Onderzoek

Op een nieuwe manier verder

Tekst Winnifred Jelier
Gepubliceerd op 09-12-2021 Gewijzigd op 08-12-2021
De Stichting Katholiek Onderwijs Enschede greep de coronacrisis aan om het curriculum kritisch onder de loep te nemen en meer ruimte te scheppen voor leerlingwelzijn. SLO-richtlijnen boden houvast. ‘Ons curriculumbewustzijn is sterker: we denken meer vanuit het grotere geheel.’

Een crisis vraagt om direct handelen. Ook al zijn er veel onzekerheden, niets doen is geen optie. Maar toen in december 2020 de tweede lockdown begon, besloot het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Enschede (SKOE) dat niet alles meer om de korte termijn mocht draaien. ‘We hadden in de periode ervoor hard gewerkt om alles gaande te houden, maar nu wilden we er na de lockdown niet weer op dezelfde manier vol in,’ zegt Marit Kruiskamp, kwaliteitsmanager SKOE. De stichting richtte een denktank op met enkele ib’ers, orthopedagogen, een directeur en de beleidsmedewerker onderwijskwaliteit. Ook SLO schoof aan. De opdracht: bedenk een ‘exit-strategie’.

 

Overzicht krijgen

De denktank kwam al snel tot de conclusie dat een focus op cognitieve achterstanden te beperkt zou zijn. ‘We wilden niet meer alleen inzetten op het zo snel mogelijk inhalen van achterstanden, direct na de lockdown, maar de hele schoolloopbaanontwikkeling van het kind, inclusief welzijn, als uitgangspunt nemen,’ zegt Kruiskamp.

De eerste stap was in kaart brengen waar de leerlingen zich bevonden op het moment dat de scholen weer open gingen. Alle scholen kregen analysevragen (die op de site van de PO-Raad staan) en handreikingen om dit op een overzichtelijke manier te doen.

‘Toetsen kunnen een handige manier zijn om een indruk te krijgen van de cognitieve ontwikkeling van een kind,’ zegt Rian Prins, orthopedagoog en schoolpsycholoog bij de SKOE. ‘Maar ze geven geen volledig beeld van de ontwikkeling van een kind en wij hebben leraren daarom na de tweede lockdown nadrukkelijk gevraagd om vooral te kijken naar de brede ontwikkeling van de leerlingen en dus ook hoe ze in hun vel zitten. Leerkrachten mogen meer vertrouwen op wat ze zien en ervaren bij hun leerlingen. Zijn sommige kinderen stiller of juist drukker geworden in de klas? Hoe hebben ze de afgelopen periode ervaren? En waar hebben ze nu behoefte aan? Hoe pakken ze de lesstof weer op nu ze weer in de klas zitten? Leraren hebben daarnaast ouders gevraagd hoe het met hun kind ging de afgelopen periode en hebben leerlingenquêtes gebruikt om zich een beeld te vormen van de ontwikkeling en het welbevinden van de leerlingen.’

De ontwikkeling van de kinderen analyseren leverde weinig uitdagingen op volgens Elmi Broekhof, directeur van basisschool Paus Joannes, een SKOE-school in Enschede-Oost: ‘Alle scholen binnen de stichting voeren altijd al analyses uit. We zijn het dus gewend, ook al was de situatie nu natuurlijk anders.’

Uit de analyses bleken geen grote verschillen tussen groepen op cognitief vlak. Wel was te zien dat veel groepen een minder sterke groei dan normaal hadden doorgemaakt. ‘Maar de kansenongelijkheid tussen individuele leerlingen was wel gegroeid,’ zegt Kruiskamp. Dit is in lijn met ontwikkelingen elders in het land. Prins: ‘Ook bij ons is gebleken dat kinderen die het thuis en/of op school al niet zo gemakkelijk hadden, het vaak nog moeilijker hebben gekregen.’

 

Keuzes maken

Om leraren de tijd te geven om kinderen ook sociaal-emotioneel te ondersteunen heeft de stichting de scholen gevraagd om te focussen op cruciale cognitieve doelen voor de betreffende leerjaren. Kruiskamp: ‘Overige doelen die nog niet worden beheerst, kunnen meeverhuizen naar het volgende leerjaar. Bijvoorbeeld wetenschap & techniek konden wel op een lager pitje.’

Ook zijn er bovenschoolse netwerken opgericht om ervaringen en kennis te delen. Kruiskamp: ‘Elk netwerk heeft een thema, zoals “taal”, “rekenen” of “gedrag”. Tijdens de bijeenkomsten delen collega’s wat lijkt te werken en wat niet, in het bijzijn van een onderwijsexpert. Deze expert helpt om indrukken te plaatsen, vragen goed te formuleren en passende oplossingen te bedenken. Ook vanuit SLO is iemand wel eens aangeschoven om mee te denken en specifiek inhoudelijke input te geven.’

Daarnaast kunnen  de scholen gebruikmaken van ‘coaching on the job’, individuele begeleiding van leraren en specialisten binnen de school. Hierin staan persoonlijke leerdoelen van léraren centraal. Kruiskamp: ‘Die kunnen variëren van ondersteuning bieden bij sociaal-emotionele problemen tot beter feedback leren geven aan collega’s tijdens een lesobservatie.’

‘Iedereen denkt meer vanuit de leerlijnen, het grotere geheel’

De maatregelen van de stichting zijn bij de leraren in goede aarde gevallen, zegt schooldirecteur Broekhof. ‘Door de houding van het bestuur kregen we als school weer lucht na de tweede lockdown. Door het welzijn van kinderen tot prioriteit te maken en een beperkt aantal cognitieve doelen werd paniekvoetbal voorkomen. Ook voelen de leraren zich gesteund door de oprichting van de bovenschoolse netwerken en de mogelijkheid tot individuele coaching.’

 

Curriculum in balans brengen

Bij de prioriteiten die de stichting stelde, maakte ze onder meer gebruik van SLO-richtlijnen. Kruiskamp: ‘Ik heb de indruk dat we door deze pas op de plaats een sterker curriculumbewustzijn binnen de organisatie hebben ontwikkeld. Zo waren leraren voorheen sterker gericht op de methode. Die moest worden afgewerkt. Nu wordt er meer gedacht vanuit de leerlijnen, het grotere geheel. Er is beter zicht op hoe leerjaren zich tot elkaar verhouden en waartoe we leerlingen opleiden.’

‘De crisis kan ook een kans zijn om te reflecteren’

SLO‘er Gäby van der Linde-Meijerink denkt dat de SKOE een inspiratiebron kan zijn voor andere scholen. ‘De stichting illustreert naar mijn idee goed hoe een crisis ook een kans kan zijn om te reflecteren op wat je als school nu echt belangrijk vindt in je onderwijs.’ Ook is ze onder de indruk van de flexibiliteit van de organisatie. ‘Zo was het aan het begin van de crisis belangrijk dat het bestuur de regie nam, maar vervolgens moest deze weer zo snel mogelijk terug naar de leraren. Dat is bij de SKOE goed gelukt door duidelijke kaders te scheppen en extra ondersteuning aan leraren te bieden.’

 

Klaar voor de toekomst

De coronacrisis is nog niet voorbij, maar de toekomst bij de SKOE ziet er volgens de betrokkenen rooskleurig uit. Broekhof: ‘Bij ons op school is een grote onderlinge solidariteit ontstaan. Collega’s zijn nog meer bereid om elkaar te helpen en samen het onderwijs te verbeteren. Ook weten zowel leraren als leerlingen nu duidelijker waar ze staan en waar ze nog moeite mee hebben. Dat is de grootste winst van de afgelopen periode.’

 

Tips om bewust te werken aan curriculumontwikkeling

  • Neem de tijd om uit te zoomen: kijk naar de kerndoelen en de referentieniveaus; waar moet je op focussen?

  • Pak de leerlijnen er weer eens bij, of – als je die niet hebt – ontwikkel eigen leerlijnen. Zijn ze overzichtelijk en sluiten ze goed aan bij de schooldoelen? Kijk op de website van SLO voor handreikingen en voorbeelden.

  • Blijf met collega’s in gesprek over jullie onderwijs. Sluit wat je als school aanbiedt, nog aan bij wat de samenleving vraagt of is daar iets in veranderd? Hoe kunnen jullie zorgen dat het onderwijs goed aansluit bij de behoeften van jullie leerlingen?

  • Richt je op zaken waar je invloed op hebt, zoals het lesaanbod, de afstemming op verschillen tussen de leerlingen en je eigen didactisch handelen.

 

    Click here to revoke the Cookie consent