lezen zijn stabiel gebleven, de scores op spelling zijn gedaald. Ook de rekenscores zijn gedaald, maar die zijn nu vergelijkbaar met de scores in 2011.

Voor groep 4 zijn de scores op de meeste vaardigheden stabiel gebleven. Alleen op spelling gingen de scores iets achteruit.

Ook dit jaar vinden de onderzoekers weer verschillen tussen jongens en meisjes. In zowel groep 4 als groep 8 scoren jongens beter op rekenen-wiskunde en meisjes beter op spelling en begrijpend lezen. In groep 8 scoren jongens ook beter op woordenschat dan de meisjes.

Leerlingen in groep 4 met een andere thuistaal naast het Nederlands scoren, net als in 2012, slechter dan in de voorgaande jaren. De daling van 2011 op 2012 zet door.

Jan van Weerden, Bas Hemker en Kees Mulder (2014). Peiling van de rekenvaardigheid en de taalvaardigheid in jaargroep 8 en jaargroep 4 in 2013: Jaarlijks peilingsonderzoek van het onderwijsniveau. CITO

Taal en rekenen in 2014

Als we de scores op de vaardigheden in 2014 en 2013 vergelijken, zien we nauwelijks verschil. In groep 8 zijn de scores op woordenschat iets gedaald.

Het aantal vertraagde leerlingen neemt af. In 2013 was 16,9% van alle leerlingen in groep 8 vertraagd, in 2014 was dat nog 15,7%. Dit gaat gepaard met een kleine stijging in de prestaties. Vertraagde leerlingen presteren namelijk minder goed dan niet-vertraagde leerlingen.

De verschillen tussen jongens en meisjes liggen zo ongeveer hetzelfde als in voorgaande jaren. Jongens scoren beter op rekenen, meisjes scoren beter op spelling en begrijpend lezen.

De thuistaal van de leerlingen heeft effect op begrijpend lezen en vooral op woordenschat. Leerlingen die thuis Nederlands spreken scoren hier veel beter op dan leerlingen die thuis (ook) een andere taal spreken. ‘Hoe meer Nederlands een leerling spreekt, hoe hoger de vaardigheid’, zo luidt het rapport.

Bas Hemker en Jan van Weerden (2014). Peiling van de rekenvaardigheid en de taalvaardigheid in jaargroep 8 en jaargroep 4 in 2014: Jaarlijks peilingsonderzoek van het onderwijsniveau. CITO
 

Bronvermelding

1 Al het jaarlijkse peilingsonderzoek van CITO op een rij

Verder lezen

1 De stand van zaken voor wereldoriëntatie in het po (2014)
2 Prestaties in rekenen, taal en wereldoriëntatie in 2015

Click here to revoke the Cookie consent