Nieuws

Leescoalitie luidt noodklok

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 13-10-2020 Gewijzigd op 13-10-2020
Beeld De Leescoalitie, Shutterstock
Achttien organisaties onder aanvoering van de Leescoalitie hebben gisteren per koerier een manifest plus twee noodklokken gestuurd naar de ministers voor Onderwijs én Cultuur. Ze dringen aan om nu eindelijk eens een ambitieus leesbeleid te voeren. Zorg bijvoorbeeld dat 100% van de leerlingen op 1F-niveau de basisschool verlaat.  

Het was al langer bekend, maar sinds de PISA-rapportage 2018 op 3 december 2019 kan niemand er meer omheen: het gaat niet goed met de leesvaardigheid en het leesplezier van Nederlandse leerlingen. Diezelfde dag kwamen ministers Slob en Van Engelshoven in reactie op het advies Lees! Een oproep tot een leesoffensief  van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur met een Kamerbrief waarin ze dat offensief aankondigden. Ze beloofden ‘een krachtige en samenhangende leesaanpak’, zonder overigens financiële toezeggingen te doen.
En daarna bleef het stil. Echte boter bij de vis kwam er nog niet. Dat was diverse organisaties een doorn in het oog. De Leescoalitie* (club van leesbevorderende instellingen en bibliotheken) heeft daarom een manifest opgesteld waarin ze met klem oproept tot een leesoffensief, maar nu echt, en snel en met wat meer ambitie (lees ook: geld). Het manifest wordt ondersteund door onder meer de PO-Raad, de VO-Raad, de Taalunie, KNAW, SLO en de SER.



Glijdende schaal

Een echt leesoffensief vraagt om forse investeringen en daadkracht, aldus de achttien organisaties in hun manifest : ‘Ons land telt 2,5 miljoen mensen die onvoldoende leesvaardig zijn om succesvol deel te nemen aan de samenleving. Grote groepen kinderen kunnen niet goed meekomen op school en raken al vroeg op achterstand. In alle bevolkingsgroepen in Nederland neemt het vermogen om diep en geconcentreerd te lezen af. We bevinden ons op een glijdende schaal en alleen actief en stevig gefundeerd leesbeleid kan het tij keren.’
De organisaties missen ‘een gevoel van urgentie, samenhang in het leesbeleid’ en een ‘overkoepelende visie en prioritering van doelen’. In hun manifest formuleren ze enkele stevige ambities. Dat elke leerling met voldoende leesniveau de school moet verlaten stond, logisch, ook al als doel in de Kamerbrief. De manifestschrijvers maken het concreter: zorg dat echt alle leerlingen de basisschool met niveau 1F verlaten en dat zoveel mogelijk leerlingen 2F behalen, ‘ook bij leerlingen die uitstromen naar het vmbo’. 
De lat moet dus hoger. Niet alleen voor leerlingen, maar ook voor leraren. Dat elke leraar op de hoogte is van het boekenaanbod voor kinderen en jongeren en dat elke pabo (voor)lezen en leesbevordering op het rooster heeft staan, zijn inderdaad ambitieuze doelen.
Jammer dat leraren niet betrokken zijn bij de totstandkoming van het manifest, vindt Jan van de Ven (Lerarencollectief). In een eerste reactie tweette hij ‘Zoek de leraar’.  Desgevraagd licht hij toe: ‘Het zou mooi zijn om bij manifesten en toekomstvisies leraren aan de voorkant mee te nemen. Vaak stelt men dat er met “het veld” gesproken is, dan blijkt het om de PO-Raad te gaan. Dat zijn geen leraren die iedere dag met leesonderwijs bezig zijn.’ Dat gezegd hebbende biedt hij ook aan mee te denken om de ‘mooie missie’ van het leesoffensief te doen slagen: ‘Leerlingen leren lezen of leren genieten van verhalen, daarbij speelt de leraar een doorslaggevende rol, vooral bij leerlingen waar dit  thuis niet vanzelfsprekend is. Als Lerarencollectief denken we graag constructief meedenken om het leesprobleem om te draaien naar een mooie oplossing.’ Eén suggestie heeft hij al: po-scholen doen steeds meer ervaring op in het kennisrijk inzetten van lezen in bijvoorbeeld thematisch leesonderwijs, en daar kan het vo zijn voordeel mee doen.  
 

Iedereen

Het manifestschrijvers stellen dat ‘kunnen lezen een mensenrecht is’ en daarom structurele aandacht vraagt van zo ongeveer iedereen: ‘het kabinet, de Kamer, regionale en lokale overheden, werkgevers, vakbonden en alle mensen die verantwoordelijkheden dragen voor anderen’.

Van Engelshoven nam het manifest ook namens Slob in ontvangst en benadrukte dat ze beiden het onderwerp ‘heel serieus’ nemen en dat ze hierover graag het gesprek aangaan met de betrokken organisaties. Wordt vervolgd, zullen we dan maar zeggen.  

De Leescoalitie
De Leescoalitie is een samenwerkingsverband tussen Stichting Lezen, Stichting CPNB, Stichting Lezen en Schrijven, Literatuurmuseum/Kinderboekenmuseum, de Koninklijke Bibliotheek, de Vereniging van Openbare Bibliotheken en het Nederlands Letterenfonds. Het manifest wordt ondersteund door de PO-Raad, de VO-Raad, de Taalunie, de Schrijverscentrale, De Schoolschrijver, KNAW, SLO, Ouders & Onderwijs, LAKS, het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid en de SER.

 
Verder lezen

1 PISA: onvoldoende geletterd
2 Jongeren en lezen
3 Keer de dalende PISA-trend met een leesoffensief

Click here to revoke the Cookie consent