Loop anno 2012 een school binnen en je hoort en ziet dat er lesgegeven wordt. Pratende leerkrachten, spelende kinderen, schuivende stoeltjes. Zo niet op De Isselborgh, een cluster-4 school in Doetinchem. Het nieuwe gebouw dat onderdak biedt aan een afdeling speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) is een oase van rust.
Het is precies die rust die volgens Ruut Donkers, adjunct-directeur van de so-afdeling van De Isselborgh, voorwaarde is om leerlingen in het speciaal onderwijs te kunnen laten leren. ‘Wij willen een omgeving bieden waarin leren weer wil lukken. Onze leerlingen hebben over het algemeen moeite met het wegzetten en het reguleren van prikkels.’ Jos Oude Maatman, directeur van De Isselborgh, wijst op de details. ‘In de lokalen ligt zachte vloerbedekking, omdat dat het geluid goed dempt. Er staan kasten met deuren, zodat je niet ziet wat er in die kasten staat. Het hele gebouw straalt rust uit.’
‘De hele dag door is het hier op school heel erg stil’, zegt Donkers. ‘De dag ziet er ook heel erg gestructureerd en vastomlijnd uit. En binnen die kaders is het mogelijk om gewoon les te geven. Want over het algemeen zit het met de intelligentie bij onze leerlingen wel goed. Ze zijn pienter genoeg om de kerndoelen te kunnen halen. Maar juist door de omgeving op de reguliere basisschool en het speciaal basisonderwijs lukt het hen niet om dat allemaal weg te zetten. Dat zorgt voor onrust en chaos in hun hoofd, waardoor leren niet meer wil lukken. Daardoor krijgen we vaak leerlingen binnen die naast een gedrags- of een psychiatrisch probleem ook een leerachterstand hebben. Wij zien het als onze eerste taak om dat leren weer vlot te trekken.’ Om dat voor elkaar te krijgen heeft De Isselborgh contact met onder andere Expertis.
‘Het leren is hier op school niet alleen doel’, zegt Oude Maatman, ‘het is ook een middel. Door een vaste dagindeling leren de leerlingen omgaan met structuur. Daar hebben ze niet alleen op school veel baat bij, maar uiteindelijk later als volwassene ook. We gebruiken dat leren om een structuur, een vast dagritme, neer te zetten voor kinderen. Niets is zo mooi voor hun dagritme als een vast lesrooster. Dat geeft duidelijkheid. En daardoor is het voor ons ook mogelijk om met de kinderen aan hun problemen te werken. Want het zijn natuurlijk wel allemaal cluster-4 leerlingen met forse gedragsproblemen.’
De lokalen op De Isselborgh zijn klein. De tafeltjes staan in rijen van drie lang en vier breed. Sinds kort staat er een dertiende tafeltje, omdat de klassen zijn vergroot van twaalf leerlingen naar dertien. ‘Leerlingen zitten hier altijd in de toetsstand, individueel in rijen achter elkaar’, zegt Oude Maatman. ‘Daar wijken we van af als ze iets samen moeten doen. Ook dat is structuur.’ Elk lokaal is verbonden met een nevenruimte, waar klassenassistenten extra instructie kunnen geven aan leerlingen die daar behoefte aan hebben. ‘Zo voorkom je dat in een lokaal twee verschillende stemmen van volwassenen klinken’, legt Donkers uit. ‘Maar in die nevenruimte kunnen leerlingen ook af en toe even tot zichzelf komen’, vult Oude Maatman aan. ‘Waar een leerling vroeger als hij boos werd, begon te schreeuwen of met stoelen te gooien, kan een kind zich hier even terugtrekken en dat gebeurt ook.’
Werken op De Isselborgh vraagt nogal wat van leerkrachten. ‘Vandaar dat we nieuwe collega’s gedurende de eerste maanden hier op school intensief begeleiden’, zegt Donkers. ‘Wij weten uit ervaring dat onze benadering werkt en er is eigenlijk geen ruimte om daar van af te wijken.’ Dat betekent bijvoorbeeld dat leerkrachten meer vooruit zullen moeten denken. ‘Je moet tijdens je instructie al weten wat je een leerling wilt laten doen als hij straks klaar is met de verwerking. Als dat niet duidelijk is, gaan leerlingen zelf op zoek en kan het onrustig worden. Niet-ingevulde tijd is funest.’
Oude Maatman wijst ook op de schoolcultuur. ‘Leerlingen weten hier heel goed dat ze anders zijn dan hun vriendjes. Als je naar het speciaal onderwijs gaat, met de taxi, dan geeft dat vaak een serie van negatieve ervaringen. Dat willen wij hier op school omdraaien. We hechten heel veel waarde aan positieve impulsen. Vandaar dat we belonen in plaats van straffen. Wat wij met zijn allen hier aan tafel normaal gedrag noemen, daar mogen we ze best eens voor belonen. En dat hoeft helemaal niet groot te zijn. Extra computerminuten of voetballen met de gymleerkracht motiveert enorm. En dat is iets wat we bij nieuwe collega’s ook merken. Zij blijken zeer gemotiveerd om met deze groep leerlingen te werken en ze pakken heel snel op wat het beste werkt om met hen het optimale te bereiken.’
Meer info www.expertis.nl.
100 % succes
Ron Hofman is adjunct-directeur van de vso-afdeling van De Isselborgh. Vorig jaar was zijn afdeling verantwoordelijk voor een uitstroom van 100 procent leerlingen met een diploma. Voor een vso-school is dat uitzonderlijk. Het lukt De Isselborgh door te werken met kleine klassen met negen leerlingen en zo veel mogelijk dezelfde docent. Hofman houdt zijn hart vast voor de dreigende bezuinigingen. ‘Ons hele systeem is gebouwd op het voorkomen van problemen, waardoor ons rendement maximaal is. Als we straks door bezuinigingen er een of twee leerlingen per klas bij krijgen, kan het zijn dat we ons moeten gaan bezighouden met het oplossen van problemen en dat het rendement daardoor keldert naar misschien maar 30 procent.’
Dit artikel is onderdeel van de special 'Excellent' (mei 2012), medegefinancierd door Expertis.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven