Nieuws

Rotterdamse doordouwers

Tekst Dore van Duivenbode & Melissa van Amerongen
Gepubliceerd op 25-04-2017 Gewijzigd op 28-04-2017
Tien jaar geleden maakte minister Ella Vogelaar een lijst van probleemwijken. Het Rotterdamse Vreewijk was er één van. In de wijk zit het enige gymnasium van Rotterdam-Zuid. Dore van Duivenbode en Melissa van Amerongen interviewden drie leerlingen van dit Zuider Gymnasium – Calvijn: eerste generatie vwo’ers met grote plannen.

JacobJacob Belaiyneh
Na het eindexamen: Geneeskunde of, wanneer hij wordt uitgeloot, Bouwkunde

Zijn examentraining duurt van acht uur ‘s ochtends tot zeven uur ‘s avonds. Drie dagen lang. ‘Expres in Leiden zodat er geen schoolgenoten zijn. Zo kan ik mij volledig focussen. Alleen in de pauzes is het saai.’ In rustige perioden besteedt Jacob Belaiyneh zo’n twee uur aan zijn huiswerk, voorafgaand aan toetsen zijn het er vijf.

Geneeskunde studeren is Jacobs droom en die van zijn ouders. Zijn vader is afdelingshoofd bij Fuji Film, zijn moeder verpleegster. ‘Ik ben de eerste in de familie die naar het gymnasium gaat. Op feestjes pronkt mijn moeder ermee. Vooral voor tentamens voel ik die druk.’

In zijn eerste jaar zat Jacobs vader iedere dag na schooltijd op Jacobs bed. Terwijl zijn zoon studeerde, las hij een boek. ‘Dat vond ik wel irritant,’ aldus Jacob. Toen zijn buurtvrienden dure merkkleding droegen en Jacob thuis grapjes maakte over hoe zij aan hun geld kwamen, mocht hij van zijn moeder niet meer naar buiten. ‘Ook irritant. Ik werd boos omdat ik erbij wilde horen. Nu snap ik het wel.’

Online lezen zijn ouders hoe hij ervoor staat en als Jacob op school niet komt opdagen krijgen zowel hij als zijn ouders een e-mail. ‘Toch heb ik vrijheid ervaren. Ik mocht naar feestjes en op een gegeven moment ook weer naar buiten.’

Zijn buurtvrienden ziet hij niet meer. ‘Ik voetbal in het Zuiderpark. Daar zie je dat dit een achterstandswijk is. Mensen hebben een kort lontje. Veel vrienden van het gymnasium wonen in Barendrecht. Daar kan ik de hele dag stoer doen zonder dat iemand mij aanraakt.’

Bijschrift bij de foto: Chihab (vriend van Jacob, op de foto links): ‘Ik hoop dat er wordt gesproken over Rotterdam-Zuid als een omgeving vol ambitieuze en intelligente jongeren/volwassenen die keihard werken om van de bodem de top te halen en helemaal niet minderwaardig zijn als wie of wat dan ook, waar dan ook.’

ChihabCynthia Almeida
Na het eindexamen: Gezondheidswetenschappen of Criminologie

Leren, leren, leren. Soms tot twee uur ‘s nachts,’ zegt Cynthia’s moeder. ‘Ik wil haar steunen, dus pak ik dan de strijkplank en ga ik tot twee uur ‘s nachts strijken. Als zij klaar is, ga ik naar bed. ‘s Ochtends staat ze weer om zes uur op. Ze werkt hard.’

Tijdens de komende eindexamens gooit Cynthia Almeida het roer om. ‘Een paar dagen voordat het begint, wil ik klaar zijn om uit te rusten,’ aldus de tiener. Van Stichting Giving Back kreeg zij examentraining. De organisatie heeft een breed netwerk van professionals en zet zich onder andere in voor kinderen met een migranten-afkomst.

Cynthia’s ouders komen uit Kaapverdië. Haar moeder werkt bij Holland Casino, haar vader is supervisor bij DHL. Toen de kinderen klein waren, werkte zij nachtdiensten en hij overdag. Veertien jaar lang. ‘Vooral in de weekeinden was dat zwaar. Dan wil je bij jouw kinderen zijn,’ zegt Cynthia’s moeder.

Thuis studeert Cynthia in de woonkamer of in haar slaapkamer. Naast haar bed staat een kast. Ze trekt een deur open. ‘Zo is het mijn bureau.’ Haar moeder schuift een bureaustoel door de gang. ‘Het is klein,’ zegt de tiener, ‘maar genoeg.’ Soms gaat ze naar de bibliotheek met een vriendin. ‘Daar staan examenbundels die ik thuis niet heb.’

De Romereis in de vijfde was de eerste keer dat ze zonder haar ouders op reis ging. Op het vliegveld bleef Cynthia’s moeder zwaaien en roepen. ‘In al die jaren hebben wij de kinderen nooit alleen gelaten. Niet uiteten, niks. Nu kan het wel. We zijn heel trots.

JeremyJeremy Pronk
Na het eindexamen: Luchtvaart Techniek

In de kast ligt Feyenoord-shampoo en Feyenoord-zeep. ‘Sinds mijn vijfde ga ik iedere thuiswedstrijd met mijn familie naar de Kuip.’ Jeremy Pronk is opgegroeid in Rotterdam-Zuid. ‘Soms hoor ik dat er geschoten wordt. Meestal is er niets aan de hand.’

Boeken leest Jeremy niet. Op zijn bureau staan twee schermen. ‘Ik Skype op het ene en game op het ander met gamevrienden van over de wereld. Daarom is mijn Engels zo goed.’ In de woonkamer komt hij amper. ‘Ik heb twee kamers en een keuken.’ In de afgelopen zes schooljaren klom Jeremy’s moeder iedere ochtend de zoldertrap op. Ze deed zijn deur open en het licht aan. ‘Anders zou ik mij verslapen. Verder laten ze me vrij.’

Wanneer Jeremy de lesstof niet begrijpt, pluist hij eerst de studieboeken door, vervolgens het internet en als laatste Whats App om zijn leraar een bericht te sturen. ‘Mijn ouders begrijpen mijn huiswerk niet.’ Zijn vader werkt in de bouw, zijn moeder in de administratie.

Zijn studiekeuze vinden ze ‘prima.’ Dat er vaak vrienden over de vloer komen ook. In het derde leerjaar bleef Jeremy zitten. ‘Kan gebeuren,’ zegt zijn moeder. Slecht cijfer voor Frans? ‘Pech.’ Dat hij Grieks leerde, was handig. ‘Gaan we graag naar toe op vakantie,’ aldus zijn vader. Het gymnasiumadvies was ‘even wennen.’ Wat als hij het niet zou halen?

Van Jeremy’s eerste jaar is bijna iedereen teruggezakt. Sommigen hadden geluk met de Cito-toets, anderen deden niks. ‘Thuis doe ik niet veel, maar in de les let ik op. Toen ik klein was, zorgde mijn opa voor mij. Hij vraagt nog wel hoe het op school gaat. Van hem heb ik dat nuchtere. Als iets niet lukt, halen wij onze schouders op.’

Click here to revoke the Cookie consent