Het Nederlands onderwijs in het buitenland groeit. In 2014 emigreerden maar liefst 12.590 Nederlandse kinderen naar het buitenland. Dat is 55% meer dan in 1999. 32% van deze kinderen keert binnen vier jaar terug. Om die terugkeer goed te laten verlopen is onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur in het buitenland erg belangrijk. Toch stopt de subsidie aan deze scholen - in 2014 al gehalveerd - vanaf 2017 helemaal.
Veel scholen hebben hun deuren gesloten of gaan dat doen... Gek genoeg presenteerde de inspectie desondanks dit jaar voor het eerst een dik rapport over de Staat van het Nederlandse Onderwijs in het Buitenland op het Onderwijscongres op 13 april 2016. Of is dit rapport alvast een schot voor de boeg en een poging om een nieuw kabinet te bewegen tot het hervatten van de subsidie?
In 2015 volgden ongeveer vijftienduizend leerlingen Nederlands onderwijs in het buitenland. De meesten kregen aanvullend onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur, meestal ongeveer drie uur in de week. Maar er zijn ook twintig volledig Nederlandse scholen in het buitenland, bijvoorbeeld in Suriname, Curaçao en Spanje. Hier gaan 2666 leerlingen heen. Daarnaast zijn er acht Europese scholen waar kinderen Nederlands leren. En ten slotte is er een aantal aanbieders van onderwijs op afstand. Al deze instanties verzorgen vooral primair onderwijs.
De Nederlandse Onderwijsinspectie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van dit onderwijs. De scholen sturen elk jaar een schoolgids in en eens in de vier jaar brengt de inspectie hen een bezoek. De inspecteurs kijken bijvoorbeeld naar de lesstof, de leerprestaties en de opvolging van wettelijke voorschriften. Vergelijkbaar met het toezicht in Nederland dus.
Binnen vijf jaar zal in maar liefst vijftien landen het onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur vervallen. De directe subsidie van 3,3 miljoen euro vanuit Nederland stopt. In 2014 was dit bedrag al flink gekort van ruim €400 naar €230 per leerling. Het verslag van de inspectie beschrijft hoe sommige scholen proberen het hoofd boven water te houden door aan crowdfunding te doen, extra activiteiten aan te bieden of een hogere ouderbijdrage te vragen. Anderen vestigen hun hoop op sponsoring door bedrijven.
In het Onderwijsverslag 2013-2014 uitte de inspectie al haar zorgen over de gevolgen van de subsidiestop voor de onderwijskwaliteit. Ook in een onderzoek van de Radboud Universiteit naar het effect van de subsidiestop geven schoolbesturen aan dat ze de lesuren zullen korten en het aantal niveaus in de groep gaan verminderen. Ook gaan scholen minder lesmateriaal kopen en minder geld besteden aan de professionalisering van leraren. Door de hogere ouderbijdrage verwachten de meeste schoolbesturen op korte termijn bovendien een daling van het leerlingenaantal. Daardoor zullen nog meer scholen moeten sluiten.
In De Staat van het Onderwijs 2014-2015 schrijft de inspectie dat vijf van de zes bezochte scholen voor volledig primair onderwijs in het Nederlands voldoende kwaliteit hadden. Bij het onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur scoorden 46 van de 49 locaties een voldoende. Ondanks de subsidiedaling leveren de meeste scholen nu dus nog goed onderwijs, maar ook in dit verslag uit de inspectie haar zorgen over de kwaliteit in de komende jaren.
Toch starten er ook vier nieuwe scholen komend schooljaar in Ierland, Ivoorkust, Zuid-Afrika en Israël. De inspectie - apolitiek en dus formeel zonder oordeel over het besluit om de subsidie te stoppen - besluit haar verslag met een argument waarom het onderwijs in het buitenland zo belangrijk is: deze kinderen leven het wereldburgerschap en verbinden verschillende culturen, schrijven de auteurs. Tussen de regels door vindt kennelijk ook de inspectie het opmerkelijk dat voor al deze kinderen de aansluiting bij het onderwijs in Nederland in gevaar wordt gebracht...
Tekst Eline Geus, stagiaire bij Didactief.
Gepubliceerd op 20 mei 2016.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven