Elf scholen mochten vanaf schooljaar 2011/2012 drie jaar experimenteren met flexibele schooltijden en vakantieperiodes. De deelnemers waren geen doorsnee: onder hen waren zeven sterrenscholen (zie hieronder) en twee integrale kindcentra (ikc). Vijf scholen waren relatief nieuw, een bestond pas twee jaar. De scholen hadden verschillende redenen om hun onderwijstijd te flexibiliseren: meer leerlingen trekken of het eigen onderwijsconcept. Alle scholen kozen ervoor om tussen de 42 en 51 weken per jaar open te zijn. Twee scholen voerden ook flexibele begin- en eindtijden in.
De inspectie begeleidde het experiment en beoordeelde de scholen met een kwaliteitsonderzoek. Ze verzamelde ook informatie middels een vragenlijst over bijvoorbeeld de invulling van de onderwijstijd, afspraken over de aanwezigheid van leerlingen en de organisatie van het leerproces.
Lessen uit het experiment deelt de inspectie in het rapport Experiment flexibele onderwijstijden 2011-2014. Wil je als school over gaan op flexibele onderwijstijden? Er is een aantal voorwaarden voor succes. Voor een nieuwe school is het belangrijk om eerst een stabiele basis te hebben, je basiskwaliteit op orde te hebben. Je moet goed voorbereid zijn: de ouders en het team moeten achter de keuze staan en het team moet competent zijn. Het vraagt namelijk organisatorisch en didactisch veel van leerkrachten. Ook je bestuur moet de keuze faciliteren. Het zal bijvoorbeeld extra geld kosten om leerkrachten tijdens de vakanties te laten werken en er zal extra personeel nodig zijn.
De inspectie waarschuwt dat je als school alert moet zijn op de risico’s die flexibilisering van de onderwijstijd met zich meebrengen. Zo kunnen de leeropbrengsten teruglopen en kan er een grotere vraag naar leerlingbegeleiding ontstaan. Let er ook op dat je leerlingen een ononderbroken leerproces kan bieden, als ze op verschillende momenten vrij hebben.
Maar flexibele onderwijstijden leveren ook veel op. Het geeft kinderen, ouders en ook leerkrachten flexibiliteit. Ouders kunnen de onderwijstijd aanpassen aan het bioritme van hun kinderen en aan hun eigen werktijden. Leraren kunnen individuele leerlijnen opzetten en hebben tijd voor extra instructie aan kleine groepjes. Leerlingen tot slot krijgen de kans om hun eigen wensen en ideeën over leren te formuleren. Als een school individueel onderwijs biedt, dan geeft dat ook nog eens extra mogelijkheden voor passend onderwijs.
Klinkt dus als een goed plan dat flexibiliseren van het onderwijs, mits je de kwaliteit op orde houdt. De Inspectie geeft drie concrete tips mee:
1. Formuleer een duidelijk plan over de organisatie van je onderwijs dat door het bestuur is goedgekeurd.
2. Zorg dat je team achter de keuze voor flexibele onderwijstijden staat en de vaardigheden in huis heeft om het te laten slagen.
3. Stuur als directeur de verandering goed aan en houdt de onderwijskwaliteit goed in het oog.
De ervaringen van de pilotscholen zijn leerzaam. Het eindrapport van de inspectie benadrukt bijvoorbeeld het belang van een ononderbroken leerproces: als een kind op vakantie gaat, moet het daarna weer verder kunnen waar het gebleven was. Maar als leerlingen op verschillende momenten op vakantie gaan, wordt dit moeilijker voor de school. Op sommige scholen konden leerlingen de gemiste leerstof pas inhalen als andere kinderen op vakantie waren en de leraar tijd had om ze individuele instructie te geven. Het leerproces werd dus onderbroken. Op scholen met een volledig individueel aanbod konden leerlingen gewoon verder met hun programma.
In het kwaliteitsonderzoek keek de inspectie onder andere naar de leeropbrengsten. Voor taal en rekenen lieten die een dalende trend zien vanaf de start van het onderzoek. Het aantal scholen dat onvoldoende scoorde op de eindopbrengsten nam in het laatste jaar zelfs toe van drie naar zeven. Maar of dat komt door de flexibilisering van de onderwijstijd, is de vraag, zo geeft de inspectie toe. Veel scholen kregen te maken met extra zorgleerlingen, personeelswisselingen en veel tussentijdse instroom. En eindopbrengsten zijn het resultaat van acht jaar onderwijs, niet van drie jaar.
De meeste scholen hadden hun leerstofaanbod op orde, maar het klassenmanagement kon bij sommige leraren nog verbeterd worden. De inspectie was tevreden over het schoolklimaat en de instructie, maar de taakgerichte sfeer liet soms nog te wensen over. De leerinhouden, de instructie en verwerkingsopdrachten werden goed afgestemd op de onderwijsbehoeften van leerlingen, maar voor de onderwijstijd kon dat beter. De leerlingen- en kwaliteitszorg bleek op een aantal scholen onvoldoende te zijn, mede in verband met het risico op een onderbroken leerproces. Tot slot benoemt de inspectie als risico dat scholen een extra financiële bijdrage van ouders vragen. De flexibele onderwijstijden kosten meer formatie en het bestuur bood daar niet altijd de middelen voor.
Sterrenscholen
Bij sterrenscholen staan vijf speerpunten, de sterren, centraal: de school is het hele jaar open, kinderen leren in één klimaat, maatwerk voor elk kind, focus op taal, lezen en rekenen, en verbinding met de buurt. De scholen zijn vaak langer open en kinderopvang en onderwijs werken met elkaar samen.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven