Het rapport Onderwijsstelsels vergeleken dat vandaag op een beleidsconferentie wordt gepresenteerd, vormt de afsluiting van een vijfjarig onderzoeksproject onder leiding van Herman van de Werfhorst, in opdracht van het NRO. Het was een samenwerking van de Universiteit van Amsterdam, Maastricht University en Erasmus Universiteit in samenwerking met OCW. In een ideaal onderwijsstelsel krijgen alle leerlingen kans om hun talenten optimaal te ontplooien, verwerven ze relevante kennis en vaardigheden voor de arbeidsmarkt en worden ze gevormd tot zelfstandige burgers. Maar een gunstige inrichting van het onderwijsstelsel voor de ene functie kan wel eens ongunstig uitpakken voor een andere functie. Hoe vinden we het ideale evenwicht? Dit rapport biedt een wetenschappelijk fundament voor de discussie over de inrichting van het Nederlandse onderwijsstelsel. We nemen de drie basiskenmerken die het Nederlandse stelsel al sinds jaar en dag kent onder de loep: vroege selectie, gestandaardiseerde toetsen en een sterke beroepsonderwijssector. Met internationale vergelijkingen brengen we in kaart hoe deze stelselkenmerken al dan niet bijdragen aan de drie hoofdfuncties van ons onderwijs: cognitieve vorming, voorbereiding op de arbeidsmarkt en
socialisatie tot zelfstandige burgers.
Dit rapport vat de centrale bevindingen samen van het interuniversitaire onderzoeksprogramma Onderwijssystemen en centrale functies van scholing. De empirische evidentie uit onze studies kan bijdragen aan de onderbouwing van keuzes bij de inrichting van ons onderwijsbestel.
Tekst redactie Didactief
Gepubliceerd op 15 oktober 2015
1 Drie vragen aan Herman van de Werfhorst
2 Stuur ze naar school!
3 Allemaal een 6 gooien
4 Klaar voor de start?
5 'Nederland heeft een mooi maar star systeem'
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven