Onderzoek

Niet medium, maar didactiek telt

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 06-04-2023 Gewijzigd op 06-04-2023
Beeld Shutterstock
De toverlantaarn, de radio, de tv, de computer en iPad. Welk medium ook ten tonele verschijnt, telkens koesteren mensen grootse verwachtingen over het gebruik ervan in het onderwijs. Is dat wel terecht, vroeg onderwijspsycholoog Richard Clark zich af.

Leren kinderen meer van het digibord dan van bord met krijt? Oké, zo precies formuleerde hij het niet, want zijn onderzoek verscheen toen de computer nog maar net de school binnenkwam. Maar zijn boodschap is ook in het digitale tijdperk actueel.


De juiste vraag

In zijn overzichtsstudie neemt Clark eerder effectonderzoek naar mediagebruik in de klas kritisch onder de loep. De meeste media-onderzoekers wilden weten wat het beste medium was om leerstof aan te bieden. Daartoe vergeleken ze een groep leerlingen waarbij de leraar een nieuw medium – radio, tv, computer – gebruikte met leerlingen die dezelfde stof op een reguliere manier kregen aangeboden.
Clark vraagt zich af of de onderzoekers wel de juiste vraag stelden. Want waarom zou het ene medium beter zijn dan het andere? Dat bleek dan ook niet het geval. Meestal zagen de media-onderzoekers geen verschil.
Clarks conclusie luidt dan ook dat de instructie door de leraar en niet het medium zorgt voor leereffecten. Dat laatste is louter een voertuig. Wat telt, is de inhoud van dat voertuig. Net zoals het voor ons eetpatroon niet uitmaakt of voedsel via een fiets of vliegtuig tot ons komt. Of zoals Clark zegt: ‘De keuze van het voertuig kan de kosten of de omvang van de instructie beïnvloeden, maar alleen de inhoud van het voertuig kan de leerprestatie beïnvloeden.’

Toch signaleerden enkele media-onderzoekers wel een positief effect van een nieuw medium. Was Clark te snel geweest met zijn conclusie? Nee, want vaak waren er meer verschillen tussen de experimentele en de controlegroepen dan alleen het medium. Ook de didactiek verschilde dikwijls. En dan wordt onduidelijk aan welk verschil je het gevonden effect precies mag toeschrijven. Pas als je alles op het medium na gelijk houdt, heb je onomstotelijk bewijs.
En precies dat zag Clark: naarmate onderzoekers meer hun best hadden gedaan volgens deze regels van de kunst te werken, des te kleiner de effecten werden die ze vonden.
Vaak is er een logischere verklaring voor gevonden effecten dan puur het medium. Zoals een andere didactiek of de kwaliteit van de instructie. Of het zogeheten novelty effect, de verleiding van het nieuwe. Nieuwe dingen in de klas zorgen voor enthousiaste leerlingen, wat ertoe kan leiden dat ze harder werken. Is de nieuwigheid er eenmaal af, dan neemt ook het effect af. Voor dit nieuwigheidseffect vond Clark ook bewijs: hoe langer interventies liepen, hoe kleiner de effecten werden.

Leid leerlingen
niet af met
toeters en bellen

 

Principes

Clarks boodschap is niet dat we het digibord en ICT-programma’s of alle media die ooit nog uitgevonden gaan worden resoluut moeten weren uit het klaslokaal. Maar hij drukt leraren wel op het hart om goed na te denken over hoe ze een medium inzetten in de les. En hij riep onderzoekers op om in plaats van media te vergelijken, onderzoek te doen naar hoe leerlingen leren en wat effectieve instructie is.
Dat heeft onder meer geleid tot vervolgonderzoek naar algemene principes voor het inzetten en ontwerpen van multimediaal leermateriaal. Zo levert Richard Mayer met zijn Cognitive Theory of Multimedia Learning enkele handzame vuistregels. Bijvoorbeeld dat tekst én beeld beter zijn dan tekst of beeld alleen. Dit omdat we visuele en verbale informatie in ons hoofd via aparte kanalen verwerken. Gebruik je beide modaliteiten, dan komt informatie dus dubbel binnen en versterkt dit elkaar. Dus ja, tv of internet kan daarin voorzien, maar je kunt ook, zoals vroegere generaties leraren deden, wandplaten gebruiken of objecten de klas in brengen. Aanschouwelijk onderwijs zit kortom niet vast aan een apparaat.
Een ander principe is dat je maat moet houden. Ons brein kan immers maar een beperkte hoeveelheid informatie tegelijk verstouwen. Ook is het belangrijk dat leerlingen niet alleen maar passief kijken en luisteren, maar de stof actief verwerken. Dat kan bijvoorbeeld door hun blik van tevoren te richten met vragen of opdrachten.
Maat houden betekent ook dat je informatie niet dubbelop moet geven. Tekst en beeld samen zijn zoals gezegd een goed duo, maar je kunt ook overdrijven. Als je vertelt wat leerlingen in tekst ook op het beeld kunnen lezen – zoals in menig PowerPointpresentatie gebeurt – raakt het brein in de war: moet ik nu lezen of luisteren? Een van beide schiet er dan bij in, dus niet doen.
Ten slotte is het belangrijk om to the point te blijven en leerlingen niet af te leiden met allerlei toeters en bellen. Een bekend voorbeeld hiervan zijn digitale (prenten)boeken. Zolang ze het lezen ondersteunen, kunnen ze goede diensten bewijzen, zeker voor leerlingen die moeite met (Nederlands) lezen hebben. Maar zodra het digiboek met allerlei muziekjes en spelletjes leerlingen wegleidt van het verhaal, werkt het averechts.

Leren kinderen
meer van het
digibord?


Toegevoegde waarde

De inzet van multimedia vraagt dus van jou als leraar dat je je lesdoelen scherp voor ogen hebt en daarbij een geschikt medium zoekt. Niet het medium, maar jij bepaalt of dat medium van toegevoegde waarde is voor je lessen.
En natuurlijk vinden leerlingen het leuk om naar bewegende beelden te kijken. Niet voor niets zitten ze in hun vrije tijd zelf veel voor een scherm. Precies dat maakt al duidelijk dat je als leraar zelf het medium moet vullen met relevante inhoud, door het in te kaderen en er een expliciet didactisch doel aan te koppelen. Zo voeg je didactische waarde toe aan een medium en kan het zijn werk gaan doen voor leerlingen.
 

Gratis download
 

Dit artikel is gebaseerd op het hoofdstuk ‘Maakt het medium het verschil?’ over het wetenschappelijke kernartikel van Clark uit het boek Op de schouders van reuzen.

Ga voor de volledige tekst met praktische tips en extra bronnen naar www.opdeschoudersvanreuzen.nl.


R.E. Clark, Reconsidering research on learning from media. Review of Educational Research, 53 (1983), 445-459.

 

Dit artikel verscheen in Didactief, april 2023.

Verder lezen

1 Verbod op smartphones?
2 Mensenwerk

Click here to revoke the Cookie consent