Nieuws

Onderwijsraad voegt zich bij critici NPO

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 03-06-2021 Gewijzigd op 03-06-2021
De Onderwijsraad voegt zich in het koor van experts die kritisch zijn over het Nationaal Programma Onderwijs. Kijk nou eens naar de lange termijn, adviseert hij OCW.

In zijn advies aan de kabinetsformateur meldt de Onderwijsraad (OR) begin juni expliciet dat zij de zorgen over het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) deelt die de Algemene Rekenkamer, het Onderwijs OMT en de Onderwijsinspectie eerder uitten. Laat scholen liever eerst leerlingen helpen die vlak voor hun eindtoets groep 8 of voor hun eindexamen staan, zegt de raad, en geef ze daarnaast de tijd om zich echt te verdiepen in wat er nodig is om niet alleen achterstanden in te lopen, maar duurzaam te verbeteren. Online lieten diverse scholen al weten dat het praktisch onmogelijk is om een NPO-plan nog door de medezeggenschapsraad te krijgen voor de door OCW beoogde deadlines (link). De raad geeft blijk die tijdsdruk te voelen, maar waarschuwt sowieso voor de korte termijnblik waartoe het NPO dwingt. Liever beschouwt de raad het NPO als het begin van een lange termijn investering.

 

NCO brengt schade lockdown in beeld

Scholen kunnen last hebben van teveel subsidieaanbod, stelde eerder al Jeroen Goes, voorzitter van het CvB bij Fluvium (20 PO-scholen in de regio Utrecht). Naar zijn zeggen zijn er binnen zijn stichting scholen die enorme last hebben gehad van de corona-lockdown én vestigingen waar 99% van de leerlingenpopulatie er stralend doorheen fietste. De verschillen tussen basisscholen en tussen leerlingen zijn ook landelijk groot, bleek op 2 juni uit de cijfers die het Nationaal Cohortonderzoek (NCO) publiceerde. Scholen hebben na de eerste lockdown hard gewerkt, en waren mede daardoor beter voorbereid toen de tweede lockdown kwam; de schade is relatief kleiner. Problemen manifesteren zich bij bepaalde vakken en bij bepaalde groepen leerlingen  – de vertraging is het grootst bij begrijpend lezen, kinderen uit eenouder- of uit grote gezinnen, kinderen uit gezinnen met een lage SES en bij leerlingen op kleine en niet-stedelijke scholen. Gemiddeld is de vertraging in leergroei drie tot zeven weken. Juist de verschillen tussen scholen pleiten er voor om gericht te werken aan inhaalprogramma’s, aldus de onderzoekers van het NCO.

Meer info over de cijfers van het NCO en wat die kunnen betekenen voor uw school?

 

Voor er iets ten goede zal veranderen in het Nederlandse onderwijs, moeten eerst de teruglopende onderwijsprestaties en de groeiende kansenongelijkheid worden aangepakt, vindt de Onderwijsraad, en vooral het kwalitatieve en kwantitatieve tekort aan leraren en schoolleiders. Het zijn problemen die er al waren vóór corona natuurlijk. We zijn met z’n allen in een vicieuze cirkel geraakt van een groeiend lerarentekort, minder onderwijskwaliteit en stijgende werkdruk, aldus de OR. Juist scholen met veel leerlingen die extra hulp nodig hebben, worden hierdoor geraakt. Juist zij zijn het ook die nu de meeste last hebben van corona (zie kader hierboven), maar tegelijkertijd helemaal de capaciteit niet hebben om nu een NPO-‘inhaalactie’ op touw te zetten. Maak daarom het lerarentekort chefsache en maak straks afspraken over de aanpak in het regeerakkoord. Weg met de vrijblijvendheid met andere woorden. Put your money where your mouth is, Rutte.

Opvallend na zijn roep om kwalitatief betere leraren (die hij vergezelt van een kort inhoudelijk wensenlijstje voor de lerarenopleidingen) is de oproep van de Onderwijsraad om onnodige ballast uit de opleiding van zij-instromers te gooien. De raad volgt daarmee het pleidooi van Merel van Vroonhoven, leider van de Taskforce Lerarentekort, maar neemt ook het risico voor lief dat in de toekomst concessies worden gedaan aan de inhoud van de opleiding.

De raad pleit er bij de formateur voor structureel meer geld uit te trekken voor onderwijs, door het hele systeem heen, van basis- tot wetenschappelijk onderwijs. Het NPO moet met andere woorden vooral een begin zijn. Momenteel is het onderwijsbudget net groot genoeg, zegt hij, om de boel te laten draaien. Maar om de basis op orde te maken, is het nodig tijdelijk een buitenboordmotor aan te koppelen: dien samen met de sector plannen in bij het Nationaal Groeifonds. Monitor daarnaast de investeringen uit het NPO, zodat je na twee jaar kunt verlengen of bijstellen. De raad wijst terecht op het risico dat de NPO-fondsen verschillen tussen scholen onbedoeld kunnen vergroten. Door te monitoren kun je in een paar jaar de probleemscholen nog beter identificeren en hulp aanbieden.

Overigens zal niet alleen OCW in de buidel moeten tasten. Verwijzend naar een rapport van het ministerie van Financiën vermeldt de OR dat een deel van de schoolgebouwen PO en VO niet voldoet aan de wettelijke vereisten. De Nederlandse gemeenten mogen zich aangesproken voelen.

 

Zo gaat het overzee

In Groot-Brittannië is een rel uitgebroken over de hersteloperatie om corona-achterstanden te repareren. In februari stelde Downing Street Kevan Collins aan om een plan te maken, maar hij gaf op 2 juni de opdracht terug, omdat de overheid hem met een fooi zou afschepen. Naar verluidt zou Collins 15 miljard Britse ponden eisen, hij kreeg 1,4 miljard voor drie jaar, een bedrag dat woensdag werd verhoogd tot ruim 3 miljard.

 

Pikant is dat de raad pleit voor meer centrale regie op onderwijs in plaats van het 1000 bloemen bloeien concept. OCW moet niet alleen investeringen en impulsen maar ook de inhoudelijke aanpak  aansturen, vindt de OR. In het land van artikel 23 (vrijheid van onderwijs) kan dat nog wel eens een lastige opgave blijken. Het is bovendien een koers waar bijvoorbeeld projectleider Jon Kay van de EEF Toolkit, van de Engelse equivalent van de NPO-menukaart, expliciet tegen waarschuwt. Leg gewoon goed uit welke aanpak kan werken, wat vermoedelijk of zeker niet werkt, en leraren zullen heus wel luisteren. Je hoeft als overheid niets te verplichten, sterker nog: dat gaat alleen maar contraproductief werken (lees interview met Kay in ons juninummer). Wel in lijn met Kay is de aanbeveling van de Onderwijsraad een informatie- en ondersteuningsknooppunt in te richten om bestaande en nieuwe kennis en inzichten te verspreiden.

Ten slotte doet de raad een oproep naast het NPO ook naar het bredere jeugddomein te kijken. Achterstanden zijn er immers niet alleen op onderwijsgebied. Ook hier zijn, net als bij onderwijshuisvesting, vooral de gemeenten aan zet.

Advies Nationaal Programma Onderwijs van de Onderwijsraad.

Click here to revoke the Cookie consent