Dat een onvoldoende van de onderwijsinspectie er bij schoolleiders en leraren flink inhakt, kun je je vast voorstellen. Maar in Engeland kwam het zelfs zo ver dat schoolleider Ruth Perry zich op 8 januari 2023 van het leven beroofde nadat zij had gehoord dat haar school van ‘uitstekend’ naar ‘onvoldoende’ zou zakken.
Perry was al twaalf jaar schoolleider van Caversham Primary School toen zij afgelopen november voor het eerst Ofsted (Office for Standards in Education, Children’s Services en Skills) over de vloer kreeg. Op vrijwel alle gebieden beoordeelden de inspecteurs de school met ‘goed’, behalve op het gebied van leiderschap en management, dat een onvoldoende kreeg. Deze woog zo zwaar mee dat de inspecteurs uitkwamen op het eindoordeel ‘onvoldoende’ (zie onderstaand kader).
Waarom een onvoldoende?
|
Toen Perry zelfmoord pleegde, was het Ofsted-rapport nog niet gepubliceerd, maar was ze wel al op de hoogte van het eindoordeel. Perry’s familieleden weten haar dood aan de stress die de beoordeling bij haar had veroorzaakt. Volgens Perry’s zus, professor Julia Waters, verdween Perry’s zelfverzekerdheid en vastberadenheid na die dag in november als sneeuw voor de zon, toen ‘drie Ofsted-inspecteurs op ronduit zwakke gronden verklaarden dat Ruth’s leiderschap en daarmee haar school ontoereikend waren’, zo sprak ze op een conferentie van the National Association of Head Teachers' (NAHT). Ze riep schoolleiders onder andere op om ‘zich niet langer medeplichtig te maken aan het schrikbewind van Ofsted’ door het inspectieoordeel over hun school niet langer publiek te maken en eventuele werkzaamheden voor Ofsted op te schorten.
De dood van Perry gooide olie op het vuur. Al langer geven schoolleiders aan dat het inspectieproces een ‘ondraaglijke druk’ op hun schouders legt, in een systeem waarin het draait om het behalen van zo hoog mogelijke prestaties en het wegwerken van covid-achterstanden. Volgens the Guardian zijn veel schoolleiders bang om door een negatieve beoordeling hun baan te verliezen en zitten ze continu in de stress over de inspecteur die zomaar kan binnenvallen.
Met verschillende acties heeft het onderwijsveld zijn steun aan Perry en haar familie betoond. Zo hield schoolleider Fiona Cooper haar deuren in eerste instantie zelfs gesloten voor een inspectiebezoek. Toen ze een paar uur later de inspecteurs toch binnen liet, hielden leraren – sommige met zwarte rouwbanden – een stille protestactie bij de poorten.
Ook ondertekenden meer dan 60 duizend mensen een petitie van de National Education Union om de werkwijze van Ofsted aan te pakken. ‘Het is hoog tijd dat we prioriteit geven aan het welzijn van de schoolleiders en het onderwijspersoneel dat zo hard werkt met kinderen en jongeren in hun gemeenschap. We hebben een systeem nodig dat ondersteunend, effectief en eerlijk is,’ aldus NEU-secretaris Mary Bousted.
Een belangrijk kritiekpunt op de aanpak van Ofsted is de ‘simplistische’ eindbeoordeling van één woord (onvoldoende/voor verbetering vatbaar/goed/uitstekend), bedoeld om het kiezen van een school voor ouders makkelijker te maken. Zo zei Bridget Phillipson, de shadow secretary of education (oppositie) in the Guardian dat deze aanpak ‘veel op het spel zet voor het personeel, maar weinig informatie oplevert voor de ouders’. Een schoolleider voegde daaraan toe: ‘Als je die vorm van beoordelen zou schrappen, zouden schoolleiders zich beter voelen over veel van wat Ofsted momenteel doet.’
Alternatieven zijn al bedacht. Zo pleit de politieke partij Labour voor een ‘report card’ (rapport van één bladzijde, red.) die meer informatie bevat dan de beoordelingen van één woord. Volgens Labour zouden alle scholen overigens jaarlijks geïnspecteerd moeten worden op hun veiligheid, en mag het dus niet meer gebeuren dat een school - zoals Caversham - jarenlang geen inspecteur ziet.
