'Welcome to our school, Miss. Would you like some coffee or tea?' Het kleine halletje van Giles Junior School staat vol met beleefde kinderen in geel-zwarte schooluniformen die ons vriendelijk ontvangen. Vandaag is het Leadershipday, een dag waarop de school haar vooruitgang als The Leader in Me-school laat zien aan mensen van buiten. Gasten uit heel Europa - en zelfs daarbuiten - nemen een kijkje. Giles is een multiculturele basisschool in het Engelse Stevenage, even ten noorden van Londen. Het is niet de meest welvarende plek in Engeland: veel van de leerlingen hebben het thuis niet breed en komen uit multiprobleemgezinnen. Het is niet aan ze te merken.
Zelfverzekerd leiden de kinderen hun gasten rond, houden ze korte toespraken en maken zelf overal video-opnamen van. Als ervaren sprekers vertellen ze het internationale publiek - op het podium in de aula - over hun ervaringen met de 7 gewoonten. Bijvoorbeeld Joy, die vertelt dat ze vroeger weleens nee zei als de leraar haar vroeg iets te doen. 'Nu ben ik een beetje gegroeid, ik ben proactiever geworden.' Josh bekent dat hij eerst niet zo enthousiast was over het nieuwe programma, maar er gaandeweg in is gegroeid. 'Ik rommelde maar wat aan, maar ik ben steeds meer mijn best gaan doen om de juiste keuzes te maken. Communiceren is niet makkelijk voor me, want ik ben autistisch. Maar als ik nu een conflict met iemand heb, probeer ik dat op te lossen door win-win te denken. Ik ben er rustiger van geworden.'
Waarom is de school eigenlijk met The Leader in Me begonnen? Schoolhoofd Heather Davies vraagt zich vooral af waarom ze er niet eerder mee zijn begonnen. 'Ik wou dat ik er 30 jaar geleden al van had gehoord. Maar het is nooit te laat. Het was duidelijk dat er iets moest veranderen op Giles. Het was een deprimerende school. Leerlingen gedroegen zich respectloos, vooral op de speelplaats. Bovendien waren veel kinderen nogal passief als het op leren aankwam: ze zagen er het nut niet van in.' Geïnspireerd door Covey's boek legde Davies contact met A.B. Combs Elementary School in Raleigh (VS), de eerste The Leader in Me-school. Ze wilde graag weten hoe het programma in de praktijk werkte. Ze was erg onder de indruk van wat ze daar zag. 'Het mooiste vond ik dat die school het potentieel van alle leerlingen naar boven haalde. Iedereen kan het voortouw nemen. Dat sprak me erg aan.'
Maar toen Davies vorig jaar besloot het programma ook op Giles in te voeren, werd haar plan niet meteen met gejuich ontvangen. 'Het team was aanvankelijk minder enthousiast dan ik. The Leader in Me doet een beetje Amerikaans aan: de gewoonten en de termen die worden gebruikt, kwamen eerst wat geforceerd over. Sommige leraren hadden daar moeite mee. En de leerlingen stonden ook niet meteen te springen.' Toch hebben ze zich daar met z'n allen overheen gezet, zegt Davies. 'We hebben wel een paar kleine aanpassingen gemaakt, om het programma beter bij onze eigen cultuur te laten aansluiten. Bijvoorbeeld steeds iedereen de hand schudden, zoals in het boek staat, dat doen we hier niet. Vinden we een beetje te veel van het goede. Maar de essentie van The Leader in Me, die is universeel. En die brengt ons heel veel goeds, daar zijn we het inmiddels wel over eens.'
Later op de ochtend mogen we de lessen bijwonen. Bij de deur van het lokaal komen meteen twee leerlingen naar ons toe: Liam en Leah, de greeters. Hun leadership-taak is om mensen van buitenaf te verwelkomen. Trots leiden ze ons rond door hun kleurige klas, presenteren hun werkboeken en vertellen over hun ervaringen. Leah: 'De 7 gewoonten hebben veel veranderd in hoe we ons gedragen. Natuurlijk, rekenen is nog steeds rekenen, maar de sfeer in de klas is nu veel fijner. We helpen elkaar en werken beter samen.' Aan de muur hangt een bord met alle gewoonten; daarnaast zijn post-its geplakt met de namen van leerlingen uit de klas die ze hebben toegepast: 'Barry, omdat hij de speeches voor Leadership day heeft geregeld' en 'Anna, omdat ze me geholpen heeft met de computer'.
Aan een andere muur hangt een lijst met de namen van alle leerlingen, met daarachter hun leadership-taak: speelpleinadviseur, greeter, bemiddelaar. Iedereen heeft een eigen taak. Leah: 'Dat is niet alleen voor ons goed, omdat we ervan leren, maar ook de juf heeft er wat aan. We letten nu beter op elkaar en nemen haar daarmee een hoop werk uit handen. Zij kan zich beter concentreren op haar belangrijkste taak: lesgeven.' Lerares Nicola Evans kan dat alleen maar beamen. Sinds de school vorig jaar september begon te werken volgens de principes van The Leader in Me, is haar werk een 'stuk leuker' geworden, vertelt ze. 'Het gedrag van de leerlingen is veranderd: ze nemen nu eerder zelf initiatieven, helpen elkaar en zijn beter in het oplossen van conflicten. Er wordt veel minder gepest.' Het mooie van de vaardigheden die de kinderen van de 7 gewoonten opsteken, zegt Evans, is dat ze verder reiken dan het hek van de school. 'Het zijnlife skills waar ze ook thuis, in hun latere carrière en in de rest van hun leven veel aan zullen hebben.'
En toch - moeten kinderen niet gewoon spelen, in plaats van op jonge leeftijd al met allerlei doelen te werken en steeds op hun verantwoordelijkheden te worden gewezen? Nee hoor, zegt de Noorse Lise Kragset, een van de internationale gasten van vandaag. Kragset verspreidde The Leader in Me in Noorwegen en was de eerste die de methode ook invoerde op een peuterspeelzaal. 'Ik hoor die kritiek wel vaker: zijn die kinderen hier niet te jong voor? vragen mensen dan. Maar dat vind ik niet, want je past de taken en doelen aan op de leeftijd van de leerlingen. Bij peuters gaat het om heel kleine, alledaagse dingen: je eigen veters leren strikken, eerst je handen wassen voordat je gaat eten, leren hoe je kunt reageren als je boos of verdrietig bent. Kleine kinderen pikken de 7 gewoonten juist heel snel op, is mijn ervaring: ze leren problemen op te lossen en gaan in meer harmonie met elkaar om.'
Die harmonie is ook op Giles te zien. Wie door het gebouw loopt, ziet een school die beperkte middelen heeft, maar een enorme motivatie om er alles uit te halen wat erin zit. 'Doe het juiste, ook als er niemand kijkt', is te lezen op een grote poster in de aula. Aan een muur in een van de vrolijk geschilderde gangen hangt een groot vel karton met foto's van alle leraren en briefjes, waarop hun persoonlijke doelen staan: 'mijn lokaal beter opruimen', 'goed eten', 'voldoende slapen'. Het is duidelijk: iedereen op de school doet mee aan The Leader in Me, ook de leraren zelf. Dat maakt de school een organisch geheel: iedereen is gelijk en helpt elkaar.
Maar kost het niet veel extra tijd, vraag ik aan de schoolleider, om zo'n programma in te voeren? Davies: 'Ja, in het begin gaat er wel een hoop tijd in zitten. Maar het is absoluut de moeite waard. Want op termijn scheelt het juist werk, als leerlingen wat onafhankelijker worden. Dan kun je als leraar of schoolleider af en toe een stapje terug doen.' Terwijl we staan te praten, komen er twee meisjes naar de schoolleider toe: 'Mevrouw Davies, onze flyers zijn bijna op. We willen graag naar het kantoortje om nieuwe uit te printen. Is dat goed?' Ja, natuurlijk is dat goed. Trots kijkt Davies me aan: 'Zo ziet het er dus uit. Leerlingen zien een probleem en komen zelf al met de oplossing; toestemming vragen is bijna overbodig geworden. Ze nemen zelf de leiding.'
Dit artikel is onderdeel van de Didactief-special The Leader in Me (oktober 2013), die tot stand is gekomen in opdracht en met financiële bijdrage van CPS.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven