Onderzoek

Leerlingen dromen hardop

Tekst Redactie Didactief
Gepubliceerd op 22-04-2016 Gewijzigd op 02-11-2016
Nadenken over je droomschool staat centraal in De Staat van de Leerling 2016. Dit verslag presenteerde de onderwijsinspectie voor het derde jaar op rij tegelijkertijd met De staat van het Onderwijs op haar congres op 13 april.

'Leerlingen over hun eigen droomschool' heet de hippe glossy. 700 Leerlingen uit het basis-, voortgezet-, speciaal onderwijs en het mbo zijn uitgenodigd middels interviews en enquêtes om na te denken over hoe hun droomschool eruit ziet en hoe die bereikt kan worden. Het vormt natuurlijk geen voldoende afspiegeling van alle leerlingen in deze sectoren, maar toch is er een aantal interessante bevindingen.

Kwaliteit leraar
Leerlingen en studenten uit alle sectoren vinden de kwaliteit van de leraar belangrijk. Een positieve sfeer, met een grapje hier en daar, en contact met de leraar lijkt een doorlopend thema. In het po willen de leerlingen vooral een humoristische, behulpzame en digitaal vaardige leraar. Daarnaast willen ze les van inspirerende gastdocenten.
Voor het vo volgt een beduidend langer lijstje: de perfecte leraar heeft orde, geeft vertrouwen, is aardig, eigentijds, motiverend, humoristisch, geduldig, sociaal, enthousiast en streng maar rechtvaardig. Hij of zij moet een positieve sfeer in de klas kunnen scheppen.
Het mbo ten slotte stelt het contact tussen de leraar en de student en de ervaring van de leraar in het werkveld voorop. Daarnaast vinden deze studenten de studieloopbaanbegeleider en de mentor erg belangrijk. De begeleiding kan echter nog beter. Van de bevraagde leerlingen zegt 25% geen extra ondersteuning te krijgen als ze de lesstof niet bij kunnen houden. De helft van de leerlingen weet bovendien niet dat er bijles beschikbaar is voor de algemene vakken. Leerlingen lijken dus niet te weten welke hulp beschikbaar is en hoe ze daarbij komen.

Curriculum
Naast eisen aan de leraar stellen de leerlingen ook eisen aan het curriculum. In het po willen ze de wereld en de school verbinden en meer doen dan alleen taal en rekenen. Ze willen andere talen leren, weten hoe je een usb-stick maakt en hoe je een auto repareert. Daarnaast willen leerlingen meer ruimte om te kiezen wat ze gaan leren en meer ruimte om te spelen. Opvallend is dat ze naast de vraag om technologie ook boeken willen houden.
In het vo vragen de leerlingen om het uitstellen van de profielkeuze en meer ruimte voor talentontwikkeling. Leerlingen op de havo en het vwo willen bovendien beter voorbereid worden op het leven als zelfstandige volwassene. Zo willen ze concrete tips over het volwassen worden en meer praktijkgerichte lessen over bijvoorbeeld boekhouden en koken. Ten slotte geven de leerlingen aan dat ze, in tegenstelling tot de trend van meer categorale scholen, gezamenlijke scholen willen voor elk niveau. In een sessie zei een leerling bijvoorbeeld: 'Ontstaat er dan niet een kloof? Een scheiding? Dat proberen we toch te voorkomen in deze maatschappij?'
Studenten op het mbo vragen om meer mogelijkheden tot verdieping of versnelling voor degenen die dat aankunnen. De helft van de bevraagde studenten vindt de aansluiting tussen het lesprogramma en de beroepspraktijk goed. Daarnaast vraagt een kwart om meer hulp bij het vinden van een goede stageplaats. In alle sectoren wordt bovendien gevraagd om meer aandacht voor samenleven en de verbinding met de maatschappij.
Al met al geeft dit verslag ons een leuk kijkje in de mening van de leerling en het zou wellicht interessant zijn om het eens naast beleidsplannen, zoals Onderwijs 2032, te leggen.

Tekst Eline Geus, stagiaire bij Didactief.
Gepubliceerd op 22 april 2016.

Lees ook De Staat van de leraar en De Staat van de schoolleider.

Bronvermelding

1 De Staat van de Schoolleider
2 De Staat van de Schoolleider

Click here to revoke the Cookie consent