Nieuws

Medezeggenschapsraad minst aantrekkelijk voor ouders

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 18-06-2019 Gewijzigd op 20-06-2019
Ze gaan graag mee op schoolreizen, maar serieuze inbreng van ouders op een basisschool is lastiger te organiseren. Dat blijkt uit een enquête onder vijfhonderd leerkrachten basisonderwijs die DUO Onderwijsonderzoek in samenwerking met Didactief heeft uitgevoerd.

Bijna de helft van de basisscholen (47,8%) vindt het moeilijk om ouders te vinden voor een inhoudelijke klus als lidmaatschap van de medezeggenschapsraad, slechts 11% antwoordt dat dit makkelijk gaat. In lijn met deze cijfers is het feit dat de mate van inspraak in het beleid op de scholen van de respondenten tegenvalt. Slechts 2,3% van de leerkrachten antwoordt dat ouders veel invloed hebben, 48,6% spreekt van enige invloed en maar liefst 41,2% van nauwelijks tot geen invloed. Waar ouders invloed hebben, gaat het volgens de leerkrachten in ieder geval niet om de grootte van de groepen (83% antwoordt dat ouders hier geen invloed op hebben) of de samenstelling (krap 80%, 19,2% spreekt van enige invloed). Het zijn cijfers die iedere leerkracht zal herkennen: ‘wij’ maken de groepen, en in zwaarwegende gevallen zijn we bereid met vriendjes en vriendinnetjes rekening te houden. Met de nieuwe wet medezeggenschap krijgen ouders (en leraren) straks adviesrecht over groepsgrootte.

 

Schoolbudget

De invloed van ouders geldt volgens leerkrachten meestal ook niet de verdeling van het schoolbudget. 68% van de bevraagde leerkrachten zegt dat ouders daarin geen inbreng hebben, tegen 26,4% die van enige invloed rept. Vraag is natuurlijk hoeveel werkelijke inbreng in beleid een ouder heeft als die geen macht heeft over geld uitgeven. ‘Geld inzetten op school is keuzes maken,’ zegt ook Marije van den Berg in het coververhaal van Didactief (juni 2019). Zij bracht samen met een onderzoeker en de directeur van de school van haar dochter geldstromen in het Nederlandse onderwijs in kaart en strijdt voor vergroting van de medezeggenschap van ouders (zie ook kader MR). Ze kan haar borst wel natmaken, want 72,2 % van de leerkrachten in de Didactief-enquête vindt dat ouders precies genoeg inspraak hebben.

Wat opvalt in de enquête is dat op bijna de helft (45%) van de scholen ouders een actieve inbreng hebben in de aanname van een nieuwe directeur en van nieuwe leerkrachten (31,4%).

Minder inhoudelijk dan medezeggenschapsraad of aannamebeleid is de ouderraad op de basisschool. Ruim een kwart van de basisscholen heeft er geen (28%). Ongeveer eenzelfde percentage vindt het moeilijk er ouders voor te interesseren (27,8%) tegen een iets kleinere groep die daar geen moeite mee heeft.

 

In het licht van de rellen in Birmingham waarover Didactief schreef, is het interessant om te zien of ouders inbreng hebben in hoe seksuele voorlichting op school wordt georganiseerd. 80% van de respondenten reageert ontkennend, 11,8% noemt wel invloed van ouders (bijvoorbeeld in welke groep dit onderwijs gegeven wordt).

 

 

Ouders van plezier

De Nederlandse ouders vinden de medezeggenschapsraad misschien ingewikkeld, maar staan te trappelen als het om schoolreisjes gaat. Bij het organiseren willen ouders best hand- en spandiensten verlenen (46,2 tot 62,8 %) en meegaan op schoolreis wil iedereen wel: 95,6% van de scholen geeft aan dat ouders soms tot vaak meegaan. Meefietsen naar buitenschoolse activiteiten: 93,4%. Ook voor ondersteuning bij het organiseren van schoolfeesten lukt het 93,6% van de scholen om ouders in te schakelen.
Opmerkelijk is dat een meerderheid van de ouders eigenlijk geen invloed heeft (68,8%) op projecten of activiteiten waaraan school deelneemt. Dat betekent, zoals Eva Naaijkens regelmatig zegt, dat leerkrachten ook op scholen waar ze last hebben van alle tijdrovende reuring rond bijvoorbeeld Sint, Kerst en Pasen, het meeste aan zichzelf te danken hebben. Misschien komt dat omdat het de afgelopen vijf jaar moeilijker is geworden om ouders te vinden voor al die activiteiten, zoals 65,8% van de leerkrachten in de enquête zegt. Het lukt dus wel om ze te mobiliseren, maar het kost kennelijk meer tijd.

 

Consumentengedrag

De ouder van nu is het meest betrokken bij zijn eigen kind, zeggen de leerkrachten uit onze enquête, en vrijwel de helft (49,4%) van hen vindt dat positief. Een iets kleiner aantal (43,9%) vindt ook dat er ouders zijn die zich te intensief bezighouden met de leerprestaties van hun kroost. Een ruime meerderheid van de leerkrachten (80%) is ontevreden over de sterke bemoeienis met hun begeleiding). Ruim de helft (53,8%) van alle ondervraagden vindt dat ouders de afgelopen vijf jaar de leerkracht meer op hun vingers zijn gaan kijken en die begeleiding intensiever zijn gaan monitoren.

Het is in dat licht geen verrassing dat 74,6% van de bevraagde leerkrachten onderschrijft dat ouders zich steeds meer als consument gedragen, als een klant die recht heeft op bepaalde prestaties die de school levert. En dat het soms om lastige klanten gaat, wordt duidelijk uit de volgende cijfers: nog geen twee derde van de leerkrachten (65%) voelt zich gerespecteerd door de ouders als professional die het kind goed kan begeleiden. Respect voor de directeur is volgens de leerkrachten nog zeldzamer: 47,6%. Meester Anton in De Luizenmoeder was goed gecast, zullen we maar zeggen.

 

Dit artikel is een aanvulling op het openingsverhaal van Didactief, juni 2019: School aan de ouders.

Verder lezen

1 School aan de ouders
2 Levensles en rekenplein op School of Understanding

Click here to revoke the Cookie consent