Onderzoek

Praktijkscholen opgelet

Tekst Barneveld
Gepubliceerd op 02-06-2014 Gewijzigd op 23-10-2016
Flinke vernieuwingen van het mbo staan voor de deur. Praktijkscholen moeten opletten: de nieuwe vervolgtrajecten sluiten voor hun leerlingen mogelijk de weg naar een startkwalificatie af.

Wat zijn de gevolgen van de nieuwe wet Focus op vakmanschap voor het praktijkonderwijs? Over deze vraag ging het onderzoek De aansluiting van praktijkonderwijs en mbo in discussie van het GION waarvoor een panel van deskundigen uit het onderwijsveld werd geïnterviewd en op elkaars mening kon reageren.

Praktijkonderwijsleerlingen worden opgeleid om onder meer te werken in de zorg, een winkel, de horeca, een werkplaats of 'in het groen'. Tot nu toe stroomt ruim de helft van de ongeveer 5.500 leerlingen jaarlijks door naar een mbo1- of AKA-opleiding ('arbeidsmarkt gekwalificeerd assisistent') of direct naar een mbo2-opleiding. Dit gebeurt, terwijl praktijkonderwijs bedoeld is als 'eindonderwijs': het heeft als doel om deze leerlingen met een licht cognitieve beperking klaar te stomen voor de maatschappij.

De doorstroom naar mbo2 zal sterk verminderen, doordat er vanwege de wet Focus op vakmanschap vanaf september 2016 ingangseisen aan mbo2-opleidingen gelden: alle leerlingen die instromen, moeten minimaal niveau 2F halen op taal en rekenen.

Voor veruit de meeste praktijkonderwijsleerlingen is dat veel te hoog gegrepen: zij scoren aan het eind van hun opleiding vaak niet hoger dan 1F (het eindniveau van groep 8 van de basisschool). Geschat wordt dat hooguit 15% 2F (vmbo-TL) kan halen in de entreeopleiding. Het merendeel kan dus geen mbo2-opleiding gaan doen.

Concurrentie
Het is daarom de vraag of een vervolg van praktijkonderwijsleerlingen in de entreeopleiding zinvol is. De waarde van een entreediploma zonder doorstroomrecht naar mbo2 op de arbeidsmarkt is nog ongewis, maar duidelijk is wel dat leerlingen uit het praktijkonderwijs dan zullen moeten concurreren met de veel grotere stroom van basisberoepsgerichte vmbo-leerlingen, die ook het 2F-niveau niet halen.

De arbeidsperspectieven van praktijkonderwijsleerlingen zijn behoorlijk goed als ze in de opleiding blijven. Praktijkscholen bedienen al jaren een vrij stabiele (en redelijk gesloten) arbeidsmarkt van on- en licht geschoolde arbeid. Zij zitten goed in de regio en hebben veel contacten met werkgevers en sociale werkplaatsen. Wanneer hun leerlingen een branchecertificaat behalen, kunnen zij meestal wel gelijk aan de slag. Doorleren in de entreeopleiding lijkt voor praktijkschoolleerlingen dus weinig zinvol. Praktijkscholen moeten daarom de ouders van hun leerlingen duidelijk maken dat de hogere status van een mbo-opleiding nergens op gebaseerd is. Als deze leerlingen in de toekomst voor de entreeopleiding kiezen, snijden ze zichzelf vaak in de vingers.

Dag toekomst?
Toch zeggen de deskundigen dat praktijkscholen moeten opletten: ga niet achterover zitten en wachten tot het stof is neergedaald, maar trek eropuit en kijk of je met mbo-instellingen een eigen entreeopleiding kunt ontwikkelen. De examinering blijft volledig in handen van het mbo, maar verder krijgen de scholen alle ruimte. Neem die ruimte.

Het mbo heeft een veel breder aanbod dan het praktijkonderwijs en kan daardoor beter aansluiten bij de opleidingswensen van leerlingen. Het blijft ook in de toekomst mogelijk dat de praktijkschool onderwijs van het mbo inkoopt. Maar ook het mbo heeft belang bij het praktijkonderwijs, omdat het veel expertise heeft in het begeleiden van moeilijk lerende leerlingen. Daarom zouden het praktijkonderwijs en het mbo in regionaal verband de handen ineen moeten slaan.

Zij kunnen bijvoorbeeld denken aan een entreeopleiding binnen de muren van de praktijkschool. Als het praktijkonderwijs en het mbo erin slagen om overeenstemming over de financiën te krijgen, zijn alle samenwerkingsvormen mogelijk.

Tekst Theo van Batenburg

Theo van Batenburg, De aansluiting van praktijkonderwijs en mbo in discussie. Groningen: GION/RUG, 2013.

 

Entreeopleiding
Alle mbo1- en AKA-opleidingen mogen per 1 augustus 2014 doorgaan onder de noemer 'entreeopleiding'. Deze opleidingen zullen onder meer gaan werken met minder profielen, betere examens en intensiever onderwijs. Vanaf 2016 komt hier een instroomeis bij: alleen met niveau 2F op taal en rekenen kunnen leerlingen een mbo2-opleiding gaan doen. Mogelijk zullen de entreeopleidingen dit niveau op de diploma's gaan vermelden.

Verder lezen

1 Mbo

Click here to revoke the Cookie consent