De Amsterdamse wethouder van Onderwijs verdient de prijs voor Gotspe van het jaar, zegt Wietske Miedema. Simone Kukenheim schreef een scholenwedstrijd uit waar Miedema (en met haar vele anderen) enorm veel energie in stopte en stelde achteraf dat het haar erom ging bloot te leggen welke regels obstakels vormen als je nieuwe scholen wilt stichten. ‘Maar daarvoor hebben de 124 eerste inzenders, de 50 geselecteerden voor de tweede ronde, de 15 plannen in de Incubator en de 4 winnaars in de Kraamkamer zich toch niet de benen uit het lijf gelopen?’, aldus Miedema.
Een jaar geleden liepen mede-initiatiefnemer Marian Konijn en ik ons de benen uit het lijf om op straat, de markt en in het Vondelpark stemmen te werven voor VIA Marzano, onze inzending voor de prijsvraag van de gemeente Amsterdam. Het idee was als volgt: de gemeente Amsterdam verwacht de komende tien jaar een enorme groei aan leerlingen, zowel in het basis als in het voortgezet onderwijs. Zij wilde hen naast het bestaande ook onderwijs bieden dat innovatief en vernieuwend zou zijn. Leerlingen en hun ouders moesten echts iets te kiezen krijgen. Ouders klaagden immers, zo meldde wethouder Simone Kukenheim, over te weinig keuze en over de beperkte kansen om op innovatieve scholen ingeloot te worden.
Er werden honderdvierentwintig plannen ingediend. Voor elk van die honderdvierentwintig plannen werden stemmen geworven, bij collega’s, bij andere onderwijsmensen, bij vrienden en familie, en ja, ook op straat, markten en parken. De 35 plannen met de meeste stemmen gingen ‘door’ naar de volgende ronde. Een vakjury deelde ook nog eens vijftien wildcards uit. Uiteindelijk pitchten vijftig van de 124 inzenders in vier minuten de essentie van hun plan; met de nadruk op onderwijskundige visie en uitwerking. De vijftien, volgens een deskundige jury, besten gingen voor verdere uitwerking door naar een incubator. Dat moest resulteren in vier winnaars die hun school met steun van de gemeente ook daadwerkelijk zouden gaan realiseren.
Wij van VIA Marzano hebben geweldig goede herinneringen aan die allereerste tijd: praten, praten, praten. Met iedereen. Met onderwijsmensen en met alle andere mensen die ook onderwijsmensen bleken te zijn. Want dat is uiteindelijk iedereen: we hebben tenslotte allemaal op school gezeten. Daarom is iedereen deskundig, of nauwkeuriger geformuleerd meent dat te zijn. Dus bij het stemmen werven ging elk gesprek over ons plan, over het waarom ervan, het doel en hoe we dat in de werkelijkheid geconcretiseerd zagen.
Fantastische gesprekken over onderwijsdoelstellingen, over de scheve nadruk op kennis en cognitie, over het vreemde selectiemechanisme in Nederland, over gelijke kansen en hoe die te bevorderen, over wat nou een goede school is enzovoorts.
Mensen vertelden over hun ervaringen als leerlingen en als ouders van leerlingen. Veel van die verhalen waren horrorstories over de overgang van basisschool naar het voortgezet onderwijs. Dat was nu juist één van de centrale uitgangspunten van VIA Marzano: we wilden leerlingen keuzestress besparen en hen nog wat meer tijd bieden om zich te ontwikkelen voordat ze een vervolgschool zouden kiezen.
We wilden beginnen met groep zeven, en doorgaan tot en met klas vier van het vo: waarna we leerlingen verwijzen naar het mbo niveau drie of vier, of naar de bovenbouw havo/vwo. Dat bood tegelijkertijd uitkomst voor hoogbegaafde leerlingen: op VIA Marzano wordt vanaf groep zeven een derde van de schooltijd besteed aan het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden, zodat er ruim tijd is voor het ontwikkelen van denken en creativiteit, voor sport en muziek, en voor ontwerp- en onderzoeksactiviteiten. Niemand verveelt zich op VIA Marzano.
De organisatie van de Incubator was toevertrouwd aan Kennisland, die veel tijd besteedde aan huisvesting, financiën, stichtingsproblemen van nieuwe scholen. De gemeente draafde op, het ministerie stuurde iemand, de Inspectie kwam langs, de Amsterdamse schoolbesturen namen een kijkje.
Nuttig maar van een echt onderwijsinhoudelijk debat tussen de verschillende plannenmakers kwam in de Incubator weinig terecht. Dat gesprek vond vooral plaats in een kring van deskundigen die zich in de loop van de wedstrijd bij elk individueel plan hadden aangesloten. Zo ook VIA Marzano. In ons geval voegden zich oud masterstudenten bij ons en met die ‘eigen kweek’ ontwikkelden we gedachten over curriculum en organisatie. Ook toetsten we onze gedachten bij verschillende deskundigen, onder wie Jaap Dronkers en Jeroen Onstenk. We maakten ons startdocument, gaven ons idee verder vorm en inhoud, stelden een begroting op, ontwierpen een ideaal schoolgebouw, bepaalden een plaats in de stad, en sloten ons aan bij een vo-bestuur dat ons initiatief steunde en een intentieverklaring tot samenwerking tekende.
Van de wedstrijd bleek ook een innovatieve kracht richting bestaande scholen in Amsterdam uit te gaan. Meerdere scholen krabden zich onder de kin: hoe vernieuwend, hoe innovatief waren zij eigenlijk? En menig schooldirecteur slaagde er in vernieuwing van het eigen onderwijs weer op de agenda van de lerarenvergadering te krijgen: let op, we moeten mee, andere scholen zijn ook aan het vernieuwen, ook wij moeten leerlingen en ouders niet alleen goed, maar ook modern onderwijs bieden! Met als mogelijke subtekst: anders gaan nieuwe initiatieven er straks met onze leerlingen vandoor.
Wij van VIA Marzano staken zeker een jaar lang twee tot drie dagen per week – elke week - in ons initiatief. Met liefde en bewust van het feit dat we met VIA Marzano een nieuwe noodzakelijke innovatie ‘kleur aan het Amsterdamse onderwijspalet’ zouden toevoegen. En met een groot gevoel van urgentie: de Amsterdamse onderwijswereld wordt gekenmerkt door diepe segregatie en het is hoog tijd dat er veel meer scholen komen die aantrekkelijk zijn voor leerlingen uit alle bevolkingsgroepen en buurten.
Eveneens is het hoog tijd dat er een eind komt aan selectieve praktijken rond de schoolkeuze voor het vo, waardoor leerlingen uit sociaal economisch lagere milieus bij gelijke intelligentie toch naar lagere niveaus van vo worden doorverwezen.
Tot slot wordt het hoog tijd dat schooldirecties en docenten hoge verwachtingen hebben van álle leerlingen: wanneer er op school van wordt uitgegaan dat álle leerlingen op hoog niveau kunnen leren, blijken leerlingen immers een stuk beter te presteren.
Dat zijn onze drijfveren en dat is ook ons motto geworden: VIA Marzano, schoolsucces voor iedereen.
De urgentie om nieuwe scholen te stichten is groot. In die zin was de wedstrijd een prachtinitiatief. De vier plannen die de wedstrijd wonnen waren elk voorbeelden van innovatieve scholen: de PO scholen Alan Turingschool (maatwerk en brede vorming) en Klein Amsterdam (de stad als leeromgeving), en de VO scholen Laterna Magica (Natuurlijk Leren) en Kiem (de vmbo-school voor jongens).
Gaan deze scholen nu ook echt werkelijkheid worden? Zolang nieuwe initiatieven onderdak vinden bij een bestaand schoolbestuur zou een nieuwe school er kunnen komen. Zo wordt de Amsterdamse school ‘De Pool’ een Alan Turingschool. De Pool was een basisschool met zwakke resultaten en een teruglopend leerlingaantal. Op deze manier hoopt het Asko bestuur (een groot bestuur van katholiek onderwijs) de school te redden.
Ook Klein Amsterdam lijkt er te komen door aan te haken bij een schoolbestuur. Maar voor de VO scholen ligt dat anders. Daar vormt de koepel van besturen van VO scholen de beslissende instantie: als zij vinden dat de nieuwe school om welke reden dan ook er maar beter niet kan komen, dan gebeurt dat niet. De nieuwe school past bijvoorbeeld niet in het meerjarenplan van het RPO (het regionaal plan onderwijsvoorzieningen), of de school leidt tot concurrentie voor bestaande scholen (de 10 km regel zegt: geen nieuwe school als er binnen een straal van 10 km al een vergelijkbare school staat). Beide argumenten leiden ertoe de nieuwe school af te wijzen.
Onderdak bij een bestaand bestuur hebben de winnende VO-scholen nog niet gevonden. Dat is voor beide plannen nogal zuur: Laterna Magica is nu een basisschool, die naar het VO wil uitbreiden, en dat blijkt een brug te ver. Zowel Laterna Magica als Kiem zouden liever als zelfstandige scholen met een eigen bestuur verder willen, maar dat zal waarschijnlijk niet lukken in Amsterdam.
Volgens wethouder Kukenheim liggen de zaken anders: zij zegt dat de landelijke wet- en regelgeving de stichting van nieuwe scholen tegenhoudt. Een school zou volgens de wethouder ‘een duidelijke richting moeten hebben: religieus, levensbeschouwelijk of vanuit een concept moeten zijn ontwikkeld, zoals Montessori of Jenaplan’ (Parool, 13 juli 2016).
Dat hoeft echter niet zo te zijn: kijk naar nieuwe scholen als Spinoza 2, Cartesius 2, Caland 2. Nu zijn dat inderdaad scholen die als nevenvestiging van een bestaande school zo kunnen worden geconcretiseerd. Maar dat geldt niet voor het leerlingtrekkerskanon Hyperion: geen nevenvestiging, maar een zelfstandige school van een bestaand bestuur: scholengroep Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. En ook niet voor Denise, een nieuwe school van Esprit, één van de grootste VO-besturen in Amsterdam. Geen Montessori of Jenaplan. Gewoon een eigen concept. Dus het argument van de wethouder ging voor die scholen niet op.
Helemaal gortig maakt de wethouder het door op te merken dat het eigenlijk het doel van de wedstrijd was om aan te tonen dat het vanwege wet- en regelgeving zo lastig is om nieuwe scholen te stichten. Daarvoor hebben wij geen twee à drie dagen per week gewerkt aan VIA Marzano! Daar deden we het niet voor. Ons ging het er werkelijk om nieuwe scholen te stichten die urgente problemen van de grote stad zouden aanpakken.
Helaas horen wij niet tot de winnaars. Ondertussen gaan we echter gewoon door met de voorbereiding van VIA Marzano, ook al hebben we last van allerlei regeltjes en eisen. In ons geval des te lastiger, omdat we niet alleen een VO-bestuur, maar ook een basisschoolbestuur achter ons moeten zien te krijgen. Het eerste is ons gelukt, het tweede lijkt een stuk moeilijker te worden (‘dan raken we zomaar 1 fte kwijt….’, zei een bestuur).
Een school maken met twee klassen po en vier klassen vo geeft allerlei gedoe met huisvesting en financiering: de leraren krijgen verschillend betaald, de leerlingen worden verschillend gefinancierd, de po-leraar mag niet lesgeven aan een vo--klas en omgekeerd, en ga zo maar door. Maar wij ploegen door. Geen van die problemen is onoplosbaar.
En het gaat ons absoluut lukken, want de urgentie blijft groot. Schoolsucces voor iedereen: daar gaat het ons om. Dat zou voor ons de hoofdprijs zijn. De wethouder verdient daarentegen de prijs voor Gotspe van het jaar door achteraf te zeggen dat het haar hierom ging: ‘We wilden blootleggen welke regels obstakels vormen als je nieuwe scholen wilt stichten.’.... Maar daarvoor hebben de 124 eerste inzenders, de 50 geselecteerden voor de tweede ronde, de 15 plannen in de Incubator en de 4 winnaars in de Kraamkamer zich toch niet de benen uit het lijf gelopen?
De foto van wethouder Kukenheim is gemaakt door Mirande Phernambucq.
Wietske Miedema is docent aan de masteropleidingen van de Hogeschool van Amsterdam en initiatiefnemer van Via Marzano. https://www.facebook.com/www.viamarzano.nl/
20-04-2015
19-03-2010
25-01-2024
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven