‘Je bent moediger dan je gelooft, slimmer dan je lijkt, sterker dan je denkt en meer geliefd dan je weet’, staat op een sticker op de deur. Leerkracht Christa Brandsen doet zelf open als ik aanbel. Enthousiast troont ze me mee door de school. Leerlingen zijn hier gegroepeerd in dorpen, een Lentedorp voor de allerkleinsten, een Zomer- en een Herfstdorp. Tot zover zou je kunnen zeggen dat er een ander etiket is geplakt op wat we normaliter kennen als onder- en middenbouw of daltongroepen. Maar SoU organiseert het onderwijs echt anders. Zo begint elke dag op de SoU met 45 minuten levensles en vindt instructie en oefenen plaats op verschillende leerpleinen voor rekenen en taal.
Eerst de levenslessen: in hun ‘eigen’ dorp hebben leerlingen het over thema’s die steeds zes à zeven weken centraal staan zoals ‘wat is eigenlijk geluk’, of ‘wie ben ik?’ en ‘fixed en growth mindset’. Uitgangspunt bij deze lessen zijn de positieve psychologie en de begeleidingsfilosofie die Tijl Koenderink, initiator van de school, op basis daarvan heeft ontwikkeld.
Brandsen: ‘Onze slogan is jezelf leren zijn, en daarmee bedoelen we daadwerkelijk alle drie deze elementen: jezelf, leren en zijn.’ Haar collega Jet Eiling is er inmiddels bij gekomen en zij voegt eraan toe: ‘Ik heb ruim tien jaar op reguliere scholen gewerkt; als ik dat vergelijk met wat we hier doen, valt met name op dat leerlingen in de bovenbouw nu echt heel goed over zichzelf weten: wie ben ik en wat zijn mijn kwaliteiten, wat zijn mijn valkuilen en hoe los ik die dan op? Ik heb bijvoorbeeld een leerling die heel dyslectisch is, voor wie leren frustrerend was. Maar hij is ook heel creatief, dus zijn we spelletjes gaan maken om hem te leren met de spellingsregels om te gaan. En hij heeft leren doorzetten. En dat werkt.’ ‘We krijgen van ouders ook terug dat de levenslessen effect hebben,’ aldus Christa. ‘Afgelopen winter vertelde iemand bijvoorbeeld dat haar dochter bovenaan de skipiste stond en zei: “Ik durf niet naar beneden, maar ik ga doorzetten want ik ben een growy” (van growth mindset, van Caroll Dweck, red.). Of ouders zeggen dat hun kind opeens contact durft te maken met andere kinderen en weer gelukkig naar school gaat.’
Leerkrachten Jet Eiling en Christa Brandsen.
In de levenslessen wordt actief aandacht besteed aan zogenoemde 'character strenghts'. Volgens de positieve psychologie hebben we het dan over bijvoorbeeld kindness (vriendelijk zijn), creativity (creativiteit), forgiveness (vergevensgezindheid), perseverance (doorzettingsvermogen), teamwork (teamwerk). Soms gaat het over grote vragen. In het lentedorp laat Christa zien hoe kleuters bijvoorbeeld uitgenodigd worden geluk te benoemen. Op twee grote posters ‘Rockstar’ en ‘Flow’ die onder het kopje ‘geluk’ hangen, hebben ze plaatjes geplakt die volgens de leerlingen bij verschillende vormen van geluksbeleving horen. Doel is ze te leren dat het een niet meer waard is dan het ander; het gaat er vooral om, aldus Brandsen, de kinderen op den duur een vocabulaire aan te reiken waarmee zichzelf en de wereld beter leren begrijpen en positief in het leven leren staan. En die woordenschat werkt kennelijk, want een van de opvallendste complimenten die de inspectie na een groot onderzoek maakte, was dat iedereen in de SoU dezelfde taal sprak. Alle neuzen staan dezelfde kant op.
Niet alleen de nadruk op positieve psychologie, ook de aanpak van het leren is op de SoU anders dan op met de meeste scholen: leerlingen rekenen per dorp op een rekenplein, lezen en schrijven op een taalplein, doen aan yoga op een yogaplein en krijgen levenslessen op een levensplein. Uitzondering is de groep 3, die alle lessen in de eigen groep krijgt in plaats van op de pleinen, een pragmatische aanpassing van het concept om een steviger basis te krijgen voor het leren, aldus Christa. Omdat er voor het overige ruwweg drie leerjaren in een dorp gegroepeerd zijn en de kinderen per ‘leerjaar’ op drie niveaus leren, is het leren op de leerpleinen behoorlijk gepersonaliseerd. Een kind kan op het leerplein op maat werken, rekenen op negen verschillende niveaus. Dat vergt wel veel kennis van de leraren die een deel van de dag op een bepaald leerplein staan. Christa lacht: ‘In het begin dacht ik ook wel: dit is echt hard werken. Je hebt kinderen met zoveel verschillende behoeften, dat is flink aanpoten.’ De eerste anderhalf jaar speelde daarbij mee dat veel kinderen zij-instromers waren: ze kwamen van andere scholen en hadden dus ook met diverse methoden gewerkt. Die ambitie deed een beetje pijn, maar was ook een keuze: omdat de SoU niet alleen met een groep 1 begon, maar met alle groepen kon ze ook wat sneller groeien.
Het werken op leerpleinen bleek ook voordelen te hebben. Collega’s specialiseren zich en kijken vanzelf samen naar één kind. Elke week vergadert het team en doen leraren taal en rekenen bijvoorbeeld een duit in het zakje bij de bespreking van een en dezelfde leerling. Jet: ‘Als je gewoon je eigen klas hebt, is het heel ingewikkeld, om in je eentje al die niveaus te doen voor al die vakken. Een leerling zit nu eenmaal niet voor al het rekenwerk op zeg groep 5-niveau, en op het rekenplein kun je dat veel beter managen door het echt los te laten dat hij bijvoorbeeld in groep 5 zit, maar gewoon te kijken: waar zit hij? En natuurlijk houden we wel in de gaten of een kind zich leeftijdsadequaat ontwikkelt, want wij werken gewoon met de referentieniveaus en de kerndoelen, maar je hebt nu de tijd om de leerlijnen van een dorp te halen. Dat kan betekenen dat een leerling het ene moment ietsje achter loopt en dan weer een spurtje maakt met een vak. Dat mag. Daarmee geef je dat kind en jezelf als leerkracht gewoon de ruimte om dat op te vangen.’
En dat meer-ogen-principe, je klas een deel van de dag delen met collega’s. Hoe bevalt dat? Jet: ‘Dat is heel fijn. Er zijn kinderen die ik heel ver kan krijgen, vaak jongens met een grote mond , maar een collega kan bijvoorbeeld heel goed met die meisjes die meer dat meidenvenijn hebben; dat is niet mijn specialiteit, ik heb daar minder makkelijk contact mee, zij kan dat contact heel snel leggen en dat vertrouwen, waardoor die meiden veel beter gaan.’
De SoU is opgericht in 2015 en telt momenteel 202 leerlingen. Ze hoopt binnen een jaar het verplichte minimumaantal leerlingen in Amstelveen van 282 te tellen. Als de wet Meer ruimte voor scholen wordt aangenomen, naar verluidt deze zomer, krijgt de SoU acht jaar vanaf het moment van oprichting om dat aantal te halen. Aan de SoU is ook een kinderopvang verbonden.
Ouders spelen een belangrijke rol op de School of Understanding. Lees hier het openingsverhaal School aan de ouders, uit Didactief, juni 2019.
1 School aan de ouders
2 Medezeggenschapsraad minst aantrekkelijk voor ouders
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven