Onderzoek

Kort & goed: Invloed van science center

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 03-05-2017 Gewijzigd op 24-10-2017
Steken leerlingen iets op van schoolbezoekjes aan een science center? Worden ze nieuwsgieriger of enthousiaster over wetenschap?  

De bevindingen

De vraag is onderzocht binnen het Wetenschapsknooppunt Noord-Nederland, een samenwerkingsverband van tien basisscholen, aanbieders van externe leeromgevingen, Rijksuniversiteit Groningen en Hanzehogeschool Groningen. Wil een leuk uitje ook een leerzaam uitje worden, dan moet dit in de klas zijn voorbereid en is er tijdens het bezoek een getrainde begeleider nodig die weet hoe je leerlingen kunt prikkelen om conceptueel te denken en oorzakelijke verbanden te zien (‘het wordt dag en nacht doordat de aarde rond de zon draait’). Dit vraagt om een open stijl van doceren, met vragen die leerlingen zelf aan het denken zetten.

Tips voor scholen

Een goede voorbereiding is het halve werk. Bezoek zelf van tevoren het museum of science center. Voel je je onzeker over wetenschap en techniek? Laat je bijpraten door de educatief medewerker. Besteed in de klas aandacht aan het bezoek, zodat leerlingen voorkennis hebben en weten wat ze kunnen verwachten. Laat ze niet los of zelfstandig rondlopen in het museum of science center, maar zorg voor een begeleider (jijzelf of een educatief medewerker) die met de leerlingen in gesprek gaat. Bevraag hen op wat ze zien en hoe ze denken dat iets werkt. Zorg voor een open, bemoedigende sfeer waarin ze dingen mogen uitproberen, tijd krijgen om na te denken en, heel belangrijk, fouten mogen maken.

Carla Geveke, It’s Not Rocket Science: Developing Pupils’ Science Talent in Out-of-School Science Education for Primary Schools. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen/Platform Betatechniek/KNAW/Talentenkracht, 2017.

Dit artikel verscheen in Didactief, mei 2017.

Click here to revoke the Cookie consent