Van de afgestudeerden vindt 75-80% dat er tijdens de opleiding voldoende aandacht is besteed aan de kennis van rekenen en Nederlandse taal. Ongeveer 60-75% voelt zich voldoende in staat deze kennis aan leerlingen uit te leggen. De school en de leraar vinden dat de opleiding goed voorbereidt op vaardigheden als het ordelijk laten verlopen van de les, zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat, zorgen dat duidelijk is wat van de leerling verwacht wordt en het voorbereiden van lessen met duidelijke lesdoelen.
Hoewel afgestudeerden over het algemeen tevreden zijn over de pedagogisch-didactische vaardigheden die zij tijdens de opleiding vergaren, oordeelt de onderwijsinspectie dat je deze vaardigheden pas echt leert in de praktijk door de ervaring zelf een klas te leiden. Docenten vinden het zelf nog moeilijk om recht te doen aan individuele verschillen tussen leerlingen en om de juiste ondersteuning te bieden bij leer- en gedragsproblemen. Ook voelen ze zich niet voorbereid om vakliteratuur bij te houden. Jonge leraren zijn het minst tevreden over hun kennis van de vakken Engels en cultuureducatie.
Tot slot zien docenten en schoolleiding algemene vooruitgang in de lessen van leerkrachten die net de Pabo hebben voltooid. De opleiding is de laatste jaren kwalitatief verbeterd. Monique Vogelzang, inspecteur-generaal van het onderwijs: 'De pabo's hebben in de afgelopen jaren een stevige kwaliteitsslag gemaakt. Zo geven de pabo's meer aandacht aan de vakkennis en ook aan de relatie met het scholenveld. Jonge leraren en scholen beginnen dat terug te zien.'
Lees hier het hele rapport.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven