Het lerarentekort, dalende prestaties in basisvaardigheden, kansenongelijkheid en daarbovenop de coronacrisis die problemen nog eens versterkt. Het maakte de vraag urgenter dan ooit: wat werkt nu om achterstanden in het onderwijs in te halen? ‘Met die vraag kwam wethouder Marjolein Moorman in de zomer van 2021 naar Education Lab,’ vertelt Tijana Prokic-Breuer, directeur en medeoprichter van onderzoeksnetwerk Education Lab NL en programmaleider van ONA. Gemeente Amsterdam wilde de NPO-gelden gebruiken om het basisonderwijs duurzaam te gaan verbeteren. Het was een kans voor Education Lab om een droom uit te werken om Amsterdam-breed evidence-informed te werken aan onderwijsverbetering. ‘We beseften gelijk dat we voor duurzame en toepasbare innovatie heel nauw zouden moeten samenwerken met het veld. Schoolleiders Eva Naaijkens en Martin Bootsma van de Alan Turingschool en een aantal bestuurders werden samen met ons initiatiefnemers. Ook zochten we de samenwerking met het hele BBO.’
‘Wetenschap en
praktijk kunnen zoveel
van elkaar leren’
Dit BBO, Breed Bestuurlijk Overleg oftewel de vereniging van schoolbesturen in het primair en speciaal onderwijs in Amsterdam, stapte enthousiast in. ‘Schoolbesturen hadden de behoefte verder vorm te geven aan kennisdeling tussen scholen,’ zegt Selma Janssen, programmamanager ONA vanuit het BBO. ‘Zeker na een stressvolle coronatijd waarin scholen in de overleefstand stonden en onderwijsverdieping grotendeels stillag.’ Zo ontstond een samenwerking tussen schoolbesturen, kennisinstellingen (via Education Lab) en de gemeente.
Wat is er bijzonder aan deze samenwerking?
Janssen: ‘In Amsterdam werkten onderzoek, praktijk en gemeente niet eerder vanuit een gelijkwaardige rol samen aan onderwijsverbetering. Dat heeft grote meerwaarde, want we kunnen zóveel van elkaar leren. Onderwijsprofessionals in scholen hebben enorme expertise vanuit de praktijk. Binnen ONA verbinden we hun praktijkkennis aan de beste kennis vanuit de wetenschap. Om het vervolgens via peer-to-peer learning met andere scholen te delen.’
Prokic-Breuer: ‘Doordat wetenschap en werkveld samenkomen, kunnen we scholen helpen om echt evidence-informed te werken. Binnen ONA doelen we daarmee vooral op een onderzoekende manier van werken. We hebben daar een cyclus voor ontwikkeld. Nu is cyclisch werken in het onderwijs op zich niet nieuw, maar dit gebeurt lang niet altijd in combinatie met het benutten van kennis uit de literatuur.’
Blik vanuit de gemeente
‘De verschillen tussen scholen in Amsterdam zijn groot en dat zorgt voor kansenongelijkheid. Als gemeente willen en moeten we daar wat mee, vooral rond twee cruciale thema’s: leerachterstanden en het lerarentekort. Dat kan je niet alleen bij schoolbesturen leggen, maar vraagt ook expertise vanuit wetenschap. En een actieve bijdrage van ons als gemeente. Wij zijn niet alleen aanjager en facilitator, maar zitten elke drie weken om tafel met het BBO en Education Lab. Om mee te denken, een vinger aan de pols te houden en in te brengen wat wij weten vanuit andere netwerken en stakeholders in de stad. Want we hebben een gedeeld belang: goed onderwijs voor alle kinderen in Amsterdam. Samenwerking is de sleutel om daar te komen.’ – Ilse Raaijmakers, beleidsadviseur onderwijs bij gemeente Amsterdam |
Hoe gaat ONA te werk?
Prokic-Breuer: ‘ONA is van en voor het onderwijs. We hebben daarom scholen gezocht die als voorbeeldscholen willen fungeren. Daar kwamen veel aanmeldingen voor; scholen geloofden in het idee en wilden er tijd voor vrijmaken. Uiteindelijk hebben we vier onderzoeksscholen geselecteerd. Met hen zijn we een jaar intensief opgetrokken om te komen tot een gemeenschappelijke taal over evidence-informed werken en ervoor te zorgen dat zij de standaard uitdragen die we met elkaar voor ogen hebben.’
Janssen: ‘Samen met wetenschappers hebben de scholen ook een professionaliseringsaanbod ontwikkeld. Expertleraren trainen nu andere Amsterdamse schoolteams en leraren, zowel in evidence-informed werken in het algemeen als rond bepaalde thema’s, zoals leesonderwijs of gedrag.’
Prokic-Breuer: ‘Daarnaast hebben we onderwijslabs waarin scholen en wetenschappers in co-creatie aan nieuwe aanpakken werken. Op dit moment zijn dat het TaalLab en LerarenLab. Tot slot maken we kennis toegankelijk met praktijkkaarten en toolkits op onze site.’
‘Scholen geloofden
in het idee en wilden
tijd vrijmaken’
Zien jullie al resultaten?
Janssen: ‘Het eerste grote resultaat is dat ONA leeft. We zijn pas een jaar echt van start en toch is al een kwart van de Amsterdamse scholen betrokken.’
Prokic-Breuer: ‘Het effect op de kwaliteit van het onderwijs is iets van de lange adem, maar het is fantastisch hoe enthousiast scholen zijn om kennis te delen. We horen terug dat leraren blij zijn met deze kans om bij te dragen aan goed onderwijs in Amsterdam en tegelijk zichzelf te ontwikkelen, zodat hun rol als professional gelaagder wordt. Op die manier draagt ONA ook bij aan behoud van leraren.’
Waar ligt de focus op voor komende jaren?
Janssen: ‘We willen nog veel meer scholen en leraren in staat stellen hun aanpakken te delen. Zodat het aanbod aan trainingen de komende schooljaren steeds groter wordt en de olievlek zich verder verspreidt. Gemeente en schoolbesturen zijn gelukkig bereid hierin te blijven investeren.’
Prokic-Breuer: ‘Daarnaast willen we meer kennisinstellingen betrekken die een rol kunnen vervullen om onderzoek en beleid te verbinden. Gelukkig weet ook de gemeente ONA steeds beter te benutten, zoals nu bij het Leesoffensief.’
Waar ben je vooral trots op?
Janssen: ‘Op de vier ONA-onderzoeksscholen: Pro Rege, De Driemaster, Alan Turingschool en Wereldwijs. We hebben veel van ze gevraagd en ze hebben keihard gewerkt. Het is geweldig om te zien hoe ze nu trainingen staan te geven! Deelnemers waarderen het dat er iemand voor de groep staat die weet waar hij het over heeft en zelf in de praktijk met vallen en opstaan wijs is geworden.’
Prokic-Breuer: ‘Ik ben trots op de fantastische wetenschappers die we aan boord hebben. Wetenschappers die niet alleen gaan voor wetenschappelijke A-publicaties, maar echt kiezen voor impact in de praktijk. Het zorgt ervoor dat we samen nieuwe aanpakken ontwikkelen die direct toepasbaar zijn. Zo is in het TaalLab samen met leraren een preteaching-training gemaakt die we nu op zeven scholen testen om taalachterstanden te voorkomen en weg te werken. Fantastisch toch?’
Werken aan kwaliteit
‘Het is nu meer dan ooit belangrijk te werken aan onderwijskwaliteit met kennis van ‘wat werkt’. Als bestuurder bied ik schoolleiders en leraren tijd en ruimte om trainingen te ontwikkelen en geven. Het is mooi dat alle Amsterdamse onderwijsprofessionals, ook buiten mijn bestuur, hiervan kunnen profiteren. Zo werken we in de stad samen aan goed onderwijs voor alle leerlingen.’ – Jonne Gaemers, voorzitter College van Bestuur AMOS onderwijs |
Dit artikel verscheen in de special Onderwijs blijvend verbeteren van het Onderwijskennis Netwerk Amsterdam in Didactief, mei/juni 2024.
1 Aangenaam: Mr. Toolkit
2 Eyeopeners
3 Special: onderwijs blijvend verbeteren
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven