Van 30 januari tot 5 februari is de jaarlijkse Poëzieweek. Een mooie aanleiding om aandacht aan poëzie te besteden (al past een gedicht natuurlijk in elke schooldag). Gebruik bijvoorbeeld de nieuwe bundel van het duo Bette Westera en Sylvia Weve. Na Doodgewoon (2014), bekroond met de Gouden Griffel, pakken ze in Uit elkaar een ander pittig thema bij de lurven: gescheiden ouders.
De bundel opent met enkele liefdesgedichten, maar daarna waait de roze wolk definitief over. Alle facetten waar kinderen van gescheiden ouders mee te maken krijgen, komen langs, zoals wonen in twee huizen, (weer) een nieuwe partner van mama of papa, huisdieren die opeens uit beeld verdwijnen, schuldgevoelens (‘Zou het anders zijn gegaan als hij (…) al zijn toetsen goed zou leren?’).
Ook nu weer slaagt Westera erin om over iets zwaars licht te dichten. Ze gebruikt geen grote woorden en nauwelijks beeldspraak. Wel veel eindrijm en herhaling en die geven de gedichten vaart. Haar kracht zit ’m in de kinderblik en de humor. Komisch is de brief aan de minister van onderwijs met het verzoek om een langere zomervakantie, want na twee vakanties met elke ouder heb je als kind tijd nodig om gewoon even te niksen. Veel gedichten zijn herkenbaar, andere draaien de zaken juist om. Zoals Irene die op school als buitenbeentje gepest wordt omdat haar ouders nog steeds bij elkaar zijn.
Het boek is fraai vormgegeven. De paginavullende illustraties van Sylvia Weve vormen een fraaie twee-eenheid met de teksten. Ze vergroten de humor of de emotie uit. Zo staat het gedicht ‘Onzin’, over de schuldgevoelens, op een geheel zwarte dubbelpagina met een groot roze kruis erdoor. Het duo Westera-Weve kwalificeert zich moeiteloos voor volgende prijzen.
Bette Westera en Sylvia Weve (ill.), Uit elkaar. 9+, 72 blz. Gottmer, 2019, € 22,99.
Dit artikel verscheen in Didactief, januari-februari 2020.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven