Bewezen interventies de klas in brengen en leraren en schoolleiders laten leren van elkaar: kort gezegd is dat het doel van het nieuwe Onderwijskennis Netwerk Amsterdam (ONA, zie kader). ‘Door het oplopende lerarentekort en de coronacrisis is het verleidelijk om bij de dag te leven, maar het onderwijs heeft een aanpak nodig voor de lange termijn,’ stelt Marjolein Moorman, wethouder Onderwijs. Grootste doorn in het oog: de grote kwaliteitsverschillen tussen scholen, en daarmee de toenemende kansenongelijkheid. De NPO-injectie van 8,5 miljard, bedoeld om corona-achterstanden in te lopen, deed haar wenkbrauwen fronsen: ‘Zo veel geld in zo’n korte tijd, met zo weinig richting! Voor een school die de basis niet op orde heeft, is het lastig om dat goed te benutten. Daarvoor heb je een sterke schoolleider nodig en ook daar zijn er te weinig van.’ Zo dreigen de verschillen nog groter te worden.
Het ONA moet dit voorkomen, want volgens Moorman slagen vele Amsterdamse scholen er wél in om met evidence-informed onderwijs te compenseren voor een moeilijke thuissituatie of taalachterstand. Zij kunnen steun bieden aan scholen die hiermee worstelen en krijgen daar dan via hun bestuur extra uren voor. Moorman: ‘Neem een beginnende schoolleider die zijn taalonderwijs niet op de rit krijgt. Hoe waardevol is het als hij kan aankloppen bij een ervaren collega met een vergelijkbare leerlingpopulatie?’
Van elkaar lerenHet Onderwijskennis Netwerk Amsterdam (ONA) is een initiatief van de gemeente, het Breed Bestuurlijk Overleg (po) en onderzoekers. Dankzij 1,6 miljoen uit de NPO-pot van de gemeente staat er in de loop van 2022 een netwerk in de steigers waarin sterke basisscholen hun good practices kunnen delen. In een groot, openbaar digitaal bestand kunnen alle onderwijsprofessionals nagaan welke aanpak bewezen effectief is. Schoolleiders kunnen elkaar er straks ontmoeten en vragen uitwisselen, digitaal en op bijeenkomsten. In leerlabs zullen leraren met wetenschappers onderzoek doen naar prangende vraagstukken en onderwijsexperts gaan trainingen geven op scholen. Daarbij zullen ze ook samenwerken met de bestaande Onderwijswerkplaatsen. Lees hier meer informatie over ONA. |
Ook bij het terugdringen van het lerarentekort speelt het netwerk straks een rol, verwacht Moorman. ‘Leraren willen het beste voor hun leerlingen, en wat is dan fijner dan datgene doen waarvan je zeker weet dat het werkt? Daarmee vergroot je het plezier en behoud je meer leraren.’ In een zogenoemd lerarenlab worden effectief bewezen interventies getest, op Amsterdamse basisscholen, die het lerarentekort tegengaan. Zoals de wijze waarop startende leraren worden begeleid. Ook moet het netwerk ‘expertleraren’ in het daglicht zetten. ‘Ik ken bijvoorbeeld een leraar die al jaren goede resultaten haalt met zijn evidence-informed leesonderwijs. Binnen het netwerk krijgt hij de kans om zijn aanpak te delen.’ Zulke uitblinkers zouden besturen volgens Moorman ook moeten belonen met een hoger salaris.
Inmiddels hebben elf besturen zich aangemeld voor een intensieve samenwerking en wil de pabo van Hogeschool Inholland studenten inzetten voor het uitvoeren van bewezen taal- en rekeninterventies. Een win-winsituatie, omdat studenten zich kunnen ontwikkelen en leraren worden ontzien. Moet er niet een onderwijsnetwerk voor heel Nederland komen? Moorman: ‘Natuurlijk hoop ik dat dit initiatief zich als een olievlek verspreidt en het zich vertaalt naar landelijk beleid. Maar voor nu denk ik: prima als Amsterdam de proeftuin is, met zijn diversiteit aan scholen. Laat ons maar aantonen dat we ons nooit mogen neerleggen bij ongelijkheid.’
Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2022.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven