Interview

Praat over complotten

Tekst Ankie Lok
Gepubliceerd op 03-03-2022 Gewijzigd op 26-06-2023
Beeld Yvonne Witte
Met louter feiten kom je niet ver bij jongeren die er complotideeën op nahouden. Achter elk complot ligt een angst, zorg of behoefte. Ga dáár met je klas het gesprek over aan, adviseert socioloog Jaron Harambam.

Welke onderwerpen zijn hot in complotland?
‘Het draait nu vooral om corona, zoals het idee dat machthebbers de pandemie gebruiken voor hun eigen belang of Bill Gates die via vaccins microchips implanteert. Ook globalisering is een belangrijk onderwerp. Onder al die thema’s liggen zorgen over een totalitaire samenleving waar we op af zouden stevenen. Kleinere complottheorieën rond Big Pharma, Big Tech en QR-codes bijvoorbeeld spelen ook weer een rol in dat grotere verhaal.’

‘Laat leerlingen zelf
gevaar van wij-zij-
denken ontdekken’

Wat maakt een complot aantrekkelijk voor jongeren?
‘Als je van iedereen hoort: zo zit de wereld in elkaar, en je ineens een ander verhaal tegenkomt, dan is dat natuurlijk stoer en spannend. Het is voor jongeren ook een manier om zich af te zetten tegen autoriteit. Dat andere verhaal is bovendien vaak makkelijk te vatten en wordt verteld in YouTube- en TikTok-filmpjes of memes (bewerkte foto of bestand dat online veelvuldig gedeeld wordt, red.). Die audiovisuele technieken maken het heel overtuigend. En het is natuurlijk een spannend idee dat een groep achter de schermen de touwtjes in handen heeft. Zo’n versimpeling van een complexe wereld maakt het interessant. Als leraar kun je hierop inspringen door de complexiteit van de wereld juist wel te laten zien.’


Gewoon tegen leerlingen zeggen dat een complot niet waar is of feiten ertegenin brengen, is niet genoeg?
‘Nee, dat polariseert alleen maar meer, weten we uit onderzoek van onder meer Orosz (2016) en Schmitt (2018) en collega’s. De leerling voelt zich dan niet begrepen en niet serieus genomen. Dat complotten niet kloppen, is daarom in een klassikale discussie al een problematisch uitgangspunt. Complotdenkers worden vaak als een aparte groep weggezet en complotten als idiote ideeën. Het werkt beter om bijvoorbeeld het wij-zij-denken binnen zo’n complot ter discussie te stellen.’

Hoe doe je dat als leraar, een laagje dieper graven?
‘Het mooie van de klasdynamiek is dat je een complot samen kunt onderzoeken. Als een leerling iets zegt of vindt, kun je vragen: waar komt die informatie vandaan? Kunnen we met z’n allen argumenten en redenen bedenken om die theorie te ondersteunen of te weerleggen? Waarom vinden we deze of een andere verklaring geloofwaardiger? Je kunt het heel goed teruggooien in de groep, waardoor er een gezamenlijke zoektocht ontstaat naar wat wel of niet waar is. Dat is een leerzame ervaring voor alle leerlingen.’

Samen met collega-onderzoekers stelt u: als leraar moet je ook durven bevragen wat je zelf voor ‘de’ waarheid houdt. Maar je wilt leerlingen toch informeren over wat bewezen is?
‘Het autoriteitsargument “ik ken de waarheid en die moeten jullie overnemen” werkt niet. Je kunt beter de zoektocht van leerlingen begeleiden, ga veel meer op dat onderzoeksproces zitten. Help ze met betrouwbare informatie vinden – hoe en waar zoek je die? En ja, het kan best gebeuren dat een leerling meer over een onderwerp blijkt te weten dan jijzelf. Maar dat hoef je niet als een aanval te beschouwen, jij kunt ook niet alles weten. Deel het juist met de klas: laat de leerling vertellen, vraag klasgenoten wat zij ervan vinden. En laat leerlingen vooral zelf experimenteren en ontdekken waarom jouw kennis beter zou zijn. Besef ook dat complotdenken een symptoom is van diepere vragen, wantrouwen of onvrede. Probeer dus altijd te achterhalen waar de leerling écht mee worstelt.’

Zijn er rode vlaggen in een discussie? Ontoelaatbare theorieën waar je een grens moet trekken?
‘Gevaarlijk wordt het als een bevolkingsgroep als zondebok wordt aangewezen, dan moeten je alarmbellen afgaan. Of als een complottheorie oproept tot haat of geweld. Toch pleit ik voor veel ruimte voor afwijkende ideeën. Dat is het hele idee van het publieke debat, dat er een veelvoud aan ideeën mag bestaan en dat je daarover kunt praten. Hanteer dus ruime grenzen, zoals dat ook in de wet is vastgelegd over geweld en uitsluiting, en zelfs dan zijn er ideeën waar je over moet willen praten. Je kunt uitleggen wat er gevaarlijk aan is en wat het in de geschiedenis zoal teweeg heeft gebracht. En probeer dus verder te kijken dan de complotinhoud, kijk naar de taal en maatschappelijke dimensie: welke groepen zitten erachter, welk doel hebben zij? Zo laat je leerlingen ontdekken hoe polarisatie werkt.’

Leven op een vmbo meer complottheorieën dan op een vwo? Of is er verschil tussen een superdiverse school in de Randstad en een dorpsschool?
‘Uiteenlopende groepen in de samenleving zijn gevoelig voor complotdenken, elk vanuit hun eigen achtergrond, dus dat zul je ook op school terugzien. Het komt voor bij mensen die zich buitengesloten of achtergesteld voelen, in de lagere sociale klasse, in perifere gebieden of bij mensen met een migratie-achtergrond. Maar ook bij hoogopgeleide urban hipsters en antroposofen met holistische ideeën over lichaam en geest en een afkeer van moderne technologieën. Er zijn ook mensen die uit rancune of boosheid jegens de elite de officiële waarheid niet vertrouwen, denk aan FvD-aanhangers. Het helpt als je de leefwereld van de complotdenker begrijpt, ook in je klas: welke betekenis heeft een bepaald idee bij deze leerling of in het gezin? Afhankelijk daarvan kun je er anders mee omgaan. In het ene geval blijkt het eigenlijk te gaan over groepsidentiteit, in een ander geval over de wetenschap versus andere vormen van kennis, of over angst voor globalisering. Dan kun je dáárover praten, zolang je dat maar met deugdelijke argumenten doet.’

Gaat zo’n gesprek uiteindelijk niet ook gewoon over mediawijsheid?
‘Mediawijsheid is vaak nogal plat: wat is de bron en is die betrouwbaar? Dat is wel belangrijk, maar ook betrouwbare bronnen kunnen de mist in gaan, kijk maar naar de berichtgeving over de redenen voor de Irak-oorlog. Mediawijsheid kan helpen, maar je moet duidelijk maken wat een bron of bericht betrouwbaar maakt. Dat zit ’m onder meer in een solide onderbouwing en correcte interpretatie van data. Bij bronnen die een complot verspreiden, kun je leerlingen vragen: welke communicatietrucjes zie je? Hoe herken je overdrijving bijvoorbeeld, framing, een valse tegenstelling of extreme koppen? En welke bronnen gebruikt het artikel, welke mensen worden aangesproken? Het zet meer zoden aan de dijk als je die mechanismen laat zien, dat informatie lang niet altijd neutraal is.’

‘Mediawijsheid draait
om meer dan alleen
“betrouwbare” bron’


Complotten kunnen best explosieve materie zijn. Dat moet je als leraar maar net aandurven?
‘Door racisme en gevoelige onderwerpen wel te bespreken, kunnen ze juist minder aantrekkelijk worden. Een thema blijft spannend voor leerlingen als het verboden terrein is. Vaak zijn complotten trouwens ook gewoon grappig. De theorie dat vogels afluisterrobots zijn of de Flat Earth Society bijvoorbeeld, daarbij heb je een mooie Netflix-documentaire die je samen kunt bekijken. En dat Bill Gates de wereldbevolking wil decimeren: prima, laten we het daarover hebben. In dat gesprek – over zo’n steenrijke filantroop die zich met vaccinontwikkeling bezighoudt – kun je de rol van miljardairs in onze gezondheidszorg aan de orde stellen. Door te focussen op de maatschappijkritiek die aan een complot ten grondslag ligt, laat je zien: ik luister naar je, ik begrijp je punt, maar kijk dan eens naar deze of die informatie. Zo leid je leerlingen mogelijk weg van het complot.’

En kun je lachwekkende ideeën laten passeren? Het zijn toch ook gewoon pubers?
‘Ik zou er altijd op ingaan. En dan zie je wel waar het vandaan komt, of het provocatie is of dat de leerling ergens serieus mee zit.’

 

Voor het blok

Factcheck-tools?

‘Ja, maar bedenk goed welke je gebruikt. Vaak maken ze een strikt onderscheid tussen waar en niet-waar, en betrouwbare en onbetrouwbare kanalen. Maar je moet het ook hebben over wat een medium precies betrouwbaar maakt. Hoe worden cijfers bijvoorbeeld geïnterpreteerd? Een nuttige tool is nieuwscheckers.nl, van de Universiteit Leiden.’


TikTok – waar complotten zich snel kunnen verspreiden – maar beter negeren?

‘Nee. Als jongeren daarmee aankomen, is het belangrijk om die bron mee te nemen. Sluit aan bij hun leefwereld. Zo worden complottheorieën tenslotte populair, via influencers. Controversiële informatie trekt veel verkeer en levert meer likes op. Door dat te bespreken maak je duidelijk hoe die technologie werkt in een maatschappelijke context.’


Bij elk vak aandacht voor complotdenken?

‘Ja, als het moment zich aandient. Polarisatie, groepsdenken, racisme, diversiteit: het is de Bildung van de nieuwe generaties. Centraal staat hoe we met elkaar én met informatie(technologie) omgaan.’



Gratis brochures

Download Complotten in de klas. En hoe ga je daar als docent mee om? (School en Veiligheid i.s.m. Anne Frank Stichting) en de Leidraad voor complottheorieën (Europees onderzoeksnetwerk COST/Compact, 2020).


Jaron Harambam (1983) is docent aan de VU Amsterdam. Hij promoveerde in 2017 op complotdenken, maakt deel uit van het Europese onderzoeksnetwerk COST/Comparative Analysis of Conspiracy Theories en is mede-auteur van het boek The Truth is Out There (Singel, 2021), met portretten van waarheidszoekers.

Dit artikel verscheen in Didactief, maart 2022.

Verder lezen

1 Tsja, ik vind ze niet te vertrouwen…
2 Leestips Jaron Harambam

Click here to revoke the Cookie consent