Gerda geeft les aan groep acht. Ze merkt dat Imane door haar taalachterstand de opdrachten soms lastig vindt en daardoor snel opgeeft. Daarom spreekt Gerda regelmatig haar hoge verwachtingen uit naar Imane.
Het is een van de voorbeelden uit de lerarenentraining die onderzoekers van de Universiteit Utrecht, het Kohnstamm Instituut en de Universiteit van Amsterdam samen met 35 leraren uit het po en vmbo hebben ontwikkeld en beproefd bij 766 leerlingen. De training is gebaseerd op negen principes die volgens de literatuur bijdragen aan leerlingmotivatie. Het bieden van autonomie, structuur en een leergerichte aanpak zijn sleutelwoorden om leerlingen van ‘moeten leren’ naar ‘willen leren’ te brengen. Eén zo’n principe is dat je uitleg geeft die aansluit bij de belevingswereld van leerlingen. Ook: help leerlingen in plaats van te hameren op wat ze allemaal moeten. Gebruik daarbij geen dwingende taal (‘Jullie moeten de handleiding gebruiken’), maar informatieve en stimulerende taal (‘Het wordt gemakkelijker als je daarbij de handleiding gebruikt’). Nog een tip: zorg dat de nadruk niet altijd op de cijfers ligt, kijk ook naar de getoonde inzet. Aan de training bleken vooral vmbo-docenten wat te hebben. Ze boden hun leerlingen meer autonomie en ontwikkelden een betere relatie met hen dan collega’s die de training niet volgden. Ook de leerlingen werden gemotiveerder en toonden meer inzet en zelfvertrouwen bij het leren in vergelijking met de controlegroep.
In het basisonderwijs bleek de training niet effectief. Mogelijk omdat leerkrachten uit zichzelf al meer volgens de praktijkprincipes werken dan leraren in het voortgezet onderwijs. Ofwel: in het vmbo was er wellicht meer ruimte voor verbetering dan in het basisonderwijs.
De onderzoekers maakten een handleiding Motiverend lesgeven. Deze kun je opvragen bij Lisette Hornstra, [email protected].
Dit onderzoek is verschenen in Didactief, november 2016.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven