Onderzoek

Racisme aanpakken? Begin bij jeugdliteratuur

Tekst Rosanne Aantjes
Gepubliceerd op 23-07-2020 Gewijzigd op 23-07-2020
Aan de slag met racisme? Dat begint met elkaar begrijpen, inzicht krijgen in jezelf en de ander. Jeugdliteratuur kan helpen.

Verkennend onderzoek van drie Radiantopleidingen (Katholieke Pabo Zwolle, Hogeschool Viaa Zwolle, Driestar hogeschool Gouda) laat zien dat jeugdliteratuur beter benut kan worden bij de ontwikkeling van inzicht in jezelf en de ander. (Voor)lezen heeft in veel scholen nog vooral een talig en recreatief karakter. Onderzoek toont aan dat juist het lezen van jeugdliteratuur leidt tot de ontwikkeling van empathie. Dit geldt zelfs voor kleuters. Hoe meer zij worden voorgelezen, hoe meer inzicht ze krijgen in complexe emoties. Inleven in racisme en de bijbehorende emoties kunnen dus goed besproken worden aan de hand van het juiste verhaal. Filosofe Martha Nussbaum formuleert het als ‘narratieve verbeelding’: ‘bedenken hoe het zou kunnen zijn om in de schoenen te staan van iemand anders dan jijzelf’. Cruciaal daarbij is het gesprek met leerlingen te voeren over de personages in een verhaal.

 

Ontwikkelkansen

Radiant heeft de voorwaarden voor en kenmerken van de inzet van jeugdliteratuur bij burgerschapsthema’s onderzocht middels drie focusgroepsgesprekken met in totaal veertien leraren en directeuren basisonderwijs . Daarbij is specifiek gekeken naar de bevordering van het empathisch vermogen van leerlingen.

Nagenoeg alle leraren gaven aan zelf een te beperkt repertoire te hebben om jeugdliteratuur in te zetten voor burgerschapsonderwijs; zowel tijd als expertise ontbreekt. Niet verrassend want dat komt bijvoorbeeld ook naar voren in monitors & onderzoek van de Bibliotheek op School (Kees Broekhof). Ook kennis over genres en over empathisch vermogen en didactische vaardigheden om dat te stimuleren ontbreekt meestal. Leraren willen daar wel mee aan de slag.

 

Waar nu te beginnen?

Op basis van een literatuurverkenning heeft Radiant een conceptueel model ontwikkeld om de inzet van jeugdliteratuur bij burgerschapsonderwijs te bevorderen. De leraar zelf is het belangrijkst: die staat het dichtst bij de leerling. Eerder en recent onderzoek, zoals van Schrijvers (2019) en van Cornelissen (2016), toont aan dat hij of zij onmisbaar is op de volgende vier punten:

1. Motivatie: De leraar is de beste motivator en inspirator voor de leerling om te lezen. Zorg voor een goede relatie en straal enthousiasme over (specifieke) boeken uit.

2. Selectie: Kijk bij de selectie van boeken specifiek naar de thema’s die relevant zijn in het leven van je leerling.

3. Dialoog: Zorg in de groepsgesprekken en dialoog voor een link met het leven van de leerlingen en het verhaal. Dit kan bijvoorbeeld door vooraf naar relevante persoonlijke ervaringen te vragen.

4. Uitwisseling: Maak opdrachten waarbij je leerling achteraf de persoonlijke reactie op het verhaal/het boek uitwisselt (en uitdiept) met klasgenoten.

De methode ‘Vertel eens’ van Aidan Chambers en de gespreksaanpak van Cornelissen  kunnen daarbij helpen.

Per leeftijdscategorie zetten we nog enkele tips op een rij voor boeken die raken aan racisme:

Jongste kleuters:

  • de serie Bart en Esra (Selma Noort)

Jonge leerlingen:

  • prentenboek Afrika achter het hek (Bart Moeyaert)

Oudere leerlingen:

  • De reis van Syntax Bosselman (Arend van Dam)

  • Slavenhaler (Rob Ruggenberg)

  • Slaaf kindje slaaf (Dolf Verroen)

Leerlingen zullen niet alleen ontdekken dat racisme relevant is, maar zullen ook leren zich te verplaatsen in personages met wie zij meer gemeen hebben dan zij dachten. Als dat het geval is, is er sprake van concreet werken aan vorming en burgerschap.

 

Jongstra, W., Spoelstra, T., Aantjes, R., Pauw, I., Muynck, A. de, (2019). Onderzoeksverslag ‘Een verkenning naar de rol van jeugdliteratuur in de persoonsvormende en socialiserende functie van het basisonderwijs’. Radiant Lerarenopleidingen.

Click here to revoke the Cookie consent