Elke basisschool gebruikt tegenwoordig een methode om pesten aan te pakken. Eind jaren negentig gold dat nog slechts voor minder dan de helft van de basisscholen. Desondanks krijgt de Nederlandse Katholieke Vereniging van Ouders (NKO) veel signalen dat het omgaan met pesten op scholen nog steeds een belangrijk probleem is. Op verzoek van de NKO is nagegaan hoe de huidige situatie op basisscholen is. Uit enquêtes onder schoolleiders en ouders blijkt pesten op veel basisscholen eerder regel dan uitzondering. Toch zijn de directeuren in het algemeen tevreden over de aanpak en de daarbij gebruikte maatregelen en methoden. Ouders zijn hier wat negatiever over. De directeuren noemen wel knelpunten. Ruim de helft betreft de eigen leerkrachten. Deze hanteren niet altijd dezelfde aanpak, omdat er onvoldoende draagvlak is of omdat ze niet op één lijn zitten; de groepsleerkrachten of de trainer sociale vaardigheden bezitten onvoldoende expertise; ze zijn onvoldoende vaardig om op te treden en kunnen niet altijd onderscheid maken tussen pesten en plagen. Ook de communicatie met de ouders lijkt op sommige basisscholen een knelpunt. In het onderzoeksrapport zijn good practices van zes ‘effectieve’ scholen opgenomen, waaruit enkele gemeenschappelijke succesfactoren naar voren komen: een goede communicatie tussen leerkrachten en met leerlingen, en buiten de school met ouders, elkaar kennen en elkaar aanspreken op pesten. Alle zes beschreven scholen zijn wel gesitueerd in een rustige omgeving. Dit roept de vraag op of deze scholen ook effectief zouden zijn in meer complexe omgevingen, zoals grote steden of buurten met veel etnische of culturele diversiteit.
Ewoud Roede en Charles Felix, Het einde van pesten op school in zicht? De effectiviteit van antipestaanpakken op basisscholen. Amsterdam, SCO-Kohnstamm Instituut, 2009. (LPC-onderzoek). Te bestellen via http://www.sco-kohnstamminstituut.uva.nl.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven