Onderzoek

’Mijn vader is luizenmoeder’

Tekst Masja Lebouille
Gepubliceerd op 16-08-2022 Gewijzigd op 16-08-2022
Iris Andriessen is sinds 2021 lector diversiteit en (ortho)pedagogisch handelen (Fontys). Haar lectorale rede ‘Mijn vader is luizenmoeder’ (juni 2022) gaat over hoe we met ons pedagogisch handelen kunnen zorgen voor een inclusievere samenleving. Ze schetst drie barrières die we moeten slechten op deze weg.

Spierballen of niet, op de kleuterschool leerde Iris Andriessen al dat sommige klusjes typische mannentaken zijn. De juf gaf meisjes bijvoorbeeld geen enkele kans het vuilnis buiten te zetten. Jaren later, net zelf moeder, liep ze opnieuw tegen dit soort normen aan. Zo kreeg ze regelmatig de vraag hoe ze vier dagen werken wilde combineren met de opvoeding, terwijl haar partner bejubeld werd dat hij naast zijn baan een dag voor de kinderen zorgde. Zulke verhalen zijn er meer: vaders die niet serieus genomen worden bij het consultatiebureau, scholen die op zoek zijn naar ‘luizenmoeders’ of ‘voorleesmoeders’. Wat laat dat zien? Als professionele opvoeders geven we kinderen en volwassenen soms - onbedoeld of niet – minder ruimte om te zijn wie ze willen zijn. Hoe dat beter kan, licht Andriessen toe in haar lectorale rede van afgelopen juni.

Dat onze samenleving complex is en een grote diversiteit kent, is geen nieuws. Dat we te maken hebben met grote ongelijkheden en uitsluiting van groepen evenmin. ‘Sommigen fietsen consequent heuvel af, anderen ploeteren steeds heuvel op,’ stelt Andriessen. Solidariteit en sociale samenhang staan onder druk. We moeten op weg naar een ander soort samenleving, een duurzamere en inclusievere. Maar om daar te komen, moeten we volgens Andriessen drie barrières slechten. De pedagogische opdracht die daar uitrolt, wil zij de komende jaren met haar lectoraat aanpakken.

Barrières

  • Stemmen en belangen van jeugdigen
  • We vergeten om jongeren mee te nemen in de besluiten (o.a. binnen het beleid, politiek, bedrijven) die hun toekomst raken, terwijl zij de consequenties ervan moeten dragen, vindt Andriessen. Nederlandse leerlingen scoren een stuk lager op burgerschapscompetenties dan leeftijdgenoten in landen om ons heen. Ze doen amper mee aan vreedzame protesten, of staan minder klaar voor vrijwilligerswerk. Andriessen heeft wel een idee hoe dat komt: op school besteden we veel minder aandacht aan burgerschap. Onze leerlingen discussiëren in vergelijking met buitenlandse leeftijdsgenoten het minste in de klas, blijkt uit onderzoek. ‘We houden dus niet alleen weinig rekening met ze, we leren onze jeugdigen ook weinig over hoe ze zelf vorm kunnen geven aan de samenleving waarin zij wonen,’ aldus de nieuwe lector.

  • Impliciete normen en associaties
  • Onbewust gaan we in onze samenleving uit van een heersende norm: een manier van ‘zijn’ of ‘doen’ is het uitgangspunt. ‘Zo gaan we er bijvoorbeeld vrij snel vanuit dat iemand hetero is,’ legt Andriessen uit. ‘Andere seksuele oriëntaties zijn daardoor minder zichtbaar.’ Die norm schrijft ook voor wat ‘goed’ zou zijn, en zie je terug in onze taal. Als we het hebben over een gezin, denken we als eerste aan een samenwonende man en vrouw met hun biologische kinderen, stelt Andriessen. Andere gezinsvormen worden vaak in stigmatiserende en problematiserende termen beschreven. Neem het CBS, dat bij stiefrelaties, halfbroers of halfzussen al van ‘complexe gezinsverbanden’ spreekt. Hoe we aan die normen komen? Sommige beelden zijn behoorlijk dominant in de maatschappij. Zoek bijvoorbeeld op ‘directeur’ via Google afbeeldingen en je vindt voornamelijk witte mannen in pak. Andriessen: ‘Doordat dit beeld zo dominant aanwezig is, denk je bij het woord directeur vaak automatisch en onbewust aan een witte man, ook al vind je dat vrouwen ook prima directeur kunnen zijn.’ Zo werkt het ook bij ‘opvoeder’: impliciet krijgen we mee dat dat primair een vrouw of een moeder is.

  • Van schuld naar verantwoordelijkheid
  • Elk individu bepaalt voor een klein stukje hoe de wereld eruit ziet, ook op sociaal vlak. En dat betekent volgens Andriessen dat ieder hierin ook verantwoordelijkheid draagt. Sommigen vinden dat misschien gek en denken: ik ben niet de oorzaak van ongelijkheid in Nederland; dat moet toch aangepakt worden op politiek of beleidsmatig niveau? Andriessen haalt Iris Marion Young aan, die stelt dat we ook verantwoordelijkheid hebben voor een verschijnsel als we zelf niet de oorzaak ervan zijn of er moreel schuld aan hebben. Neem ongelijkheid bijvoorbeeld, dat ze ‘een structureel probleem’ noemt, ‘dat blijft bestaan omdat we met zijn allen de onderliggende structuren en relaties blijven reproduceren.’ Andere voorbeelden zijn de impliciete normen over ouderschap, of het onderscheid tussen hoofd- en handenwerk. ‘Dat onderscheid legitimeert dat we bepaalde beroepen financieel en maatschappelijk minder waarderen.’

    Pedagogische opdracht

    Om bovenstaande barrières te slechten, heeft iedere opvoeder – thuis en voor de klas – een pedagogische opdracht die Andriessen ontleent aan Gert Biesta (die zich op zijn beurt weer baseert op Hannah Arendt): ‘interesse hebben in en verantwoordelijkheid dragen voor hoe het nieuwe of het andere in de wereld kan komen en zijn.’ ‘Het nieuwe’ zijn niet alleen pasgeborenen, maar ook nieuwkomers zoals migranten en vluchtelingen. Ook verwijst het naar nieuwe gezinsvormen, culturele gebruiken en gewoonten. Volgens Biesta vraagt dat iets van de nieuwkomer (kom in de wereld), van onszelf (laat het nieuwe in de wereld zijn), en van de wereld (dat er ruimte is voor al deze nieuwe vormen). Om de pedagogische opdracht te concretiseren volgens deze drie lijnen doet Andriessen onderzoek binnen het lectoraat. Zij heeft hiertoe verschillende projecten ontwikkeld.

    Projecten

    Het lectoraat gaat onder andere kinderen begeleiden bij het bedenken en uitvoeren van politieke acties die zij zelf bedenken, zoals een challenge, inzamelingsactie of bezoek aan de burgemeester of het torentje. Ook gaat het onderzoek doen naar betrokken vaderschap en bekijkt het hoe we het handelen van medewerkers in jeugdhulp en jeugdzorg beter kunnen laten aansluiten bij jongeren met een migratieachtergrond.

    Meer weten over de onderzoeksthema’s van het lectoraat? Bekijk hier de lectorale rede van Andriessen, juni 2022.

    Click here to revoke the Cookie consent