Maarten heeft rekenlessen ontworpen die leerlingen creatief laten rekenen met geld en gewichten. Ze schatten bijvoorbeeld het gewicht van de leraar en leggen uit waarom zij dit denken. Als de klas op een gewicht uitkomt, bedenken leerlingen daar makkelijke en moeilijke sommen bij. Ook denken ze na bij welke andere vakken zij de kennis over (kilo)gram nog meer kunnen gebruiken. Zijn werk is onderdeel van een pilot creativiteit en kritisch denken in de klas. Meerjarendoel is uiteindelijk een nieuw onderdeel in de internationale PISA-test.
Wat is de belangrijkste les uit het project?
‘Loslaten! Ik wijk vaker af van de standaardmethode, geef vaker opdrachten zonder een vast antwoord en ga vaker samen met leerlingen op zoek naar een antwoord. Het is spannend om leerlingen meer vrijheid te geven, maar ik zie ze opleven door deze andere manier van werken. Natuurlijk wil ik leerlingen een goede basiskennis meegeven en daar zijn soms gesloten opdrachten voor nodig. Maar door een paar uur per week anders te werken en de methode los te laten, gaat de betrokkenheid van alle leerlingen omhoog.’
Hoe denk je nu over het beoordelen van creatief vermogen van leerlingen?
‘Het begrippenkader uit het project (focus op nieuwsgierigheid, vindingrijkheid en delen/doen) werkt goed om inspiratie op te doen voor de lessen. Maar ik twijfel of ik de leerlingen wel wíl beoordelen op het creatief vermogen en kritisch denken. Ik vind het belangrijker dat leerlingen plezier in de lessen hebben. Daarom heb eigen werkboeken ontwikkeld, waarin leerlingen de opdrachten evalueren.’
En wat vinden jouw leerlingen?
‘Ze moeten wennen aan de vrijheid, maar uiteindelijk zijn ze meer betrokken. Je moet ze er wel in trainen door kaders te geven. Het leuke is dat alle leerlingen er iets van leren. De normaal zwakke rekenaars ontdekten dat ze bepaalde vaardigheden van rekenen juist goed beheersen, terwijl de sterke rekenaars het tegenovergestelde ontdekten.’
Marjolein ontwikkelde lessen waarin leerlingen uit 2 havo/vwo een reclamefiguur voor een product of dienst ontwerpen. De nadruk ligt op originaliteit en vindingrijkheid.
Wat is de belangrijkste les uit het project?
‘Dat creatief vermogen goed aan te leren is. Ik vond al heel lang dat de leerlingen snel tevreden waren als het ging om ontwerpopdrachten. Het eerste idee vonden ze al snel goed genoeg. Ik wilde zelf graag leren om ze meer uit te dagen. Ik had van tevoren ingeschat dat sommige lessen moeilijk en te abstract voor ze zouden zijn, maar dat viel mee. Een foto-opdracht werd fanatiek uitgevoerd, waarbij de leerlingen zelf verrast waren door de resultaten. Ik bleek de leerlingen in dat opzicht onderschat te hebben. Bij de juiste uitdaging kunnen ze meer dan ik dacht en komen ze op nieuwe ideeën. Dat zit hem ook in andere manieren van de lesstof aanbieden. Kortere, verschillende opdrachten leiden tot verrassende resultaten.’
‘Ik vind het nu veel belangrijker dat ze niet meteen met hun eerste idee aan de slag gaan. Dat vond ik vroeger lastig uit te leggen, maar nu kan ik dat goed onderbouwen en geef ik daar ook echt les in. Verder laat ik de leerlingen vaker onderling overleggen over wat nou het origineelste idee is: kritisch denken en reflecteren op waar ze mee bezig zijn.’
Hoe denk je nu over het beoordelen van het creatief vermogen van leerlingen?
‘Het maken van een beoordelingsinstrument (rubric) was lastig, daar heb ik met een collega erg op zitten puzzelen. Het gaat om abstracte begrippen en moeilijk concreet te maken vaardigheden als nieuwsgierigheid of originaliteit. Waaraan zie je precies dat een leerling nieuwsgierig is, of hoe origineel het ontwerp is? Maar door goed te kijken naar het werk van leerlingen zie je wel degelijk duidelijke verschillen. En toen ik eenmaal een rubric had ontworpen, ging het beoordelen van het werk veel gemakkelijker en sneller dan anders. Ik vond dat de beoordeling objectiever was, en ik kon het cijfer beter aan de leerlingen uitleggen.’
En wat vinden jouw leerlingen?
‘De leerlingen vonden het over het algemeen leuk en ze deden enthousiast mee. Vaak waren ze zelf verrast door hun eigen werkstukken. Maar er zijn natuurlijk ook leerlingen die het minder interesseerde. Ik heb wel gemerkt dat ik het oefenen van de verschillende creatieve vaardigheden moet afwisselen, anders wordt het proces bij elke les hetzelfde en minder uitdagend.
Op de site van het Kohnstamm Instituut is na de zomer een toolkit te downloaden met lessen en formatieve toetsen voor rekenen (groep vijf) en de beeldende vakken (klas 2 vo).
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven