Interview

Ook op reguliere school gaan autisten vooruit

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 12-03-2014 Gewijzigd op 25-10-2016
Kinderen met ADHD en autisme gaan op een reguliere school net zoveel vooruit als op een speciale school. Succes voor passend onderwijs dus verzekerd? Ja en nee, stelt ontwikkelingspsycholoog Regina Stoutjesdijk.

Een opvallende conclusie uit uw proefschrift: het maakt niet uit of kinderen met een gedragsstoornis op een gewone of speciale school zitten.
'Je zou inderdaad verwachten dat de speciale setting gunstiger is voor gedrag en leerprestaties. Maar we vonden juist geen verschillen. Overigens ging het in mijn onderzoek om kinderen met een niet al te ernstige vorm van autisme of gedragsproblemen, want we moesten ze goed kunnen vergelijken met soortgelijke leerlingen in het reguliere onderwijs. Maar deze kinderen hoeven dus misschien helemaal niet op een speciale school te zitten.'

Hoe kunnen leerkrachten het beste met deze kinderen omgaan?
'Dat je kinderen met autisme structuur moet bieden, weten de meesten wel. Maar het is ook belangrijk om hun daarnaast emotionele ondersteuning te bieden. Dat kan met eenvoudige vragen als "Hoe was je dag?", of door dieper door te vragen over hoe kinderen zich voelen.
Dat is voor kinderen met ADHD ook belangrijk, in combinatie met het belonen van goed gedrag. Emotionele ondersteuning is geen strategie waar mensen meteen aan denken. Want met autisten is het juist lastig om contact te maken en bij ADHD'ers is juist storend gedrag prominent. Maar uiteindelijk komt het neer op begrip en interesse tonen en werken aan een vertrouwensband.'

Denk je dat passend onderwijs een succes gaat worden?
'Mijn onderzoeksresultaten suggereren dat regulier onderwijs voor meer leerlingen mogelijk is dan nu het geval is. Dat ondersteunt dus de ideologie van passend onderwijs. Maar dan moet wel worden voldaan aan enkele randvoorwaarden.'

Zoals?
'Er zou meer afstemming mogen komen tussen wat er thuis en op school aan begeleiding wordt geboden. Op dit moment ondersteunen thuis en school elkaar vaak niet. Leerkrachten zouden op dit punt meer ondersteuning mogen krijgen van professionals uit de jeugdzorg binnen de samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs.'

Leerkrachten zeggen vaak: één of twee kinderen met gedragsproblemen in de klas kan ik wel aan, maar het moeten er niet te veel worden. Hoe kunnen we hen helpen?
'Dat moet je niet per leerkracht, maar schoolbreed aanpakken. De schoolleider kan meer op zoek gaan naar creatieve oplossingen. Leerlingen hoeven bijvoorbeeld niet de hele dag in een en dezelfde klas te zitten. Ze kunnen ook voor de helft in een reguliere en de helft in een speciale klas zitten. Waarom zou een leerkracht de hele dag lesgeven aan een klas in dezelfde samenstelling?
Nederland loopt vergeleken met het buitenland iets achter met inclusief onderwijs. Bij ons staat nog steeds het klassikale model centraal. In de VS, Engeland en de Scandinavische landen zie je veel meer tussenvormen.'

Maar waar blijft dan het 'klassengevoel'?
'Misschien moet er meer een "schoolgevoel" ontstaan om alle kinderen goed onderwijs te kunnen geven'

Regina Stoutjesdijk, Children with Emotional and Behavioral Disorders in Special Education. Proefschrift Universiteit Leiden, 2014.

Tekst: Bea Ros

Dit artikel is verschenen in de rubriek Onderzoek Kort van Didactief (maart 2014).

 

Click here to revoke the Cookie consent