Hoewel Ofsted betrokkenheid bij Perry’s dood altijd heeft ontkend, kondigde ze onlangs een aantal hervormingen aan om de druk op schoolleiders te verminderen. Deze gaan in het nieuwe schooljaar in. Zo zal de inspectie scholen die alleen op veiligheidsgronden een onvoldoende krijgen (zoals Caversham Primary School) binnen drie maanden opnieuw bezoeken. Als dan blijkt dat zij de veiligheidskwesties hebben opgelost, hoeft de school toch geen zogenoemde ‘academie’ te worden (in geval van een academie wordt de school overgenomen door een trust). Daarnaast moet een bijgewerkt inspectiehandboek scholen beter helpen om de veiligheid te verbeteren. Ook wordt de klachtenprocedure gewijzigd – scholen die ontevreden zijn, kunnen nu eerder naar een onafhankelijk bemiddelaar stappen. Inspecteurs blijven onaangekondigd langskomen – het telefoontje komt een dag van tevoren - maar scholen krijgen na een bezoek nu wel te horen in welk jaar ze de inspectie opnieuw kunnen verwachten. Maar het grootste pijnpunt, de beoordelingen van één woord, blijft Ofsted handhaven.
Het vertrouwen is daarmee nog lang niet terug. Zo twitterde onderwijsexpert en voormalig schooldirecteur Tom Sherrington op 12 april over de aangekondigde hervormingen: “Dit verraadt hun diep defensieve en superieure afstandelijke institutionele cultuur. De waarheid is dat ze denken dat ze het ‘t beste weten en dat mensen die het etiket ontoereikend opgeplakt hebben gekregen, echt de schaamte en vernedering verdienen. Wat betreft de klachtenprocedure... een slechte grap.” Ook Geoff Barton, algemeen secretaris van the Association of School and College Leaders (ASCL), pleit voor vele ingrijpender hervormingen. De éénwoord-beoordeling ‘onvoldoende’ noemde hij ‘een valluik dat zowel demotiverend als contraproductief werkt’.
Net als in Engeland gaat de Nederlandse onderwijsinspectie dit nieuwe schooljaar starten met steekproefsgewijze inspectiebezoeken op po-vo- en so-scholen. De afgelopen jaren richtten inspecteurs zich naar eigen zeggen vooral op besturen, waardoor de onderwijskwaliteit op scholen volgens de inspectie te weinig in beeld was. Met de steekproeven moet daar dus nu verandering in komen. De inspectie wil het wel zo regelen dat scholen niet binnen 12 maanden meerdere keren onderzocht en beoordeeld worden, en ze wil zo’n bezoek indien mogelijk combineren met het vierjaarlijkse kwaliteitsonderzoek.
Ook mag de inspectie met ingang van het nieuwe schooljaar sneller en strenger ingrijpen, dankzij de Wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs. Scholen waar misstanden heersen zoals onveilige situaties, slechte onderwijskwaliteit of gerommel met financiën, kunnen te maken krijgen met sancties - demissionair minister Mariëlle Paul moet daar dan wel een aanwijzing voor geven. Voorheen mocht de minister dit pas doen als de kwaliteit van het hele stelsel van basis-of voortgezet onderwijs ondermaats was – die ‘stelseleis’ is nu geschrapt. Als er geen verbetering komt, kan de inspectie in het uiterste geval de financiering van een school stopzetten.
Anders dan in Engeland worden scholen hier nog wel ruim van tevoren geïnformeerd over het inspectiebezoek. Maar dat zou de komende jaren kunnen veranderen, blijkt uit een inspectienieuwsbrief van 23 juli 2023: ´De Tweede Kamer wil dat wij onderzoeken op scholen minder vaak aankondigen. Daarom onderzoeken we in welke situaties dat waardevol is voor ons toezicht’. De komende tijd gaat de inspectie in gesprek met scholen en besturen over de mogelijke effecten van onverwachtse bezoeken, en of ze de toezichtlast eventueel zouden kunnen verminderen. Overigens meldde de NRC na inzicht in opgevraagde documenten dat minister Wiersma aankomend schooljaar al met onaangekondigde bezoeken had willen beginnen. Ook vond hij dat de inspectie meer scholen met een onvoldoende moest beoordelen, om zo de onderwijskwaliteit sneller te kunnen verbeteren. De inspectie verzette zich hiertegen, wat volgens NRC uitmondde in een hooglopend conflict.
De onderwijsinspectie deelde afgelopen schooljaar al veel meer onvoldoendes uit in het basisonderwijs dan eerst – vorig jaar zomer kregen 13 basisscholen het stempel ‘zeer zwak’ - nu zijn dat er 39, meldt Trouw. Niet zo gek, aangezien de inspectie afgelopen jaar veel meer scholen is gaan controleren en dat ook blijft doen. In 2023 worden er ongeveer 250 bezoeken gedaan, terwijl dat er voorheen jaarlijks ongeveer 100 waren.
De Nederlandse inspectie neemt een voorbeeld aan de aanpak van Ofsted, zo blijkt uit een recente LinkedIn post van Matthijs van den Berg, directeur Kennis bij de inspectie. Daarin schreef hij dat hij een workshop bij Ofsted had bezocht en ‘zeer onder de indruk was’ van hoe ze bij Ofsted gebruik maken van data en onderzoek om het toezicht continu te monitoren, evalueren en bijstellen. ‘Veel inspiratie opgedaan om het in Nederland ook steeds beter te doen!’ zo besloot hij.
Als we naar Engeland kijken, leren we in ieder geval dat onaangekondigde bezoeken de druk op schoolleiders flink kunnen verhogen. Continu in de stress zitten dat je gecontroleerd zou kunnen worden, heeft zijn weerslag op het personeel – en daardoor misschien ook op de kwaliteit van de lessen. Aan de andere kant zijn de alarmsignalen over ondermaatse scholen in Nederland zo sterk, en lopen de onderwijsprestaties zo terug (zie bijvoorbeeld Leesvaardigheid tienjarigen gedaald en Zijn we ambitieus genoeg?) dat een strengere aanpak van de inspectie misschien onvermijdelijk is. Dat moet Ofsted ook gedacht hebben, want in Engeland laten de onderwijsprestaties net zo te wensen over (zie bijvoorbeeld TES).
Met de Ofsted-rel in je achterhoofd kun je discussiëren over de etiketten die de inspectie opplakt- hier krijgen scholen ook het oordeel zeer zwak/ zwak, voldoende (‘goed’ en ‘excellent’ zijn sinds 1 augustus verdwenen). Je kunt je afvragen of je het functioneren van een school in een woord rechtvaardig kunt samenvatten. Is het mogelijk om daarin bijvoorbeeld wel rekening te houden met moeilijke omstandigheden waar een school mee te maken heeft, zoals krimp en het lerarentekort? Tegelijkertijd zal de inspectie ergens een grens moeten trekken om ernstige misstanden te voorkomen. Met een ‘zeer zwakke’ beoordeling krijgen scholen wel een duidelijk signaal dat het roer om moet en kan de inspectie een ultimatum afgeven – is het na een jaar niet beter, dan volgen er sancties.
Het blijkt in ieder geval een ingewikkelde balans: de inspectie als waakhond enerzijds, en sparringpartner anderzijds. De onderwijskwaliteit op zo’n manier opkrikken zonder dat schoolleiders er teveel stress van hebben: ga er maar aan staan.
Een onderzoek naar de omstandigheden van Perry’s dood vindt dit najaar plaats in het Berkshire Coroner’s Court.
Lees ook het interview met Marlies Honingh over de dynamiek tussen overheid, scholen en inspectie in Nederland.
Verder lezen:
Onlangs bekeek onderwijspedagoog Gert Biesta de Monitor leskwaliteit van de Onderwijsinspectie. Voorzichtig gezegd is hij verbaasd.
De inspectie heeft taken op haar bordje die bij de minister horen, en haar controlerende en stimulerende rollen zijn tegenstrijdig. Het kan democratischer én met meer autonomie voor scholen.
De onderwijsinspectie heeft het moeilijk. Ze werd de afgelopen twee jaar geconfronteerd met complexe kwesties en slechte publiciteit. Hoe is het eigenlijk met de staat van het toezicht?
1 Monitor leskwaliteit is misleidend
2 Samen koers bepalen
3 Georganiseerd wantrouwen (4): De staat van het toezicht
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven